Begrijpend Lezen - oefenen 1

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Nederlands

Begrijpend Lezen

Oefenen 1

P3 2021/2022 - VG3

Aan de slag!

De volgende vragen gaan over de tekst: 'Leesvaardigheid en leesplezier Nederlandse scholieren afgenomen' (NOS, 3-12-2019)

Lees eerst het artikel Leesvaardigheid en leesplezier Nederlandse scholieren afgenomen

Op welk gebied doen de Nederlandse 15-jarigen het beter dan die uit andere deelnemende landen?

In alinea 6 staat een signaalwoord voor uitspraak-opsomming.
a. Noteer het signaalwoord
b. Noteer de delen van het verband

"Verder willen de ministers extra aandacht voor groepen die achterlopen, ZOALS vmbo'ers, jongens en leerlingen die met meerdere talen opgroeien."

Bij welk verband hoort het signaalwoord 'zoals' hier?

1. uitspraak-conclusie
2. uitspraak-opsomming
3. middel-doel
4. uitspraak-voorbeeld

Bij welk verband kan het signaalwoord 'zoals' ook horen?

1. uitspraak-vergelijking
2. oorzaak-gevolg
3. uitspraak-reden
4. uitspraak-voorbeeld

Maak nu zelf een zin waarin het signaalwoord 'zoals' voorkomt als uitspraak-vergelijking.

Aan de slag!

De volgende vragen gaan over tekst 3 (Wijzig de regels en maak mij 'opiniepijler') op blz. 227-228 van Op Niveau (Blok 5, Lezen).

Lees eerst de tekst en beantwoord daarna de vragen op de volgende slide.

Lees de eerste twee zinnen van tekst 3 (blz. 227).
a. Welke stelling neemt de schrijver in?

Lees de eerste twee zinnen van tekst 3 (blz. 227).
b. Wat is zijn belangrijkste argument hierbij?

Lees tekst 2 nu grondig. Wat is de functie van alinea 2?

1. advies
2. oplossing
3. weerlegging
4. constatering

Waarnaar verwijst het woord 'Dat' (r. 10). Schrijf ook het regelnummer op.

In alinea 2 staat een signaalwoord voor het verband uitspraak-conclusie.
a. Schrijf dit signaalwoord op

In alinea 2 staat een signaalwoord voor het verband uitspraak-conclusie.
b. Schrijf de twee delen van het verband op.

Formuleer de hoofdzaak van alinea 2 in een kernzin.

Kun je de hoofdzaak van alinea 2 als onderbouwing van de stelling opvatten? Leg je antwoord uit.

In de tekst is geen sprake van een uitbreiding van de onderwijstijd. Waarom eindigt de schrijver alinea 3 volgens jou dan met de volgende zin: "Dus onze ...juiste weg'.

Wat is de functie van alinea 4?

1. constatering
2. argumentatie
3. probleemstelling
4. gevolg

Op welke manier zijn alinea 4 en 5 met elkaar verbonden?

1. herhaling van woord(groep)
2. verwijswoord
3. aankondigende zin
4. signaalwoord

Is het argument dat de schrijver in alinea 5 gebruikt een valide(=aannemelijk, gegrond) argument?

Wat voor soort argument is dit?

1. feitelijk argument
2. gezagsargument
3. moreel argument
4. vergelijkingsargument

Brengt de schrijver in alinea 6 een nieuw argument naar voren? Leg je antwoord uit.

Wat is de functie van alinea 6?

1. weerlegging
2. bewering
3. advies
4. ontkenning

Schrijf de stelling van de schrijver op.

Schrijf nu zelf alle argumenten van de schrijver op.

Zijn de argumenten nevenschikkend of onderschikkend?

1. nevenschikkend
2. onderschikkend
3. een combinatie van nevenschikkende argumenten en onderschikkende argumenten

Wat is het belangrijkste tekstdoel van tekst 3?

1. informeren
2. na laten denken
3. amuseren
4. overtuigen

Voor welk publiek heeft de schrijver deze tekst geschreven?

1. voor een algemeen, breed publiek
2. voor een kleiner, gespecialiseerd publiek
3. voor een of enkele personen

Einde van de les!

Vragen? 

Neem dan contact op met je docent!