TA6 8.2.7 vraagzinnen

• Taal
• Basisschool
• Groep 6

doel:

Ik ga een vraagzin maken.

vertelzin

De kinderen lopen naar huis.

Vraagzin

Zit oma op een stoel?

vraagwoorden!

Wat gaan wij vandaag doen?

Waarom let jij niet op?

Wie is er vandaag jarig?

Waar is de pen gebleven?

Wanneer gaan wij naar huis?

Welke kleur kies jij?

Hoe heet jouw moeder?

Zijn jullie er klaar voor?!

Welke vraagwoorden ken jij?

Maak van de vertelzin een vraagzin!

Pim gaat naar pianoles.

Maak van de vertelzin een vraagzin!

Fanny kan de toren zien.

Maak van de vertelzin een vraagzin!

Kim gaat naar zwemles.

Maak van de vertelzin een vraagzin!

Onno heeft de bloem geplukt.

Kies het goede vraagwoord!

......... ga jij met de fiets naar school?

1. Wat
2. Waarom
3. Welke
4. Wie

Kies het goede vraagwoord!

......... boeken heb jij al gelezen?

1. Hoe
2. Waar
3. Welke
4. Wie

Achter welke zin komt een vraagteken?

1. Ik loop de marathon.
2. Vandaag ga ik naar de speeltuin.
3. Mag ik nog een boterham.
4. Mijn broer lust geen bietjes.

Achter welke zin komt een vraagteken?

1. Ik gebruik nooit het woord waarom.
2. Waarom kan ik niet mee.
3. Morgen gaan we voetballen.
4. Mijn broer lust geen bietjes.

GOED GEOEFEND!!!!