4.4 Is er werk voor jou?

• Economie
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 3

              Startklaar

• Op je plek zitten 
• Telefoon in het Zakkie 
  
• Jas over de stoel, oortjes in de tas, tas op de grond
• Schoolspullen op tafel: Boek, Chromebook, JdW-map, etui 

1. Startklaar

Bij de start van iedere les verwelkomt de docent de leerlingen bij de ingang van de deur, noemt leerlingen bij naam, maakt oogcontact en besteedt aandacht aan hun welbevinden. De docent geeft het goede voorbeeld en spreekt hoge verwachtingen uit voor het verloop van de les door succescriteria op gewenst gedrag, schooltaal en effectief leren te benoemen. De leerlingen zijn startklaar: ingelogd in LessonUp, telefoons opgeborgen in het Zakkie, en JdW-map op tafel.

Hoofdstuk 4

Economie B3

Terugblik - Leerdoelen 4.1

R-Je kunt uitleggen wat een cao is.

T1- Je kunt je nettoloon berekenen.

R-Je kunt uitleggen wat het minimumloon is.

T1- Je kunt berekeningen maken met het minimumloon

Terugblik - Leerdoelen 4.2

R - Je kunt vijf arbeidsmotieven noemen

R- Je kunt de drie productiesectoren noemen

R - Je kunt uitleggen wat arbeidsverdeling is.

T1 - Je kunt uitleggen wat het verschil is tussen leidinggevend werk en uitvoerend werk

T1 - Je kunt het verschil tussen geschoold en ongeschoold werk uitleggen

Terugblik - Leerdoelen 4.3

R - Je kunt uitleggen wat arbeidsmarkt is 

R - Je kunt uitleggen wat werkgelegenheid is.

R +T1-Je kunt uitleggen wanneer je tot de beroepsbevolking behoort.

T1 - Je kunt uitleggen wat het verschil is tussen wit, grijs en zwart werk.

Wat is beroepsbevolking?

Leerdoelen 4.4

R -Je kunt uitleggen wat werkloosheid is en je kunt drie gevolgen noemen.

R - Je kunt de twee belangrijkste taken van het UWV noemen.

T 1 - je kunt het verschil tussen geregistreerde en verborgen werkloosheid uitleggen

R - Je kunt uitleggen wat conjuncturele werkloosheid is.

R - Je kunt uitleggen wat structurele werkloosheid is.

T 1 - Je kunt het verschil tussen frictiewerkloosheid, seizoenwerkloosheid en structurele werkloosheid uitleggen.

Werkloos!
Noem twee gevolgen:

Video ( Pincode)

https://apps.noordhoff.nl/se/deeplink?bookId=88348884-73ae-4cb6-b914-cd9a5ddc218c&themeId=88eeb48a-c9b3-48e8-8959-4bb1da79000b&contentType=contentHub&query=assetId%3D88348884-73ae-4cb6-b914-cd9a5ddc218c-20d45e90-104f-4202-8183-fa38cb30b9f0-bff13a34cff526b9aa395d29061eca632863d9cd3fa430f19fedfb1ee54c9b3f&source=generic

Als je niet werkt, ben je nog niet werkloos. Wanneer ben je wel werkloos?

1. Je bent actief op zoek naar werk.
2. Dat je beschikbaar bent voor werk.
3. Je bent tussen de 15 en de pensioenleeftijd.
4. Je voldoet aan alle drie voorwaarden (A+B+C)

Wat is geregistreerde werkloosheid?

1. Als je ingeschreven staat bij het UWV.
2. Als je niet ingeschreven staat bij het UWV.
3. Als je zwart werkt.
4. Als je wit werkt.

Werkloosheid als gevolg van veranderingen in de aanbodkant van de economie

1. Conjucturele werkloosheid
2. Frictiewerkloosheid
3. Regionale werkloosheid
4. Structurele werkloosheid

Door de crisis zijn er geen terrassen open en hierdoor verdient de Makro geen geld. Mensen worden ontslagen.

1. Seizoenswerkloosheid
2. Structurele werkloosheid
3. Conjucturele werkloosheid
4. Frictiewerkloosheid

Aan de slag

Maken: 1 t/m 12 blz. 112-115

Tijd: 15 min

Hoe: zelfstandig!

Klaar: bespreek je antwoorden

met een klasgenoot

Leerdoelen 4.4

R -Je kunt uitleggen wat werkloosheid is en je kunt drie gevolgen noemen.

R - Je kunt de twee belangrijkste taken van het UWV noemen.

T 1 - je kunt het verschil tussen geregistreerde en verborgen werkloosheid uitleggen

R - Je kunt uitleggen wat conjuncturele werkloosheid is.

R - Je kunt uitleggen wat structurele werkloosheid is.

T 1 - Je kunt het verschil tussen frictiewerkloosheid, seizoenwerkloosheid en structurele werkloosheid uitleggen.

Bespreken

Opgave 3 en 7

Huiswerk

Rekenen - Arbeidsmarkt Opgaven 11 t/m 14 blz. 123

Wat is regionale werkloosheid?

35) Frictie werkloosheid is?

1. Als je (tijdelijk) werkloos bent na je opleiding of tussen verschillende werkgevers in.
2. Als je een bot gebroken hebt en daardoor niet kan werken.
3. Als je werkgever overgenomen wordt door een ander bedrijf en je baan vervalt.
4. Bestaat niet.

Hoe ging het deze les?

1. Telefoons uit in de zakkie

2. Rustig praten

3. Elkaar laten uitpraten

4. We lachen elkaar niet uit

Begrippen uit deze les

- Conjuncturele werkloosheid

- Frictiewerkloosheid

- Geregistreerde werkloosheid

- Regionale werkloosheid

- Seizoenwerkloosheid

- Structurele werkloosheid

- UWV

- Verborgen werkloosheid

- Werkloosheid

Schrijf 3 dingen op die
je deze les hebt geleerd

Stel 1 vraag over iets dat je
deze les nog niet zo goed hebt begrepen