H5.3 - Les 8: De verstedelijking van Duitsland

1 / 40
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 40 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide




Hoe dan?

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

4 MAVO
Hoofdstuk 5
Bevolking en ruimte
Paragraaf 3
Verstedelijking van Duitsland
---
M. Zeelenberg
zlb@st-maartenscollege.nl

Slide 5 - Slide

Wat gaan we doen vandaag?
  • Check bevolkingsgroei/regionale verschillen-opdracht
  • Start H5.3: De verstedelijking van Duitsland

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Lesdoelen van vorige les
  1. Je kunt 5 demografische overeenkomsten en 5 demografische verschillen tussen Nederland en Duitsland benoemen.
  2. Je kunt het belangrijkste verschil tussen Oost- en West-Duitsland tussen 1945 en 1989 benoemen.
  3. Je kan 3 redenen benoemen voor bevolkingskrimp in Oost-Duitsland na 1989.
  4. Je kan 2 afstotingsfactoren benoemen voor Oost-Duitsland.
  5. Je kan een aantrekkingsfactor benoemen voor stedelijke gebieden in Zuid-Duitsland.

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Je kan een leeftijdsdiagram koppelen aan de juiste fase uit het demografisch transitiemodel.

Slide 10 - Slide

Doel 4 en 5
Je kan 2 afstotingsfactoren benoemen voor Oost-Duitsland.

Je kan een aantrekkingsfactor benoemen voor stedelijke gebieden in Zuid-Duitsland.

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Afstotings- en aantrekkingsfactoren

Afstotingsfactor
Een reden om uit een gebied te gaan

Aantrekkingsfactor
Een reden om naar een gebied te gaan

Slide 13 - Slide

Doel 4 en 5
Je kan 2 afstotingsfactoren benoemen voor Oost-Duitsland.

Je kan een aantrekkingsfactor benoemen voor stedelijke gebieden in Zuid-Duitsland.

Slide 14 - Slide

Pak je gemaakte blad voor je

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Welke Duitse steden ken je?
H5.3: De verstedelijking in Duitsland

Slide 18 - Slide

Welke Duitse steden ken je?
H5.3: De verstedelijking in Duitsland

Slide 19 - Slide

Lesdoelen van vandaag
  1. Je kunt voor de stedelijke gebieden Ruhrgebied, Hamburg, Berlijn, Frankfurt en München aangeven waar ze liggen én waarin ze gespecialiseerd zijn.
  2. Je kunt aangeven waarom suburbanisatie pas na 1989 in Berlijn plaatsvond.
  3. Je kunt het verband tussen suburbanisatie en segregatie (46) / sociale ongelijkheid (47) in Berlijn uitleggen.

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide





Je kunt voor de stedelijke gebieden Ruhrgebied, Hamburg, Berlijn, Frankfurt en München aangeven waar ze liggen én waarin ze gespecialiseerd zijn.

Slide 23 - Slide

Pak je schrift


En teken net zoals ik een schematisch Duitsland.

Slide 24 - Slide

Je kunt voor de stedelijke gebieden Ruhrgebied, Hamburg, Berlijn, Frankfurt en München aangeven waar ze liggen én waarin ze gespecialiseerd zijn.

Ruhrgebied - industrie
Hamburg/Bremen - havens
Berlijn - regering en parlement
Frankfurt - financiële hoofdstad
München/Stuttgart - hightech industrie

Slide 25 - Slide

SUBURBANISATIE

Slide 26 - Slide

Aan de slag!

  1. Je kunt aangeven waarom suburbanisatie pas na 1989 in Berlijn plaatsvond.
  2. Je kunt het verband tussen suburbanisatie en segregatie (46) / sociale ongelijkheid (47) in Berlijn uitleggen.

Korte uitleg begrippen in volgende 2 dia's.

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Segregatie
Segregatie -
Het apart wonen van bevolkingsgroepen met bepaalde kenmerken (laag inkomen, taal).

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Sociale ongelijkheid
Sociale ongelijkheid -
De verschillen tussen bevolkingsgroepen in kansen op werk, welvaart en gezondheid.

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Aan de slag!
  • Lees de tekst op pagina 66/67 in je tekstboek.
  • Maak de kennen- en kunnenlijst; Hoofdstuk 5 - alles t/m 38

Regels wanneer je aan het werk bent:
  • Je mag samenwerken maar hou het rustig
  • Je steekt je vinger op als je iets wilt vragen.

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide

Lesdoelen van vandaag
  1. Je kunt voor de stedelijke gebieden Ruhrgebied, Hamburg, Berlijn, Frankfurt en München aangeven waar ze liggen én waarin ze gespecialiseerd zijn.
  2. Je kunt aangeven waarom suburbanisatie pas na 1989 in Berlijn plaatsvond.
  3. Je kunt het verband tussen suburbanisatie en segregatie (46) / sociale ongelijkheid (47) in Berlijn uitleggen.

Slide 38 - Slide

HUISWERK DINSDAG
Maak 44 t/m 47 van de kennen- en kunnenlijst.

Slide 39 - Slide

Zijn er nog vragen?
Je kunt ze klassikaal stellen
Je kunt mij mailen; zlb@st-maartenscollege.nl
Je kunt me altijd opzoeken op school; 
aanwezig op maandag t/m donderdag

Slide 40 - Slide