Thema 4 Mens en natuur, blok 2 les 2

Thema 4 Mens en natuur, blok 2, les 2


'Typisch Nederlandse Landschappen'
1 KADER/MAVO - HEDG/BRKK
1 / 16
next
Slide 1: Slide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 1

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 75 min

Items in this lesson

Thema 4 Mens en natuur, blok 2, les 2


'Typisch Nederlandse Landschappen'
1 KADER/MAVO - HEDG/BRKK

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
  • Terugkijken naar les 1
  • Uitleg blok 2, les 2
  • Opdrachten maken

Slide 2 - Slide

Typisch Nederlands landschap?

Slide 3 - Mind map

Wat is een ijstijd?

Slide 4 - Mind map

Door de ijstijd zijn in Nederland...
A
stuwwallen (heuvels) ontstaan.
B
meren ontstaan.
C
veen ontstaan.
D
hoge bergen ontstaan.

Slide 5 - Quiz

Is het natuurgebied De Veluwe, bij Arnhem, ook ontstaan door de IJstijd? Leg je antwoord uit.

Slide 6 - Open question

Een spons van veen
  • Na de ijstijden: warmer in NL.
  • Gevolg 1: ijs smelt en land wordt zichtbaar. 
  • Gevolg 2: zeespiegel steeg.
  • Gevolg 3: rivieren treden buiten oevers: overstromingen

= Ideale omstandigheden voor ontstaan moerassen/ veengebieden.

Slide 7 - Slide

Veen
Ontstaan uit dode planten en dierenresten.
Houdt water vast, net als spons.
- Nederland heeft 2 soorten venen: hoog en laagveen.
- Vooral Friesland, Groningen, Drenthe en Noord-Overijssel.

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

 Bewoners in laag-land
  • Lage gebieden: overstromen vaak
  • Toch gingen mensen hier wonen! Langs de kust in Groningen en Friesland bouwden boeren hun boerderijen op heuvels = terpen
  • Reden: beschermen tegen hoog water en overstromingen.
  • Gemaakt van: klei, mest, stenen en afval.

Slide 10 - Slide

Sloten graven in veen
  • Rond het jaar 1000 na christus: het klimaat wordt een stuk warmer en boeren kregen een stuk land in veengebied. Met slootjes konden ze het water uit het veen afvoeren en aan landbouw doen.
  • Landbouw zorgt voor veel opbrengsten aan voedsel en dus konden er ook meer mensen komen --> bevolkingsgroei.
  • Gevolg: meer landbouwgronden en woongronden nodig voor voedsel en mensen. Men begon met ontginning = het droogleggen van de veengebieden

Slide 11 - Slide

Droogmakerijen
In de 16e en 17e eeuw ging men ook grote meren in Noord-Holland droog leggen voor landbouwgrond en voor huizen. 

Men ging dijken en kanalen aanleggen om het natte gebied heen. Met molens (later ook gemalen) ging men de meren leegpompen en water in kanaal laten stromen.

Het gebied werd droog = droogmakerij

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Polders
  • Een polder is iets anders dan een droogmakerij. Een droogmakerij was vaak drassig land of een meer.
  • Een polder: stuk land dat is drooggelegd en die meters onder zeeniveau lag.
  • Molens en gemalen houden de polder droog.
Grootste polder = Flevoland

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Aan het werk!
Wat ga je doen? Je maakt opdracht 12 t/m 19 van blok 2 in je werkboek.

Wanneer moet het af? Je krijgt deze les de tijd, volgende les moet het af zijn.

Hulp? 1. eerst de theorie goed lezen, gebruik eventueel internet.
            2. buurman/buurvrouw naast je vragen, dan pas je docent.

Klaar? Keuze: markeer belangrijke zinnen, popplet, Quizlet.

Tijd: Zie timer.

timer
30:00

Slide 16 - Slide