This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Mutaties, kanker en erfelijkheidsonderzoek
Slide 1 - Slide
This item has no instructions
Leerdoelen
Je kunt omschrijven wat een mutatie is.
Je weet wat een mutant is.
Je kent verschillende mutagene invloeden.
Je weet hoe kanker ontstaat.
Je weet hoe een uitzaaiing ontstaat.
Je kunt situaties benoemen waarom mensen erfelijk onderzoek laten doen.
Je kent verschillende vormen van prenataal onderzoek.
Slide 2 - Slide
Start de les door deze leerdoelen te bespreken.
Wat weet jij al over mutaties, kanker en erfelijkheidsonderzoek?
Slide 3 - Mind map
This item has no instructions
Wat is een mutatie?
Een mutatie is een verandering in het DNA die erfelijk kan zijn.
Slide 4 - Slide
Leg uit dat een mutatie kan ontstaan door bijvoorbeeld straling of chemische stoffen.
Wat is een mutant?
Een mutant is een organisme met een afwijkend genotype.
Slide 5 - Slide
Leg uit dat mutanten kunnen ontstaan door mutaties.
Mutagene invloeden
Mutaties kunnen ontstaan door bijvoorbeeld straling, chemische stoffen en virussen.
Slide 6 - Slide
Laat voorbeelden zien van deze invloeden en bespreek de gevolgen.
Hoe ontstaat kanker?
Kanker ontstaat door een opeenstapeling van mutaties in het DNA van een cel.
Slide 7 - Slide
Leg uit wat er gebeurt in het lichaam als er kanker ontstaat.
Slide 8 - Video
This item has no instructions
Hoe ontstaat een uitzaaiing?
Een uitzaaiing ontstaat als kankercellen loslaten van de oorspronkelijke tumor en zich verspreiden door het lichaam.
Slide 9 - Slide
Leg uit wat het gevaar is van uitzaaiingen en waarom deze lastiger te behandelen zijn.
Waarom erfelijkheidsonderzoek?
Mensen laten erfelijkheidsonderzoek doen om bijvoorbeeld te weten of ze drager zijn van een genetische ziekte of om te weten of ze een verhoogd risico hebben op bepaalde ziekten.
Slide 10 - Slide
Laat verschillende situaties zien waarbij erfelijkheidsonderzoek belangrijk kan zijn.
Wat is prenataal onderzoek?
Prenataal onderzoek is onderzoek tijdens de zwangerschap om te kijken of het ongeboren kind een aandoening heeft.
Slide 11 - Slide
Bespreek waarom prenataal onderzoek soms gewenst is en wat de verschillende vormen van prenataal onderzoek zijn.
Vormen van prenataal onderzoek
NIPT.
Echoscopie onderzoek.
Vlokkentest.
Vruchtwaterpunctie.
Slide 12 - Slide
Leg uit wat de verschillen zijn tussen deze vormen van prenataal onderzoek en wat de voor- en nadelen zijn.
Slide 13 - Video
This item has no instructions
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.
Slide 14 - Open question
De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.
Slide 15 - Open question
De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.
Slide 16 - Open question
De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.