2Ha Bron H chapitre 1 6e editie Le pronom possessif

2 havo 
Bonjour!!!
1 / 24
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

2 havo 
Bonjour!!!

Slide 1 - Slide

Le programme d'aujourd'hui
leerdoel: ik kan het bezittelijk voornaamwoord gebruiken in het Frans en ik kan vertellen wat ik op vakantie heb gedaan

* révise pronom possessif (herhaling bezittelijk voornaamwoord)
* Phrases-clés Bron G

Slide 2 - Slide

klas 2 havo  Chapitre 1 (Bron H blz. 53)

leerdoel: ik kan het bezittelijk voornaamwoord in het Frans in de goede vorm zetten

Slide 3 - Slide

Welke bezittelijk voornaamwoorden ken je in het Frans?

Slide 4 - Open question

Le pronom possessif

Het bezittelijk voornaamwoord

C'est mon lit.                                = Het is mijn bed. 

Mon cours commence.             = Mijn les begint. 

Voilà ma chambre.                     = Hier is mijn slaapkamer.

Je suis dans ma piscine.           = Ik ben in mijn zwembad.

Je mange avec mes parents.  = Ik eet met mijn ouders. 

J'ai fini mes devoirs.                   = Ik heb mijn huiswerk af. 




Slide 5 - Slide

Quelle est la différence?

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Link

De vorm van het bezittelijk naamwoord hangt af van het zelfstandig naamwoord waar het bij hoort

Le lit           C'est mon lit.


La chambre          Voilà ma chambre.


Les parents          J'adore mes parents.

Slide 8 - Slide

De vorm van het bezittelijk voornaamwoord

Slide 9 - Slide

Voorbeelden
1. Marc est mon frère.
2. Ils sont tes amis.
3. C'est sa maison
4. C'est notre voiture.
5. Ce sont vos livres.
6. Ils font leurs devoirs.

Slide 10 - Slide

Let op!
Als het zelfstandig naamwoord vrouwelijk enkelvoud is en met een klinker of stomme h begint: altijd mon, ton of son!
Amélie est mon amie.  = Amélie is mijn vriendin.
C'est son équerre.         = Dat is zijn geodriehoek.


Slide 11 - Slide

Vul het juiste bez. vnw. in:
Je suis dans ... (mijn) chambre.
(la chambre)
A
mon
B
ma
C
ta
D
sa

Slide 12 - Quiz

Vul het juiste bez. vnw. in:
Pierre et Marie sont ... (onze) parents.
(les parents)
A
ses
B
tes
C
nos
D
vos

Slide 13 - Quiz

C'est ..... (jullie) maison?
(la maison)
A
vos
B
votre
C
nos
D
notre

Slide 14 - Quiz

Vul het juiste bez. vnw. in:
George est ... (haar) cousin.
(le cousin)
A
son
B
sa
C
ta
D
ton

Slide 15 - Quiz

Vul het goede bezittelijk voornaamwoord in:
(jouw) frère joue au foot?
A
mon
B
ton
C
ma
D
ta

Slide 16 - Quiz

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord dat tussen haakjes staat. Denk aan de goede vorm!
(onze) jardin (=tuin) est grand

Slide 17 - Open question

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord dat tussen haakjes staat. Denk aan de goede vorm!
Où sont (jouw) livres

Slide 18 - Open question

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord dat tussen haakjes staat. Denk aan de goede vorm!
(haar) chambre est grande

Slide 19 - Open question

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord dat tussen haakjes staat. Denk aan de goede vorm!
(zijn) chambre est au grenier

Slide 20 - Open question

Laatste vraag: Vul het juiste bez. vnw. in:
7, Rue de Gare est ... (zijn) adresse .
(l'adresse = vrouwelijk)
A
ta
B
ton
C
sa
D
son

Slide 21 - Quiz

Slide 22 - Slide

Phrases-clés Bron G page 44
Luister naar de uitspraak van de zinnen
Wat betekenen de zinnen?
oefenen van de zinnen

Slide 23 - Slide

Au travail!
* ga aan het werk met  week 43 en 44(of eerdere
 weken --> aftekenen)
* oefen nog eens op www.verbuga.eu (avoir en
   passé composé Bron D chapitre 1 en het 
   onregelmatig werkwoord faire)
* maak een planning voor het leren van de toets Frans in de       toetsweek


Slide 24 - Slide