IB_FR_2_Unité 1 - How do other people live? - Cours 3

1 / 46
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 46 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 70 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Startklaar
Enlevez votre manteau. /
Doe je jas uit.
Mettez votre téléphone portable dans votre sac à dos./
Mobiel in de tas.
Écouteurs dans vos sacs à dos./
Oortjes in de tas.
Posez vos sacs à dos par terre./
Doe je tas op de grond.
Posez votre ordinateur portable fermé sur la table/
Laptop dicht op tafel.
Mettez votre matériel scolaire sur la table/
Schoolspullen op tafel.
timer
5:00

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Tijdens de les.../ Pendant le cours...
... ben je stil als de docent aan het woord is.
... vous êtes silencieux lorsque le professeur parle.
... ben je stil als er een klasgenoot aan het woord is.
... vous êtes silencieux lorsqu'un camarade de classe parle.
... luister je naar wat de docent zegt en volg je instructies op.
... écoutez ce que le professeur dit et suivez les instructions.
.... ben je te allen tijde vriendelijk.
... vous êtes amical à tout moment.
... doe je actief mee.
... vous participez activement.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
  • Herhaal/ Réviser les verbes Être et Avoir
  • Herhaal/ Réviser les verbes en -ER.
  • Vocabulaire - Décrire ma maison et d'autres types d'habitations.     / Mijn huis en andere soorten huisvesting beschrijven.

Eind van de les kan jij...
...werkwoorden "être", "avoir" en -ER gebruiken.
...praat over mijn huis en de huizen van andere mensen.


 
 

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Être - zijn

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Avoir et Être
Pers.vnw
Avoir / être
complément

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Je sais conjuguer les verbes être et avoir.
😒🙁😐🙂😃

Slide 8 - Poll

This item has no instructions

Instructie
PENSER
PARTAGER
HABITER
Je / J'
pense
partage
habite
Tu
penses
partages
habites
Il / Elle
pense
partage
habite
Nous
pensons
partageons
habitons
Vous
pensez
partagez
habitez
Ils / Elles
pensent
partagent
habitent
Verbes en -ER

Slide 9 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Instructie
-ER
Je / J'
-e
Tu
-es
Il / Elle
-e
Nous
-ons
Vous
-ez
Ils / Elles
-ent
Verbes en -ER
Apprendre!
Leren!

Slide 10 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Conjuguez les verbes

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Je peux utiliser les verbes en -ER lorsque je parle de la façon dont les autres vivent.
Ik kan werkwoorden ER gebruiken als ik praat over hoe anderen leven.
Reflectie
😒🙁😐🙂😃

Slide 12 - Poll

This item has no instructions

Slide 13 - Video

This item has no instructions

Une maison
un chalet
Un château
un immeuble
un appartement

Slide 14 - Drag question

This item has no instructions

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Une salle de bain
Le salon
Une chambre à coucher
La cuisine
La salle à manger
Le garage

Slide 16 - Drag question

This item has no instructions

Les articles définis
Bepaalde lidwoorden

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Les articles définis et indéfinis
Bepaalde en onbepaalde lidwoorden

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Think - Pair - Share
Réfléchir - Discuter - Partager
  • Observez les images.
  • Cherchez six mots pour décrire ce que tu vois.
  • Réfléchissez aux questions suivantes: Comment est ta maison? Quelles sont les différences entre ces types de maison?

  • Kijk eens naar de foto's. 
  • Vind zes woorden om te beschrijven wat je ziet. 
  • Denk eens na over de volgende vragen: Hoe ziet je huis eruit? Wat zijn de verschillen tussen deze woningtypen? 
  • En binôme, partagez vos idées.

  • Deel in tweetallen uw ideeën.
  • Partagez avec la classe ce que vous avez observé  sur les photos et ce que vous avez discuté avec votre partenaire.

  • Vertel de klas wat je op de foto's hebt gezien en wat je met je partner hebt besproken.
5 min.
5 min.
10 min.
Aan de slag

Slide 19 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Think - Pair - Share
Réfléchir - Discuter - Partager
  • Observez les images.
  • Cherchez six mots pour décrire ce que tu vois.
  • Réfléchissez aux questions suivantes: Comment est ta maison? Quelles sont les différences entre ces types de maison?

  • Kijk eens naar de foto's. 
  • Vind zes woorden om te beschrijven wat je ziet. 
  • Denk eens na over de volgende vragen: Hoe ziet je huis eruit? Wat zijn de verschillen tussen deze woningtypen? 
timer
5:00

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Think - Pair - Share
Réfléchir - Discuter - Partager
timer
5:00
  • En binôme, partagez vos idées.

  • Deel in tweetallen uw ideeën.

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Think - Pair - Share
Réfléchir - Discuter - Partager
timer
10:00
  • Partagez avec la classe ce que vous avez observé  sur les photos et ce que vous avez discuté avec votre partenaire.

  • Vertel de klas wat je op de foto's hebt gezien en wat je met je partner hebt besproken.

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Écrivez les mots que vous avez recherché.
Schrijf de woorden die je hebt opgezocht.




Slide 23 - Open question

This item has no instructions


Comment est ta maison? Quelles sont les différences entre les différents types de maison?
Hoe ziet je huis eruit? Wat zijn de verschillen tussen de woningtypen?

Slide 24 - Open question

This item has no instructions


Je peux parler de ma maison et des maisons des autres.
Ik kan praat over mijn huis en de huizen van andere mensen.
Reflectie
😒🙁😐🙂😃

Slide 25 - Poll

This item has no instructions

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Questions: Que?
Qu'est-ce que tu aimes faire? = Wat vind je leuk om te doen??
J'aime parler en français.

