HF 2.3 Lezen

Lesdoel
In deze paragraaf:
• herhaal je wat je geleerd hebt in leerjaar 1:
– de tekstdoelen informeren, overtuigen, activeren, amuseren;
– verwijswoorden.
• leer je:
– de tekstdelen inleiding, kern en slot herkennen;
– de signaalwoorden herkennen die een voorbeeld aangeven.
1 / 15
next
Slide 1: Slide
nederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2,3

This lesson contains 15 slides, with text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Lesdoel
In deze paragraaf:
• herhaal je wat je geleerd hebt in leerjaar 1:
– de tekstdoelen informeren, overtuigen, activeren, amuseren;
– verwijswoorden.
• leer je:
– de tekstdelen inleiding, kern en slot herkennen;
– de signaalwoorden herkennen die een voorbeeld aangeven.

Slide 1 - Slide

2.3 Lezen/ Les 1
Planning:
-Terugblik
- Schrijf de theorie van blz. 109 over in je schrift.
- Opdracht 1 t/m 5 maken.
- Afsluiting.

Slide 2 - Slide

Voorkennis
Maak opdracht 1  (blz. 97) op de volgende manier (denken, delen, uitwisselen)

Denken: maak opdracht 1 zelfstandig
Delen: bespreek opdracht 1 in je groepje
Uitwisselen: bespreek klassikaal jullie antwoorden met de docent. 

Slide 3 - Slide

Theorie
Op de volgende dia volgt theorie m.b.t. verschillende teksten. 

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Samen lezen
We lezen samen de theorie op blz. 109
We schrijven deze over in ons schrift. 


Slide 6 - Slide

Aan het (huis)werk
We lezen samen de opdrachten door. 
Maak opdracht 2 t/m 5.
Wie werkt er met de docent?

Klaar? Oefen versterk jezelf. 

Slide 7 - Slide

Afsluiting

- Huiswerk: opdracht 2 t/m 5 maken van HF 2.3

- Vooruitblik: HF 2.3 verder afmaken.

Slide 8 - Slide

Les 2 lezen
Planning:

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Les 3
In deze paragraaf:
• herhaal je wat je geleerd hebt in leerjaar 1:
– de tekstdoelen informeren, overtuigen, activeren, amuseren;
– verwijswoorden.
• leer je:
– de tekstdelen inleiding, kern en slot herkennen;
– de signaalwoorden herkennen die een voorbeeld aangeven.
Les 3
In deze paragraaf:
• herhaal je wat je geleerd hebt in leerjaar 1:
– de tekstdoelen informeren, overtuigen, activeren, amuseren;
– verwijswoorden.
• leer je:
– de tekstdelen inleiding, kern en slot herkennen;
– de signaalwoorden herkennen die een voorbeeld aangeven.

We maken de TestJezelf van pargraaf 2.3 in Talent Online

Slide 11 - Slide

Les 4 paragraaf 2.3 lezen In deze paragraaf:
herhaal je wat je geleerd hebt in leerjaar 1:
– de tekstdoelen informeren, overtuigen, activeren, amuseren;
– verwijswoorden.
leer je:
– de tekstdelen inleiding, kern en slot herkennen;
– de signaalwoorden herkennen die een voorbeeld aangeven.

We herhalen deze les het lesdoel verwijswoorden
We oefenen met het herkennen van signaalwoorden

Slide 12 - Slide

Verwijswoorden
Verwijswoorden, zijn woorden die verwijzen naar één of meer woorden in de tekst, en soms zelfs naar een hele zin.
Wil je weten waar een verwijswoord naar verwijst? 

Stel dan een vraag die begint met wie, wat, waar of welk(e).





Slide 13 - Slide

Leertekst: Signaalwoorden: voorbeeld
In een tekst geven signaalwoorden het verband aan tussen woorden, zinnen of alinea’s. Bijvoorbeeld een opsomming of een tegenstelling.
Er zijn ook signaalwoorden die een voorbeeld aangeven: bijvoorbeeld, zoals, ter illustratie.
In de natuur komen veel verschillende slangen voor, zoals adders en ringslangen.



Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide