Week 8 Nursing 3 Farma - BOL 2e jaars, periode 4

Nursing 3 - week 8 
Farmaologie
maag- en darmstelsel 
behandeling van: 
- obstipatie
- peptische aandoeningen
1 / 25
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Nursing 3 - week 8 
Farmaologie
maag- en darmstelsel 
behandeling van: 
- obstipatie
- peptische aandoeningen

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
- Je kunt beschrijven op welke wijze peptische aandoeningen en obstipatie beïnvloed kunnen worden door medicijnen 
- Je kunt de indicaties, de werking en de meest voorkomende bijwerkingen uitleggen van de volgende medicatiegroepen: 
o Middelen bij peptische aandoeningen: 
 Antacida 
 H2-receptorantagonisten 
 Protonpompremmers 
o Middelen bij obstipatie 
- Je kunt beredeneren op welk moment bovenstaande middelen ingenomen moeten worden 
- Je kunt voorlichting geven over dieet en leefstijl indien een zorgvrager één van bovenstaande middelen 
       voorgeschreven krijgt 
- Je kunt met hulp van het FK voldoende informatie verzamelen om op veilige wijze deze medicatie te kunnen geven en/of een zorgvrager te begeleiden die één of meerdere van de geneesmiddelen uit bovenstaande medicatiegroepen gebruikt 

Slide 2 - Slide

Boek: Medicatieveiligheid, op weg naar veilige zorg. Elly van Haaren et al. 2014 
-Paragraaf 5.2
 
www.farmacotherapeutischkompas.nl  
www.apotheek.nl  
www.zorgvoorbeter.nl  
www.lareb.nl 
literatuur

Slide 3 - Slide

Plan voor vandaag: 
- vragen beantwoorden vorige week als die er zijn. 

- onderwerp van deze week bespreken: maag/darm

KORTE PAUZE: 5-10 minuten. 

- opdracht 4 inhoudelijk bespreken.  (schatting: 15 a 20 minuten) 
     Vragen en bezwaren zijn dan welkom om te bespreken. 

- vragen stellen aan de docent, als die er zijn. 

Slide 4 - Slide

Vorige week: 
- luchtweginfecties 
- COPD
- astma.. 

Zijn er nog vragen? 
LET OP HET MAKEN EN INLEVEREN VAN OPDRACHT 5: medicijnschema (2 punten)

Slide 5 - Slide

Anatomie. wat is wat? 
3

6

9

10

13
gaster
pancreas
jejunum/nuchtere darm
blinde darm
endeldarm

Slide 6 - Drag question

De vertering van lange glucoseketens (zetmeel, koolhydraten) begint in?
A
de mond
B
de slokdarm
C
de maag
D
de dunne darmen.

Slide 7 - Quiz

Stelling: De pH waarde in de maag als er voedsel in komt, ligt dichter bij 1, dan bij 9.
A
waar
B
niet waar

Slide 8 - Quiz

De zure pH in de maag dient verschillende doelen. Welke hoort er niet bij?
A
helpt bij vertering van botstukjes e.d.
B
zet pepsinogeen om in pepsine.
C
helpt bij het afbreken van vetten in vetzuren.
D
helpt bij het doden van ziektekiemen in voedsel

Slide 9 - Quiz

Stelling: de resorptie van aminozuren en vetzuren, vindt vooral plaats in de dikke darm
A
waar
B
niet waar

Slide 10 - Quiz

Opfrissen: werking spijsverteringskanaal
- Voedsel in de maag  
- Voedsel via de oesofagus naar beneden.  
- receptoren in mond en maag 'zien' dit en geeft seintje aan de maag 
- Meer zuur (HCL) via protonpompen
- Pepsinogeen omgezet in Pepsine  
- Pepsine en zuur samen verteren voedsel 
- Voedsel naar darm: Natriumcarbonaat erbij om te neutraliseren.  
 
Probleem bij peptische aandoeningen, oa:  
- Veel zuur wat omhoog komt in de oesofagus 
- Maagwand onvoldoende beschermd tegen 
    het zuur > schade  

Slide 11 - Slide

Wat zijn peptische aandoeningen? 
- Dyspepsie 
- Reflux­oesofagitis  
- Ulcus pepticum 
- Ulcus duodeni 
- Hernia hiatus 
     diafragmatica 

Slide 12 - Slide

Behandeling peptische aandoeningen
- Leefstijl en dieetadviezen.  > welke kennen jullie al?  
- Antacida 
      Bij teveel maagzuur 
      Binden het maagzuur 
      Bijv: Rennie, Antagel 
 
 - H2-Receptorantagonisten 
       Remmen het maagzuur 
       Bijv: Zantac/Ranitidine 
 
