1.1 WERKWOORDEN Nu Ned Entree

1   LUISTEREN & KIJKEN
SPELLING
- 1.1  werkwoorden
- 1.2 onderwerp
- 1.3 persoonsvorm t.t.
- 1.4 persoonsvorm v.t.
- 1.5 voltooid deelwoord
- 1.6 Engelse werkwoorden
                                                                             
1 / 24
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

1   LUISTEREN & KIJKEN
SPELLING
- 1.1  werkwoorden
- 1.2 onderwerp
- 1.3 persoonsvorm t.t.
- 1.4 persoonsvorm v.t.
- 1.5 voltooid deelwoord
- 1.6 Engelse werkwoorden
                                                                             

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

PAK BOEK B ERBIJ
TERUGBLIK en PLANNING

WAT GAAN WE DOEN 
  • spelling H1 1.1 en 1.2

DOEL VAN DE LES: 
vergroten woordenschat//Je herkent werkwoorden, verschillende vormen van het werkwoord, het onderwerp in de zin, je weet of je de enkelvoudsvorm of de meervoudsvorm van de persoonsvorm moet gebruiken.





Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Spellen

Slide 3 - Mind map

Waaraan denk je bij spellen? 
waarom is goed spellen belangrijk? 

Waarom is goede spelling belangrijk?

Slide 4 - Open question

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

p. 133 ELO en boek

Slide 6 - Slide

welke twee woordsoorten en hun spelling komen voor in het filmpje? 
2 woordsoorten & spelling

Slide 7 - Mind map

enkel- en meervoud van znw
tegenwoordige en verleden tijd ww
zwakke en sterke ww

Welke woordsoorten ken je nog meer
?

Slide 8 - Open question

bijvoegelijk nw
voorzetsel
voegwoord / signaalwoord

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

p. 133 ELO en boek

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Welke werkwoordsvormen ken je?
B

Slide 13 - Open question

This item has no instructions

Slide 14 - Slide

Lesmateriaal > ww spelling > screencasts > ww

Slide 15 - Slide

p. 134 ELO en boek

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Slide 17 - Slide

de test van 14 april individueel. 
Zet een foto met je score in de chat

Het ontbreekt jou aan ........ .
A
interrese
B
interesse
C
interresse

Slide 18 - Quiz

interesse = belangstelling

Het woord 'interesse' is via een omweg afkomstig uit het Latijn:
inter (tussen) + esse (zijn) = interesse (zijn tussen, deelnemen aan)
Zie ook de pagina onmiddellijk.
De deskundige heeft al in diverse ........ gezeten.
A
jurys
B
juries
C
jury's

Slide 19 - Quiz

Het woord 'jury's' heeft tussen de y en de s een apostrof. De Engelse schrijfwijze 'juries' is in het Nederlands onjuist.
Deze regel geldt voor woorden die eindigen op een y als daar geen andere klinker voor staat.
Bij woorden op -ay, -ey en -oy komt de s aan het woord vast (sprays, jockeys, cowboys).
Zie ook de pagina opa's, acties, cafés.
In het middeleeuwse stadje klinkt muziek van een ........ .
A
troebadoer
B
troebedoer
C
troubadour
D
troubedour

Slide 20 - Quiz

Het woord 'troubadour' (rondtrekkende liedjeszanger) is afkomstig uit het Frans.
Zie ook de pagina onmiddellijk.
Het pakketje is op tijd ........ bij het postkantoor.
A
gedroped
B
gedropd
C
gedropt
D
gedropped

Slide 21 - Quiz

Het woord 'gedropt' is voltooid deelwoord van 'droppen'. Omdat de p een medeklinker in 't kofschip is, eindigt het voltooid deelwoord op een t, ook al is het woord afkomstig uit het Engels.
Zie ook de pagina gefaxt, gepland.

Wat zie je?

Slide 22 - Open question

Als we het over een echt kofschip hebben, bedoelen we eigenlijk een kof. Een kofschip is een zeeschip met een brede achtersteven. Een kofschip gaat niet snel en is geschikt voor de oceaan.

https://taalhelden.org/bericht/wat-een-kofschip
Wat vond je van de les?/dit deel van de les?
Maken: spelling H1 1.2 > 09:15 uitleg 1.2
😒🙁😐🙂😃

Slide 23 - Poll

This item has no instructions

Maken
1.1, 1.2 en 1.3
blz. 134 - 141

Slide 24 - Slide

This item has no instructions