Qu'est-ce que c'est ta matiére favorite?
C'est le français.

Qu'est-ce que tu détestes?
Je déteste l'anglais.

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

  1.  Kies een land dat je leuk of interessant vindt.
  2. Onderzoek de verschillende soorten woningen in verschillende regio's van het land.
  3. Download de foto's of maak een screenshot.
  4. In je schrift, schrijf 3 dingen over elke soort woning in het Frans.
  5. Deel je foto's en aantekeningen in LessonUp.
Learner profile
Inquirer
Rechercheur
  1. Choisissez un pays que vous aimez ou trouvez intéressant.
  2. Recherchez les différents types de logements dans les différentes régions du pays.
  3. Téléchargez les photos ou faites une capture d'écran.
  4. Dans votre cahier, écrivez 3 choses sur chaque type de logement en français.
  5. Partagez vos photos et vos notes dans LessonUp.
Aan de slag
Temps de recherche

Slide 28 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Aan de slag
Faire un poster
Global context:
TIME
&
SPACE
Vous devez l'indiquer sur l'affiche : / Op de poster moet je dit vermelden:

- Le nom du pays choisi. /Naam van je gekozen land.
- Une carte du pays. / Een kaart van het land.
- Des photos des différents types de maisons que vous avez recherchées./Foto's van de verschillende soorten woning die je hebt onderzocht.
- Brève explication en français sur les biens (région, caractéristiques, détails)./Korte uitleg in het Frans over de woningen (regio, karakteristieken, bijzonderheden).
- Ton nom/Je naam.
- Tip: Gebruik CANVA om je poster te maken.

Slide 29 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Vandaag heb ik erover geleerd:

Slide 30 - Mind map

This item has no instructions

Ik heb meer hulp nodig met:

Slide 31 - Mind map

This item has no instructions

Je sais écrire des phrases en français sur la façon dont les autres personnes vivent.
Ik weet hoe ik zinnen in het Frans moet schrijven over hoe andere mensen leven.
Reflectie
😒🙁😐🙂😃

Slide 32 - Poll

This item has no instructions

Aan de slag
Neem de zinnen over in je schrift.

Comment tu t'appelles? Je m'appelle _______.
Hoe heet jij? Ik heet _______.

Je m'appelle _______, et toi?
Ik heet _______, en jij?

Slide 33 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Instructie


Welke letters klinken anders?
Quelles lettres sonnent différemment ?




Slide 34 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

On va parler français!
Et toi, qu'est-ce que tu souhaites pour cette nouvelle année?
Je souhaite...
timer
1:00

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Instructie








Checklist: 
  • Interactieve uitleg (responsief): wisbordjes, LessonUp, Cornell-methode, etc.
  • Meertaligheid functioneel inzetten
  • Koppeling concept met local context leerlingen (leefwereld) en global context
  • Koppeling met ATL-skills 
  • Iedereen bij de les betrekken

Slide 36 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Programme
  • Voorkennis/ Connaissances
  • Leerdoelen /Objectifs d'apprentissage
  • Instructie/ Instruction
  • Aan de slag/ Commence
  • Reflectie en leerdoelen check/Vérification des objectifs d'apprentissage

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Welkom bij VAK
Unit 1:
Learner Profile: ....
ATL: ....
Related concepts: ....
Key concept: ....
Statement of Inquiry
Global context: ....

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Bonjour!
Unité 1
Programme
  • Se présenter
  • Les chiffres
  • Verbes être et avoir


Slide 39 - Slide

This item has no instructions

Overzicht periode #
Week 1
Week 2
Week 3
Week 4
Week 5
Week 6
Week 7
...
...



...
...
...
...
...

Slide 40 - Slide

This item has no instructions

Terugblik-opdracht

Slide 41 - Mind map

This item has no instructions

Instructie








Checklist: 
  • Interactieve uitleg (responsief): wisbordjes, LessonUp, Cornell-methode, etc.
  • Meertaligheid functioneel inzetten
  • Koppeling concept met local context leerlingen (leefwereld) en global context
  • Koppeling met ATL-skills 
  • Iedereen bij de les betrekken

Slide 42 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Voorbeelden











Checklist: 
  • Dual Coding (woord en beeld combineren)
  • Koppeling concept met local context leerlingen (leefwereld) en global context

Slide 43 - Slide

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische, herkenbare voorbeelden die aansluiten bij de Global Context, waardoor leerlingen deze kunnen relateren aan hun eigen leefwereld en ervaringen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.

Controlevragen
A
a.
B
b.
C
c.
D
d.

Slide 44 - Quiz

This item has no instructions

Aan de slag








Checklist:
  • Inquiry based (kennis is voorwaardelijk!)
  • Expliciete instructie voor toepassingsopdracht: wat, hoe, hoe lang, klaar?
  • Eerst voordoen, daarna begeleidt inoefenen, vervolgens zelfstanding en weer samen (ik, wij, jij, wij)
  • Differentiëren waar nodig: heterogeen en flexibel
  • Stimuleren van ATL-skills

Slide 45 - Slide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd en leerlingen worden steeds zelfstandiger. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.

Controlevragen
A
a.
B
b.
C
c.
D
d.

Slide 46 - Quiz

7. Formatief handelen
De docent geeft de leerlingen gedurende de verschillende lesfasen gerichte feedback, feedup en feedforward op de op de inhoud van het werk, de leerstrategie, het gedrag en op zelfsturing. De docent bevraagt leerlingen willekeurig met open vragen. Hierbij stimuleert de docent het kwaliteitsbesef onder leerlingen door bijvoorbeeld leerlingen werk met elkaar te laten vergelijken of uitgewerkte voorbeelden in te zetten.