- Protonpompremmers 
       Remmen het maagzuur 
       Bijv: Omeprazol/Losec 

Slide 13 - Slide

Nogmaals de 3 medicijnen.
ANTACIDA

- Werking: neutraliseren van maagzuur.  
- Basische stof.  
- Werkt bijna direct 
- Antacidum  + HCL > zout en water.  
- Bijwerking: constipatie of diarree; verstoring zout balans, verandering absorbtie andere geneesmiddelen

Vb Rennie. Antagel 

protonpompremmers

- Werking: blokkade van de zuurpomp in de maag 
- Werkt systemisch, gaat na ongeveer 24 uur werken, werking houdt ook wat langer aan tot 48/uur.  
- Bijwerkingen: weinig, maar soms constipatie, diarree, misselijk.  
-Veranderd absorptie van andere geneesmiddelen.  

Bv Omeprazol


H(istamine)2 receptor antagonist

- Werking: blokkeert de histamine receptor > geen/verminderd  signaal om maagzuur te gaan aanmaken.  
- Werkt systemische, in 24 uur.  
- Werkt kort: 2-3/dag  
- Bijwerking: valt mee. Diarree/vermoeidheid. Verandering absorbtie andere middelen.  

Vb Ranitidine


Slide 14 - Slide

timer
1:30
Helicobacter pylori
wat weet je hier nog van?

Slide 15 - Mind map

Speciale oorzaak en behandeling (niet in de leerdoelen) 
- Helicobacter pylori. Bacterie die peptische klachten en maagzweer kan veroorzaken.  
 
- Behandeling is een kuur van een paar weken met:  
        Protonpompremmers 
        Claritromycine en amoxicilline  

Slide 16 - Slide

- werking spijsvertering
- peptische aandoeningen en behandeling

Slide 17 - Slide

timer
1:30
wat is obstipatie?
wat kun je er aan doen?

Slide 18 - Mind map

Middelen bij obstipatie- stappenplan. 
NIET medicamenteus - ALTIJD doen. 

Dieetadviezen:  
    - Voldoende vocht 
    - Vezelrijke voeding 
 
Voldoende lichaamsbeweging 
 
Toilethygiene en zitadviezen 

Medicamenteus

- Bulkvormende middelen 
- Osmotisch werkende middelen 
- Stimulerende laxantia  

Slide 19 - Slide

Bulkvormende laxeermiddelen. 
- Werking: Volume van de feaces groter maken. 
(Mengt zich met darminhoudt, houdt ook wat water vast en maakt dit zo zacht.  En stimuleert de peristaltiek)  
- Indicatie: als patient niet in staat is tot vezelrijk dieet.  
- Nadeel: moet met veel water worden ingenomen. 
- Bijwerkingen met verschillende medicaties.  
- Bijv. Psylliumzaad, metamucil, volcolon 

Slide 20 - Slide

Osmotische laxeermiddelen
-Vocht vasthouden in de darm > weker en groter > bevorderen van de peristaltiek.  
- Bijv: Movicolon en lactulose  

Er is verschil tussen movicolon en lactulose: indicaties, doelgroep en bijwerkingen.  
> Opzoeken , verwerken in je schema. 
 
- Bijwerkingen: buikkramp en buikpijn. Misselijk. Flatulentie

Slide 21 - Slide

Stimulerende laxeermiddelen
-Werking: chemische prikkeling van de darmwand 
             Darmperistaltiek stimuleren 
             Toename watergehalte in feces.  
- Bijv: bisacodyl/ sennosiden/klysma’s.  
- oraal/rectaal/Klysma’s 
 
- Bijwerkingen vaak: diarree, krampen en pijn in het maag/darmsysteem. Opgeblazen gevoel, misselijk.  
- Bij Senna; urine wordt rood.  
- Langdurig gebruik: chronische diarree, zoutbalans verstoord, mogelijk ook dat de darm wat luier word.  

Slide 22 - Slide

Obstipatie en hoe weer aan het poepen te raken.. 

nog vragen?? 

Slide 23 - Slide

Opdracht: Vul je medicatiedocument aan met: 
- Anti - Peptische middelen 
     * Antacida 
     * Histamine2 receptor 
          antagonisten 
     * Protonpompremmers.  

- Anti-obstipatiemiddelen 
 * Bulkvormende middelen 
 * Osmotisch werkende 
  middelen, met een 
  duidelijke onderverdeling in: 
            Movicolon 
            Lactulose.  
  * Stimulerende laxantia  

!!!!! Complete schema inleveren uiterlijk 24 juni

Slide 24 - Slide

NU: 
KORTE PAUZE: 5-10 minuten. 

- opdracht 4 inhoudelijk bespreken.  (schatting: 15 a 20 minuten) 
   
- vragen stellen aan de docent, als die er zijn. 

Slide 25 - Slide