11 september 2020 2 havo

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

1e uur: 2H2

2e uur: 2H1

3e uur: 2H3

Les devoirs 

Noteer het hw in je agenda. Daarna ga je leren in stilte.

Faire (maken)	ex. 13cd, 14 In LessonUp: oefeningen met het paarse bolletje (basisstof) Klaar? blauw = extra oefenen, geel = extra
Apprendre (leren) voor MO:	Vocabulaire B, grammaire C (le présent et le passé composé)
Goed doornemen:	- gebruikte instructies (WB p.4) - vocabulaire A - LessonUp

Corriger 

• Ex. 8, (9*), 10, 11
  

Ik kan na deze les...

• Uitleggen wat het verschil is tussen de présent en de passé composé
  
• 3 onregelmatige Franse voltooid deelwoorden noemen
  

Grammaire C: le présent & le passé composé

Le présent

• Tegenwoordige tijd
  

• 3 stappen:
  

1. Hele ww: regarder
2. -er --> stam --> regard
3. + uitgang --> regard...

Le passé composé

• Verleden tijd
  
• Hulpwerkwoord avoir

• 3 stappen:
  

1. Hele ww: regarder
2. -r --> regarde
3. e --> é --> regardé

Onregelmatige ww

• avoir --> eu (gehad)
  
• être --> été (geweest)
  
• faire --> fait (gedaan, gemaakt)
  

Dus: Uit welke twee elementen bestaat de passé composé in het Frans?

Sleep die twee elementen naar het juiste vakje

+ 

Vorm van het hulpwerkwoord être

Vorm van het hulpwerkwoord avoir

Heel werkwoord

Voltooid deelwoord

avoir

être

faire

été

fait

eu

avoir

être

faire

aller

été

allé

fait

eu

Présent

Passé composé

Nous parlons

Ils ont parlé

Vous mangez

La fille travaille

Tu regardes

Tu as regardé

J'ai été

Ma mère a donné

Is het werkwoord regelmatig of onregelmatig?

Sleep de werkwoorden naar de juiste categorie

Regelmatig

Onregelmatig

être

adorer

avoir

écouter

chanter

aimer

faire

parler

Maak de vormen van de passé composé van het werkwoord faire.

Je/j'

Tu

Il/elle/on

Nous

Vous

Ils/elles

fait

fait

fait

fait

fait

fait

avons

avez

ont

as

a

ai

Maak de vormen van de passé composé van het werkwoord aimer.

Je/j'

Tu

Il/elle/on

Nous

Vous

Ils/elles

aimé

aimé

aimé

aimé

aimé

aimé

avons

avez

ont

as

a

ai

Sleep de werkwoorden naar de juiste persoon. Let goed op de uitgangen! 

je/j'

tu

il / elle / on

nous

vous

ils / elles

ai été

avez été

avons  été

ont été

a été

as été

r

rr

• Ex. 13 samen lezen en maken
• Daarna: 14 maken

Klaar? Kom je werk laten zien;

Werk verder aan de opdrachten in LessonUp of ga leren.

• Begin zelf aan ex. 13, 14

Klaar? Kom je werk laten zien;

Werk verder aan de opdrachten in LessonUp of ga leren.

Vertaal: Ik vind

Vertaal: U heeft gepraat

Noem een onregelmatig Frans werkwoord + het voltooid deelwoord

Ik kan na deze les...

• Uitleggen wat het verschil is tussen de présent en de passé composé
  
• 3 onregelmatige Franse voltooid deelwoorden noemen
  

Les devoirs

Noteer het hw in je agenda. Daarna ga je leren in stilte.

Faire (maken)	ex. 13cd, 14 In LessonUp: oefeningen met het paarse bolletje (basisstof) Klaar? Als het goed ging --> geel bolletje Als het nog niet helemaal goed ging --> blauw bolletje
Apprendre (leren) voor MO:	Vocabulaire B, grammaire C (le présent et le passé composé)
Goed doornemen:	- gebruikte instructies (WB p.4) - vocabulaire A - LessonUp