Het zelfstandig naamwoord staat gegeven in de nominativus enkelvoud.
Achter het zelfstandig naamwoord staat direct de uitgang van de genitivus (je kunt nu zien in welke verbuigingsgroep het woord thuishoort).
Achter de genitivus uitgang staat het geslacht cursief m,f,n (masculinum, femininum, neutrum = mannelijk, vrouwelijk, onzijdig).
De verschillende hoofdbetekenissen worden aangegeven met een cijfer (1, 2 etc.).
Tussen vierkante haken staan in het vet soms woorden waarmee het betreffende woord een combinatie vormt.