Metafoor en personificatie (HAVO H2) (NN6)

Beeldspraak
Metafoor en personificatie
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Beeldspraak
Metafoor en personificatie

Slide 1 - Slide

Na de les leek het lokaal op een slagveld.


Hier wordt het lokaal vergeleken met een slagveld.


Je hebt hier dus te maken met een vergelijking


Slide 2 - Slide

Doel

Je weet/kunt...

  • wat een vergelijking is
  • wat een metafoor is
  • wat personificatie is
  • in de zin aangeven of je met een vergelijking, metafoor of personificatie te maken hebt

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Link

vergelijking

Je zet het beeld en het object naast elkaar

Vaak bijv. het woordje "als" in de zin, of "lijkt wel" of "is net..."


Na de les leek het lokaal op een slagveld.

lokaal= object

slagveld= beeld

Slide 5 - Slide

metafoor
  • Bij het metafoor vallen het object en het beeld samen.
  • Je vervangt het object helemaal door het beeld


- Met een hete aardappel in de keel praten.

- Veronique vliegt door die spannende boeken.

- Appels met peren vergelijken.

Metaforen komen vaak voor in spreekwoorden.

Slide 6 - Slide

Personificatie
  • Je geeft een voorwerp, plant, dier of abstract begrip (liefde, verdriet) menselijke eigenschappen


Bijvoorbeeld:

- De planten snakken naar wat water.

- De toekomst lacht me tegemoet.

Slide 7 - Slide

Even oefenen
Let op, je hebt maar 10 of 20 sec om te antwoorden

Slide 8 - Slide

Hij is zo doof als een kwartel.
A
metafoor
B
vergelijking
C
personificatie

Slide 9 - Quiz

Het opvangkamp bood de vluchtelingen een veilige haven.
A
metafoor
B
vergelijking
C
personificatie

Slide 10 - Quiz

Leon, een boom van een vent, sloeg de inbreker neer.
A
metafoor
B
vergelijking
C
personificatie

Slide 11 - Quiz

Als de kat van huis is, dansen de muizen op tafel.
A
metafoor
B
vergelijking
C
personificatie

Slide 12 - Quiz

De kerktoren kijkt uit over de hele stad.
A
metafoor
B
vergelijking
C
personificatie

Slide 13 - Quiz

Het schip van de woestijn sjokte in een rustig tempo door het rulle zand naar de oase.
A
metafoor
B
vergelijking
C
personificatie

Slide 14 - Quiz

Niemand wil vriendin zijn met zo'n heks.
A
metafoor
B
vergelijking
C
personificatie

Slide 15 - Quiz

De zon lachte hem stralend toe.
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie

Slide 16 - Quiz

De minister-president staat aan het roer van de regering.
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie

Slide 17 - Quiz

Zelf aan de slag
Wat: maak startopdracht en opdr. 1 en 2 (p. 54, 55)
Hoe: In je schrift, werk in stilte
Tijd: 15 minuten
Vragen: docent
Klaar: maak het bouwplan voor je betoog

Slide 18 - Slide

Doel

Je weet/kunt...

  • wat een vergelijking is
  • wat een metafoor is
  • wat personificatie is
  • in de zin aangeven of je met een vergelijking, metafoor of personificatie te maken hebt

Slide 19 - Slide

Winnaars Pringlesquiz vorige les

Sarah

Maaike

Meike

Luna

Slide 20 - Slide