This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 120 min
Items in this lesson
Welkom!
1.2 Je omgeving ontdekken
Slide 1 - Slide
Lesplanning
* Nakijken 1.1
* Herhalen 1.1
* bespreken 1.2
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Ontdek je binnenste
Terugblik
Slide 9 - Slide
Even een reminder
Torso
organen
orgaanstelsel
skelet
verteringsstelsel
ademhalingsstelsel
bloedvatenstelsel
Slide 10 - Slide
Je hele lichaam bestaat uit één soort cellen.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 11 - Quiz
Wat is de taak van het bloedvatenstelsel?
A
Het vervoeren van stoffen
B
Ademhalen
C
Stevigheid geven
D
Het verteren van je eten
Slide 12 - Quiz
Welk orgaanstelsel hoort bij de volgende organen; neus, mond, longen en luchtpijp.
A
Bloedvatenstelsel
B
Verteringsstelsel
C
Skelet
D
Ademhalingsstelsel
Slide 13 - Quiz
Hoe heten delen van je lichaam?
A
Dingen
B
Organen
C
Cellen
D
Orgaanstelsel
Slide 14 - Quiz
Welk orgaanstelsel hoort bij de volgende organen; mond, slokdarm, maag, darmen en anus
A
Ademhalingsstelsel
B
Bloedvatenstelsel
C
Skelet
D
Verteringsstelsel
Slide 15 - Quiz
Cellen kun je met het blote oog zien.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 16 - Quiz
nummer 5
A
Long
B
Hart
C
Nier
D
Maag
Slide 17 - Quiz
1.2 Je omgeving ontdekken dl 2
Slide 18 - Slide
Hoe heet iets dat leeft?
een organisme of levend wezen
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Slide
Organisme
Slide 21 - Mind map
Hoe kun je deze broers uit elkaar halen?
Slide 22 - Open question
1.2 Je omgeving ontdekken
Biologie gaat over organismen
Een organisme kun je waarnemen
Hierbij let je op de kenmerken
Slide 23 - Slide
Wat zijn de kenmerken van een slang?
Slide 24 - Open question
Wat zijn de kenmerken van een leeuw?
Slide 25 - Open question
Waarmee kun je organismen bekijken?
Vergrootglas (loep) vergroot alles 4x of 10x
Microscoop kan 40x, 100x of 400x vergroten
Slide 26 - Slide
De microscoop
Slide 27 - Slide
Preparaat
Slide 28 - Slide
De microscoop
Slide 29 - Slide
Oefenen met kenmerken
Omschrijf aan je buurman/vrouw een dier door de kenmerken van dat dier te raden. Je mag het naam van dat dier niet vertellen. Je buurman/vrouw moet het dier raden.
Slide 30 - Slide
Wie is het?
Slide 31 - Slide
Hoe leg je waarnemingen vast?
Je beschrijft de kenmerken
Natuurgetrouwe tekening vs. schematische tekening
Doorsneden
Slide 32 - Slide
Hoe leg je waarnemingen vast?
Slide 33 - Slide
Hoe leg je waarnemingen vast?
Slide 34 - Slide
Practicum 1 blz. 28
Pak een snoeptomaatje en maak er een natuurgetrouwe en schematische tekening van.
Slide 35 - Slide
Biologisch tekenen
Slide 36 - Slide
Huiswerk BK1a en BK1b
Zelf samenvatten en test jezelf van H1.1
maken H1.2 Je omgeving ontdekken
opdracht 3, 4, 6, 7, 8, 9, 12
opdracht 15 + 16
Slide 37 - Slide
Toets onderdelen van de microscoop
Je krijgt hiervoor 5 minuten.
Mocht je tijd over hebben dan beschrijf je op de achterkant hoe de microscoop werkt.