begrijpend lezen les 8: oefenen


Nederlands
Begrijpend lezen

Les 8:

VWO 3
 P2 2021-2022
1 / 28
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson


Nederlands
Begrijpend lezen

Les 8:

VWO 3
 P2 2021-2022

Slide 1 - Slide

Herhalen Leesvaardigheid Blok 1 t/m 4
Aan de slag!


Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Noteer zoveel mogelijk
signaalwoorden en de
bijbehorende verbanden

Slide 4 - Mind map


(1) Treinreizen in Duitsland wordt flink goedkoper: reizigers die meer dan 50 kilometer afleggen met de Intercity Express-treinen van Deutsche Bahn, kunnen rekenen op een tariefdaling van 10 procent.

(2) De tarieven voor treinreizen in Duitsland zijn voor het eerst in zeventien jaar gedaald. Het bedrijf verlaagt ook de prijzen van extra services, zoals het vervoeren van fietsen.

(3) De goedkopere tickets zijn het gevolg van een belastingverlaging op het reizen per trein: van 19 naar 7 procent. Die verlaging is onderdeel van het Duitse pakket aan klimaatbeschermingsmaatregelen. Deutsche Bahn verwacht dat de prijsdaling vijf miljoen extra passagiers per jaar oplevert.

(4) Deutsche Bahn is de belangrijkste aanbieder van spoorwegdiensten in Duitsland, en is een particuliere onderneming met als enige aandeelhouder de staat.

(5) Niet alle forensen in Duitsland zijn goedkoper uit in het nieuwe jaar: de tarieven voor korteafstandsreizen en openbaar vervoer in Berlijn, Hamburg, Bremen, Brandenburg en het Rijnland zullen met ingang van 2020 stijgen, meldde persbureau DPA deze week.

Slide 5 - Slide

Welk signaalwoorden vind je in alinea 2?
Welk verbanden hoort hier bij?
Noteer de delen van het verband.

Slide 6 - Open question

Hoe zijn alinea 3 en 4 met elkaar verbonden?
A
Verwijswoord
B
Herhaling woord(groep)
C
Signaalwoord
D
Aankondigende zin

Slide 7 - Quiz

Wat is de functie van alinea 3?
A
argument
B
bewijs
C
gevolg
D
conclusie

Slide 8 - Quiz

Soort argument?

De nieuwste iPhone kan je het beste bij Tele2 kopen, daar is hij volgens IphoneDeals het goedkoopst.
A
ervaringsargument
B
feitelijk argument
C
gezagsargument
D
emotioneel argument

Slide 9 - Quiz

Soort argument?

Ajax wordt volgens mij dit jaar geen kampioen. Ik kan me niet voorstellen dat dat met dit elftal mogelijk is.
A
vergelijkingsargument
B
nut/(on)gewenst gevolg
C
veronderstelling/ vermoeden
D
moreel argument

Slide 10 - Quiz

Soort argument?

Bij McDonald's eet ik geen kipnuggets meer: ik ben al twee keer ziek geworden nadat ik dat had gegeten.
A
vergelijkingsargument
B
moreel argument
C
gezagsargument
D
feitelijk argument

Slide 11 - Quiz

Soort argument?

Bij McDonald's eet ik geen vlees of vis: ik ben tegen het eten van dieren.
A
vergelijkingsargument
B
moreel argument
C
gezagsargument
D
feitelijk argument

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Slide

Verbindingsmanieren van alinea’s
1. Een signaalwoord of een signaalwoordgroep
Verder zijn hoge kosten van cartridges en printers ook een groot probleem. Soms kosten twee van zulke inktpatronen evenveel als de hele printer. (=opsomming)
2. Een herhaling van een woord of woordgroep
Voetballen en andere sportartikelen worden in derdewereldlanden vaak door kinderen gemaakt. De arbeidsomstandigheden zijn nogal eens slecht.                        
           De voetbalbond FIFA vindt dat kinderarbeid niet kan en dat sportartikelen onder goede omstandigheden geproduceerd moeten worden.
3. Een overgangszin met een verwijzend woord
In de laatste ijstijd was de Noordzee nog land. Je kon helemaal van Nederland naar Engeland lopen. Op die vlakte leefden allerlei dieren die nu zijn uitgestorven, zoals de wolharige mammoet, het reuzehert en de sabeltandtijger.         
    De botten hiervan komen nog steeds regelmatig naar boven in de netten van vissers. Hun sleepnetten schuren immers over de Noordzeebodem waar de overblijfselen van de prehistorische dieren liggen.
4. Een aankondigende zin
Laten we eens stuk voor stuk gaan bekijken wat de argumenten van de clubleiding nu echt waard zijn. Ten eerste het gebrek aan geld om nieuwe spelers te kunnen kopen. Als je naar de begroting kijkt, is er voldoende geld.

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Aan de slag!
Ga naar je boek Op niveau blz 227 en lees de eerste twee zinnen van tekst 3 'wijzig de regels en maak mij opiniepijler'.

Maak nu slide 20

Slide 19 - Slide

a. Welke stellingname van de schrijver blijkt uit deze zinnen?
b. Wat is zijn belangrijkste argument hierbij?

Slide 20 - Open question

Lees nu de tekst grondig en maak slide 22 t/m

Slide 21 - Slide

Wat is de functie van alinea 2?
A
bewijs
B
toelichting
C
constatering
D
advies

Slide 22 - Quiz

In alinea 2 staat een signaalwoord voor het verband uitspraak-conclusie.
a Schrijf dit signaalwoord op.
b Schrijf de twee delen van dit verband op.

Slide 23 - Open question

Is de functie van alinea 4 constatering of argumentatie?
Leg je antwoord uit.

Slide 24 - Open question

Is het argument dat de schrijver in alinea 5 gebruikt een valide (geldig) argument?

Slide 25 - Open question

Brengt de schrijver in alinea 6 een nieuw argument naar voren? Leg je antwoord uit.

Slide 26 - Open question

a. Schrijf de stellingname en de argumenten van de schrijver op.
b. Zijn de argumenten neven- of onderschikkende argumenten?
c. Maak een argumentatieschema van de stelling en de argumenten.


Slide 27 - Open question