Les 3. Transport in de plant & feromonen

Welkom
Tas van tafel
Laptop + notitiespullen pakken
Ga in deze Lesson-Up
1 / 21
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Welkom
Tas van tafel
Laptop + notitiespullen pakken
Ga in deze Lesson-Up

Slide 1 - Slide

11.7: WATERTRANSPORT
  • Je kunt aan de hand van de bouw van de plant verklaren hoe met behulp van worteldruk, capillaire werking en verdamping een negatieve waterpotentiaal tot stand komt.
  • Je kunt verklaren hoe onder bepaalde omstandigheden schimmels watertransport negatief kunnen beïnvloeden.


Slide 2 - Slide

Belangrijke sapstromen
  • Wortel naar alle delen van de plant: water en opgeloste mineralen -> houtvaten
  •  Bladeren naar alle delen van de plant: water met daarin opgeloste organische stoffen (vooral suiker) -> bastvaten

Slide 3 - Slide

WATERTRANSPORT - Worteldruk
5: wortelharen
  

1: Endodermis met bandjes van caspari

2: Houtvaten (transportkanalen
 ‘rietjes’ van celwanden)

Buiten de wortel: bodem, water, zuurstof, nitraat, fosfaat, sporen-elementen

Hoe krijg je water tot in de houtvaten??




Slide 4 - Slide

Hoe komt water in de houtvaten?

2 routes van wortelhaar naar houtvaten:
-Symplast: route door het cytoplasma
-Apoplast: route buiten cellen om

Endodermis met bandjes van Caspari waterdicht afgesloten. Functie?





Slide 5 - Slide


In de membranen van de endodermis cellen zijn eiwitten aanwezig die actief transport van mineralen mogelijk maken.

In welke richting pompen deze eiwitten deze mineralen? Kun je daarmee watertransport naar de houtvaten verklaren?

Kun je het effect van hoge zuurstofconcentraties en hogere temperaturen op watertransport voorspellen?





Slide 6 - Slide

CAPILLAIRE WERKING

Slide 7 - Slide

transport in houtvaten

transport van water en mineralen vanaf wortels omhoog

stuwende kracht door 3 componenten:

  • verdamping via bladeren zorgt voor zuigkracht
  • capillaire werking, doordat het nauwe vaten zijn en het water als een 'draad' omhoog gaat (zie afbeelding hiernaast)
  • worteldruk: mineralen actief opgenomen, hierdoor hogere osmotische waarde, die water uit bodem trekt

Slide 8 - Slide

Water in een rietje (houtvat) kruipt hoger dan het water waar het rietje in staat?


Hoe kan dit?
Adhesie/cohesie/waterstofbruggen


Slide 9 - Slide

CAPILLAIRE WERKING

Slide 10 - Slide

VERDAMPING


Door verdamping in de bladeren (aan het eind van de houtvaten) ontstaat zuigkracht (onderdruk door een tekort aan water)

Slide 11 - Slide

WATERTRANSPORT 
Waterpotentiaal (Psi) = worteldruk + capillaire werking + verdamping
 

Is negatief of nul (zwaartekracht is positieve tegengestelde kracht)
  • Worteldruk werkt gemiddelde tot 1m hoogte
  • Capillaire werking helpt het water ong 0,5 m verder
  • Verdamping zorgt voor de rest (tot gemiddeld 100m hoogte)


Slide 12 - Slide

Maximum hoogte boom
De worteldruk, verdamping en capillaire werking kennen een maximum. Dit houdt in dat er ook een fysiek maximum zit aan de hoogte van een boom. Dit is ca. 130 meter. Hoger kan een boom niet worden. Er is dan (1) te weinig verdamping, (2), te weinig capillaire werking en (3) de worteldruk kan niet nog hoger worden

Slide 13 - Slide

Bij sequoia's is in het droogseizoen op verschillende hoogten in de houtvaten van bebladerde takjes de waterdruk gemeten. De metingen zijn bij zonsopgang en rond 12:00 uur gedaan (zie afbeelding). De negatieve waardes geven aan dat er sprake is van onderdruk. Verklaar waardoor er een onderdruk in deze weefsels ontstaat.

Slide 14 - Open question

Bij sequoia's is in het droogseizoen op verschillende hoogten in de houtvaten van bebladerde takjes de waterdruk gemeten. De metingen zijn bij zonsopgang en rond 12:00 uur gedaan (zie afbeelding). De negatieve waardes geven aan dat er sprake is van onderdruk.
Leg uit welke lijn de metingen van 12:00 uur weergeeft

Slide 15 - Open question

11.9 Plantenhormonen en feromonen
  • Je weet dat ook bij planten processen worden gereguleerd door hormonen.
  • Je kunt voorbeelden noemen van mechanische en chemische afweer bij planten.

Slide 16 - Slide

Plantenhormonen
Plantenhormonen: regulatie fysiologische processen, zoals uitkomen van knoppen, groei, bloemvorming en vruchtrijping - op het juiste moment en met de juiste snelheid plaatsvinden

Slide 17 - Slide

Auxine: groei en ontwikkeling van planten
  • Vorming van nieuwe wortels, bladeren en bloemen
  • Het genezen van wonden
  • Voorkomen bladverlies
  • Bekijk het experiment van 11.9 over auxine (goed doorlezen)

Slide 18 - Slide

Plantenferomonen
Planten kunnen chemische signalen naar andere organismen geven.
  • Insecten lokken voor de bestuiving
  • De natuurlijke vijanden (zoals sluipwespen) van hun belagers (rupsen of bladluizen) te lokken

Dit soort stoffen zou in de toekomst een belangrijk aandeel kunnen leveren in de biologische bestrijding van plagen

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

huiswerk:
Toetsvragen bij 11.7 en 11.9 maken

Slide 21 - Slide