3.1 De atmosfeer: een omhulsel van gas

3.1 De stralingsbalans van de aarde 

1 / 32
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1-6

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

3.1 De stralingsbalans van de aarde 

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Welke uitspraak klopt?
A
Het weer en het klimaat zijn hetzelfde
B
Het weer is de gemiddelde toestand van het klimaat over een lange periode voor een groot gebied
C
Het klimaat is de gemiddelde toestand van het weer over een periode van 30 jaar voor een gebied
D
Het klimaat is de gemiddelde toestand van het weer over een periode van 10 jaar voor een gebied

Slide 3 - Quiz

De dunne laag om de aarde heen heet ...
A
het zwaartekrachtsveld
B
de atmosfeer
C
het heelal
D
de troposfeer

Slide 4 - Quiz

Wat is het middelpunt van het ons planetenstelsel?
A
de zon
B
de maan
C
de aarde
D
mars

Slide 5 - Quiz

True or false: Het broeikaseffect is alleen maar slecht voor de planeet
A
true
B
false

Slide 6 - Quiz

Lesdoelen
Aan het einde van de les kan je:

  • Het verschil opnoemen tussen het weer en het klimaat.
  • De belangrijkste onderdelen van de mondiale stralingsbalans toelichten.
  • Je kennis over de mondiale stralingsbalans gebruiken om te beredeneren waardoor instraling en uitstraling ruimtelijk verschillen. 
iPads dicht.
 Stuk uitleg, maak aantekeningen!

Slide 7 - Slide

De zon = belangrijkste energiebron  voor het leven op aarde en de motor voor het weer. 

Slide 8 - Slide

Atmosfeer = relatief dun laagje om onze aarde heen

  • Bestaat uit gassen
  • Door zwaartekracht verdwijnt het niet
    Het weer speelt zich af in de onderste ong. 10km van de atmosfeer
     


Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

De stralingsbalans 
= hoeveelheid zonnestraling die de aarde bereikt en de hoeveelheid die de atmosfeer weer verlaat. 

Samen tekenen!
Begrippen: Langgolvige straling, kortgolvige straling, albedo

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Het broeikaseffect
Broeikaseffect:
Het tegenhouden van warmtestraling door broeikasgassen.

Versterkt broeikaseffect:
Fossiele brandstoffen verbranden -> Toename koolstofdioxide in de dampkring
Er blijft meer warmte hangen op aarde. 


Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Stralingsbalans
De hoeveelheid straling op een gebied is afhankelijk van:

1) breedteligging
2) albedo
3) verschil land/zee

Slide 16 - Slide

1) Breedteligging
Waar is het warmer?
Waarom is het hier warmer


Slide 17 - Slide

1. Breedteligging (welke breedte t.o.v. de evenaar)
Algemene regel =
Hoe dichter bij de evenaar, hoe rechter de zonnestralen. 

Slide 18 - Slide

2) Albedo
weerkaatsing van zonlicht verschilt per gebied.

Bos = donker = absorbeert warmte en straalt het dan weer uit 
IJs = licht = weerkaatst warmte 
Wit versus zwart shirt: wie heeft het warmer in de zomer?

Slide 19 - Slide

2. Albedo 
Algemene regel = Hoe witter het oppervlak, hoe meer zonlicht het terugkaatst.

Slide 20 - Slide

3) Land/zee
Regel: 
Water wordt langzamer warm/koud dan land. 
Ookal is het buiten 35 graden, dan is het zeewater in NL nog steeds koud

Slide 21 - Slide

3. Land/zee
Algemene regel = Water wordt langzamer warm/koud dan land.

Slide 22 - Slide

Vooruitblik 

Slide 23 - Slide

Stralingsbalans
De warmte van de evenaar wordt via wind en water getransporteerd (§3.2)

Slide 24 - Slide

Check?

Slide 25 - Slide

Een berg is 1000 m hoog. De temperatuur aan de basis van de berg is 26 graden. wat is de temperatuur aan de top van de berg
A
10
B
16
C
20
D
30

Slide 26 - Quiz

Wat houdt een stralingsbalans (= energiebalans) in?

Slide 27 - Open question

Wat is het verschil tussen het natuurlijk broeikaseffect en het versterkt broeikaseffect?

Slide 28 - Open question

Van welke 3 factoren is de hoeveelheid straling op een bepaald gebied afhankelijk?

Slide 29 - Open question

Welke gebied op aarde ontvangt de meest zonstraling?

Slide 30 - Open question

Welke gebied op aarde weerkaatst de meest zonstraling?

Slide 31 - Open question

Aan de slag! 
Maak: Opdracht 1-2-3-5 van §3.1
Lees: §3.2

Slide 32 - Slide