Spelling - tegenwoordige tijd

Fictie
Lezen in je leesboek voor het fictiedossier
timer
10:00
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Fictie
Lezen in je leesboek voor het fictiedossier
timer
10:00

Slide 1 - Slide

Lesplanning

10 min - uitleg + aantekeningen 

15 min - aan de slag 

5 min - afsluiting
Lesdoelen

  1. Je schrijft de tegenwoordige tijd op de juiste manier

Slide 2 - Slide

Aantekeningen Spelling - Tegenwoordige tijd

Slide 3 - Slide

Aan de slag
Wat: maken opdr. 15 
Hoe: Zelfstandig 
Hulp: geen
Tijd: 3 min

Klaar? even wachten

timer
15:00

Slide 4 - Slide

Maak een foto van opdr. 15

Slide 5 - Open question

Aan de slag
Wat: maken opdr. 16 + 18 + 19 + 21
Hoe: Zelfstandig of in tweetallen
Hulp: buurman/buurvrouw of mevrouw Rondhuis
Tijd: 10 min

Klaar? maken opdr. 22

timer
10:00

Slide 6 - Slide

Noteer de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd:

Thijs (vinden) sciencefictionfilms het leukst.

Slide 7 - Open question

Noteer de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd:

Merijn (rijden) de hele dag op z'n scooter.

Slide 8 - Open question

(verhuizen) Anne-Wil naar Marum?

Slide 9 - Open question

Hij doet of zijn neus (bloeden)

Slide 10 - Open question

Ik (vermoeden) dat hij er meer van weet.

Slide 11 - Open question


En de winnaars zijn...

Slide 12 - Slide