do 28 sept homoniemen en homofonen

homoniemen en homofonen
Woordenschat
1 / 26
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

homoniemen en homofonen
Woordenschat

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
  • Ik weet wat homoniemen zijn.
  • Ik weet wat homofonen zijn.
  • Ik kan homoniemen en homofonen herkennen in een zin.

Slide 2 - Slide

Homoniem en homofoon
De woorden zijn qua vorm en klank hetzelfde, maar hebben een andere betekenis.
bal -> feest, rond voorwerp


Soms klinken twee woorden hetzelfde, maar schrijf je ze anders. 
Dit noem je homofonen. 

- Mijn tante lacht altijd heel hard.
- Mijn hart klopt heel snel.

Slide 3 - Slide

Homoniem of homofoon?

Slide 4 - Slide

Homoniem, Synoniem of Homofoon

Slide 5 - Slide

Rijk                                      Reik
Rijk is zowel een homoniem als een homofoon. Hieronder zie je het voorbeeld van 'rijk' als homofoon. De woorden klinken hetzelfde, maar je schrijft het anders.

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

timer
0:30
homoniem
homofoon
De woorden klinken hetzelfde, maar je schrijft ze anders.
De woorden zijn hetzelfde, maar betekenen iets anders.

Slide 8 - Drag question

Sleep het juiste woord naar de juiste betekenis
Antoniem
Homoniem
Synoniem
Homofoon
Een woord wat ongeveer hetzelfde betekent
Een woord met meerdere betekenissen
Een woord wat hetzelfde klinkt, maar een andere betekenis heeft
Een woord wat het tegengestelde betekent

Slide 9 - Drag question

Synoniem
Homoniem
Homofoon
Rauw / Rouw
Knop (boom) /
Knop (toetsenbord)
doelman / keeper
wei / wij
Bok (turnen) / Bok (mannetjesgeit)

Slide 10 - Drag question

Ik ben bang voor een rat, maar ik zit graag in een rad op de kermis.

A
homofoon
B
homoniem

Slide 11 - Quiz

Wat is het woord 'Hart/hard'?
A
Homoniem
B
Homofoon

Slide 12 - Quiz

Als het goed is, ken je nu het verschil tussen een homoniem en homofoon.

Even testen:

Wij staarden naar de koe in de wei. Wij en wei is een
A
homoniem
B
homofoon

Slide 13 - Quiz

Als het goed is, ken je nu het verschil tussen een homoniem en homofoon.

Even testen:

In het slot van de film kwamen de prins en prinses weer samen in hun slot.
A
homoniem
B
homofoon

Slide 14 - Quiz

Als het goed is, ken je nu het verschil tussen een homoniem en homofoon.

Even testen:

Ik zat op de bank tv te kijken, toen ik zag dat er een bank werd overvallen. Bank is een
A
homoniem
B
homofoon

Slide 15 - Quiz

rauw en rouw
A
homoniem
B
homofoon

Slide 16 - Quiz

Wat maak jij een hard geluid, dat is niet goed voor mijn hart.
A
homoniem
B
homofoon

Slide 17 - Quiz

Homofoon of homoniem?
Eendje

A
homofoon
B
homoniem

Slide 18 - Quiz

"licht-ligt" is een ....
A
Homofoon
B
Homoniem

Slide 19 - Quiz

Klieren =
- Vervelend zijn
- onderdeel van het menselijk lichaam
A
homoniem
B
homofoon

Slide 20 - Quiz

Homofoon of homoniem?
kussen
A
homofoon
B
homoniem

Slide 21 - Quiz

Op welk taalfenomeen is deze grap gebaseerd?
A
homofoon
B
homoniem

Slide 22 - Quiz

rat - rad
A
homofoon
B
homoniem
C

Slide 23 - Quiz

'Bank' is een...
A
homoniem
B
homofoon

Slide 24 - Quiz

"schop" is een ....
A
Homofoon
B
Homoniem

Slide 25 - Quiz

'Rijk' is een ....
A
homoniem
B
homofoon

Slide 26 - Quiz