Bij de celdeling kan DNA beschadigd raken. De informatie over de erfelijke eigenschappen is dan veranderd.
Dit heet een mutatie, er is dan 1 of meerdere genen gemuteerd.
Als deze mutatie te zien is in het fenotype dan noem je het organisme een mutant.
Slide 2 - Slide
mutaties
Als een mutatie voorkomt in 1 lichaamscel heeft dat weinig invloed.
komt een mutatie voor in een geslachtscel heeft dit veel invloed.
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
mutaties
Sommige mutaties zijn onschadelijk, sommige zijn schadelijk en sommige geven juist een voordeel.
Slide 5 - Slide
mutagene invloeden
Sommige stralingen of stoffen zorgen ervoor dat er meer mutaties in het lichaam ontstaan.
Bijvoorbeeld: UV straling/röntgenstraling of sigarettenrook/asbest
Slide 6 - Slide
kanker
Soms vinden mutaties plaats in genen die de celdeling regelen.
Hierdoor kunnen cellen zich heel snel gaan delen, dit zorgt voor een gezwel(tumor).
Als de tumor snel groeit spreek je van kanker.
mutagene stoffen kunnen kankerverwekkend zijn.
Slide 7 - Slide
kruisingsschema
Moeder heeft albinisme. Vader is heterozygoot. Het gen voor albinisme is niet dominant.
Hoeveel % kans heeft het kind van deze ouders om albinisme te krijgen?
Hoeveel % kans op albinisme heeft het kleinkind van deze vader en moeder als hun kind een kind krijgt met iemand die homozygoot is voor een normale huidskleur?
Slide 8 - Slide
vruchtwaterpunctie
Slide 9 - Slide
erfelijkheidsonderzoek
Je kunt laten onderzoeken of je drager bent van bepaalde ziektes. Zo weet je of je kind kans maakt op die ziekte of niet.
Dit gebeurd vaak als er een bepaalde ziekte in de familie voorkomt.
Slide 10 - Slide
prenataal
Als een vrouw al zwanger is kun je ook onderzoeken of het kindje gezond is. Dit noem je prenataal onderzoek
prenataal =voor de geboorte
Slide 11 - Slide
vruchtwaterpunctie
vlokkentest
Slide 12 - Slide
vandaag:
opdracht waar je vorige keer mee bent begonnen afmaken.