Woordenschat

Wat betekent het woord defect?
A
mooi
B
meteen
C
stuk
D
goed
1 / 20
next
Slide 1: Quiz
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Wat betekent het woord defect?
A
mooi
B
meteen
C
stuk
D
goed

Slide 1 - Quiz

Wat betekent 'zich voornemen om'?
A
met een ander afspreken om iets te gaan doen
B
met jezelf afspreken om iets te gaan doen
C
Voor iemand iets doen
D
het nut ergens van inzien

Slide 2 - Quiz

Wat betekent patent?
A
alleenrecht
B
kapot
C
beleefd
D
direct

Slide 3 - Quiz

Wat betekent produceren?
A
gewild
B
starten
C
populair
D
maken

Slide 4 - Quiz

Wat betekent de inspanning?
A
spannend
B
slapen
C
de moeite
D
gedachten

Slide 5 - Quiz

Wat betekent nerveus?
A
zenuwachtig
B
blij
C
geïrriteerd
D
boos

Slide 6 - Quiz

Wat betekent bevestigen?
A
vastmaken
B
beginnen
C
verlopen
D
maken

Slide 7 - Quiz

Wat is een synoniem?

Slide 8 - Open question

Geef een synoniem voor:
1. juist
2. gewoon
3. trainen
4.afvalbak

Slide 9 - Open question

Waar of niet waar?
De titel staat boven de tekst.
De titel staat onder de tekst.

Slide 10 - Open question

Waar vind je de bron van een tekst?

Slide 11 - Open question

Wat is een tussenkopje?

Slide 12 - Open question

Wat betekent de afkorting mbo?

Slide 13 - Open question

Wat betekent interviewen?
A
kopen
B
anders worden
C
vragen stellen
D
gewild

Slide 14 - Quiz

Wat betekent populair?
A
anders
B
vanaf
C
heel lekker
D
gewild

Slide 15 - Quiz

Wat betekent eigenlijk?
A
trouwens
B
vanaf
C
heel
D
opgewekt

Slide 16 - Quiz

Wat betekent je handen thuishouden?
A
Veel kunnen
B
Niet aanraken
C
Iets te snel doen
D
Zeker

Slide 17 - Quiz

Wanneer stuur je een adreswijziging?

Slide 18 - Open question

Slide 19 - Slide

Wat voor soort tekst is dit?
Hoe weet je dat?

Slide 20 - Open question