Les 13: verschillende werkwoordsvormen

Fictie - lezen in je leesboek
timer
1:00
1 / 26
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Fictie - lezen in je leesboek
timer
1:00

Slide 1 - Slide

Lesplanning

10 min lezen 

10 min uitleg

10 min werken 

10 min afsluiten + pw inplannen

Lesdoelen

- Je kunt de persoonsvorm in een zin vinden. 
- Je kunt de persoonsvorm en het voltooid deelwoord op de juiste manier schrijven. 

                    

Slide 2 - Slide

De persoonsvorm
  • Wat voor een woord is de persoonsvorm?
  • Hoe vind je de persoonsvorm ook alweer?
Ohja!

Slide 3 - Slide

De persoonsvorm vind je door:
  • De zin vragend te maken.
    Het eerste woord is de persoonsvorm.
Ik heb vanavond voetbaltraining.  

  • De zin in een andere tijd te zetten. 
    Het werkwoord dat verandert, is de persoonsvorm.
Ik ga altijd op de fiets naar training. 

Slide 4 - Slide

Klassikaal 'belangrijk' lezen
We gaan lezen over de spellingregels van persoonsvormen.  

Slide 5 - Slide

Aan de slag
Maken opdr. 1 + 2 van les 13

Klassikaal of zelfstandig. 

Denk goed om de manier van noteren! 

Slide 6 - Slide

Hoe kun je de persoonsvorm vinden?

Slide 7 - Open question

Hij (luisteren) heel erg goed naar mevrouw Rondhuis.

Slide 8 - Open question

Zij (melden) bij de politie dat haar portemonnee is gestolen.

Slide 9 - Open question

Wat is de persoonsvorm?
Esra heeft een nieuw boek gekozen.

Slide 10 - Open question

De jongen (verhuizen) vorig jaar naar Leek.

Slide 11 - Open question

De man (melden) zich vrijwillig aan voor de brandweer. (vt)

Slide 12 - Open question

Proefwerk inplannen
Dinsdag 14 november, 6e uur

Leren:
- 'Belangrijk' van les 13 + les 26
- Je moet alle regels ook kunnen toepassen 

Slide 13 - Slide

Fictie - lezen in je leesboek
timer
1:00

Slide 14 - Slide

Lesplanning

10 min lezen 

20 min aan de slag opdr. 2 + 4

10 min afsluiten 

Lesdoelen
 
- Je kunt de persoonsvorm en het voltooid deelwoord op de juiste manier schrijven. 

                    

Slide 15 - Slide

Aan de slag
Wat: opdr. 2 t/m 9 van les 13
Hoe: opdr. 2 + 4 klassikaal, daarna zelfstandig
Hulp: mevrouw Rondhuis, theorie
Tijd: 20 min
Uitkomst: je hebt de eerste helft voor het proefwerk geleerd.
Klaar? Woorden uit de les leren


Slide 16 - Slide

Hoe kun je de persoonsvorm vinden?

Slide 17 - Open question

Wat is de persoonsvorm?
Lynn heeft een nieuw boek gekozen.

Slide 18 - Open question

Hij (luisteren) heel erg goed naar mevrouw Rondhuis. (tt)

Slide 19 - Open question

Zij (melden) bij de politie dat haar portemonnee is gestolen. (tt)

Slide 20 - Open question

De jongen (verhuizen) vorig jaar naar Leek. (vt)

Slide 21 - Open question

De man (melden) zich vrijwillig aan voor de brandweer. (vt)

Slide 22 - Open question

Hoe herken je een voltooid deelwoord?

Slide 23 - Open question

Hij is naar school gelopen.
Wat is het voltooid deelwoord?

Slide 24 - Open question

Zij is in tien jaar erg veranderd.
Wat is het voltooid deelwoord?

Slide 25 - Open question

Hij (relaxen) de hele dag door. (tt)

Slide 26 - Open question