unit 2 oefenen

• Engels
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

UNIT 2

New Interface T3

Doelen

Aan het einde van de les...

- Begrijp je de past simple

- Begrijp je de present perfect

- Begrijp je hoe je bezit aangeeft

- Begrijp je conjunctions

Bij regelmatige werkwoorden eindigd de past simple op...

1. -ing
2. -ed
3. -t

Bij de onregelmatige werkwoorden kijk je voor de past simple in het ... rijtje.

1. Eerste
2. Tweede
3. Derde

Uitzonderingen

Leer die uit je hoofd! 
Grammar 2.1

Wanneer gebruik je de present perfect?

1. Als je wilt zeggen dat iets is gebeurt en het niet uit maakt wanneer. 
I have been to London.

2. Als iets in het verleden is begonnen en nog steeds doorgaat.
We have lived in Amsterdam since 2015.

Wat is de 'formule' voor de present perfect?

1. have / has + voltooid deelwoord
2. had + voltooid deelwoord
3. have / has + ing vorm
4. had + ing vorm

Het voltooid deelwoord eindigd bij regelmatige werkwoorden op -ed. Bij onregelmatige werkwoorden vind je ze in het ... van de irregular verbs.

1. Eerste
2. Tweede
3. Derde

Bezit: 's / s' / ... of ...

Welke is correct?

1. Those boy's bikes
2. Those boys' bikes

Welke is correct?

1. Belgium's cities
2. The cities of Belgium
3. Belgiums' cities

Welke is correct?

1. Lisa's dog
2. Lisas' dog
3. The dog of Lisa

Voegwoorden: conjunctions

Ga naar grammar 2.3 voegwoorden: conjunctions

They rushed to the hospital, ... they were too late.

1. so
2. or
3. until
4. but

I was hungry, ... I made myself a sandwish.

1. but
2. because
3. so
4. or

Sam drank some water ... she was thirsty.

1. because
2. but
3. unless
4. although

Maken opdracht 7 en 8

Van hoofdstuk 2.1

Aan het einde van de les begrijp je de past simple

1. :)
2. :l
3. :(

Aan het einde van de les begrijp je de present perfect

1. :)
2. :l
3. :(

Aan het einde van de les begrijp je 'bezit' ('s / s' / ... of ...)

1. :)
2. :l
3. :(

Aan het einde van de les begrijp je conjunctions

1. :)
2. :l
3. :(

Het is warm buiten, toch heb ik het koud.

Wat is het signaalwoord (linking word / conjunction)?

1. is
2. ik
3. heb
4. toch

Past simple:

Je maakt de past simple ontkennend met:

1. do not + hele werkwoord
2. did not + hele werkwoord
3. haven't/hasn't + voltooid deelwoord
4. to be + not

Conjunctions gebruik je om

1. zinnen vragend te maken
2. zinnen samen te voegen
3. zinnen in voltooide tijd te zetten
4. zinnen in verleden tijd te zetten

Present perfect
Wanneer gebruik je de Present perfect?

1. Wanneer iets altijd, nooit of regelmatig gebeurt.
2. Wanneer iets nu bezig of aan de gang is.
3. Wanneer iets in het verleden is gebeurd.
4. Wanneer iets in het verleden is begonnen en nu nog bezig is / connectie met nu.

PAST SIMPLE:
in welke zin wordt de past simple gebruikt?

1. I have lived in Utrecht for 13 years.
2. I was living in Utrecht.
3. I lived in Utrecht in 2010
4. I am living in Utrecht.

PAST SIMPLE:
Which sentence uses the past simple correct?
(vraag/past simple)

1. Did you bake eggs for breakfast yesterday?
2. Did you baked eggs for breakfast yesterday?
3. Have you baked eggs for breakfast yesterday?

PAST SIMPLE:
Welke zin gebruikt de Past Simple?

1. Did you eat eggs for breakfast yesterday?
2. Do you always eat breakfast in the morning?
3. Have you eaten breakfast yet?
4. Has she seen the movie?

Present Perfect:

Hoe vorm je de present perfect?

1. ww+ - ed
2. shit = ww+-s
3. vorm van to be + ww+-ing
4. have/has + voltooid deelwoord (3e rijtje)

PRESENT PERFECT

Welke zin staat in de Present Perfect?

1. She goes home at 8 o'clock.
2. He fell off his bike.
3. She has eaten 3 sandwiches so far.
4. They worked all day yesterday.

PRESENT PERFECT
in welke zin wordt de present perfect gebruikt?

1. We have not visited Amsterdam.
2. We hasn't visited Amsterdam.
3. We have not been visiting Amsterdam.
4. We visited Amsterdam.

PAST SIMPLE:
Welke zin gebruikt de Past Simple?

1. I was hearing my mother.
2. I have heard my mother.
3. I heard my mother.
4. I hear my mother.

PRESENT PERFECT:
In welke zin wordt de present perfect gebruikt?

1. She had been working until late.
2. She have been working until late.
3. She has worked until late.
4. She has been working until late.

Which conjunction is used to indicate a reason?

1. but
2. and
3. or
4. because

Past Simple:

Wat zijn de signaalwoorden van de Past Simple?

1. Tomorrow, next week, in 2025,
2. Last month, yesterday, a month ago, in 2012
3. Today, now,
4. again, always, constantly

PAST SIMPLE:
Welke zin gebruikt de Past Simple?

1. I was hearing my mother.
2. I have heard my mother.
3. I heard my mother.
4. I hear my mother.

PRESENT PERFECT:
In welke zin wordt de present perfect gebruikt?

1. She had been working at the kiosk since summer.
2. She have been working at the kiosk since summer.
3. She has worked at the kiosk since summer.
4. She has been working at the kiosk since summer.

voegwoorden = conjunctions
I like to eat pizza ... macaroni.

1. until
2. and
3. because
4. if

Conjunctions zijn....

1. conducteurs
2. voegen
3. treinwissels
4. voegwoorden

Conjunctions
I don't want to go outside... it is raining.

1. but
2. for
3. because
4. and

Past Simple:

Wat is de regel van de past simple?

1. hele ww+ - ed
2. shit = hele ww+-s
3. vorm van to be + hele ww+ -ing
4. have/has + voltooid deelwoord (3e rijtje)