Les 2: doelgroepen

• Drama
• MBO
• Studiejaar 1

Les 2: doelgroepen

Doel van de les: Je leert je in te leven in verschillende doelgroepen door personage-opbouw in fysiek en spel.

Lesopbouw

Warming-up

Oefening 1: klap spring om

Visitekaartje, dagboekfragment personage

Personage-opbouw

Improvisatie: voicemail

Improvisatie: en de Oscar gaat naar....

Werken aan de eindopdracht Doelgroepen

Warming-up: hand op rood

De docent zet muziek aan. Op het moment dat zij de muziek uitzet, geeft zij een korte opdracht die jullie zo snel mogelijk moeten uitvoeren (bijv. hand op rood).

Degene die als laatste de opdracht uitvoert, is af.

Deze opdracht kan op verschillende manieren uitgevoerd worden (tip: zeer geschikt voor de doelgroep kinderen). 

Op deze manier kan je ook andere dingen oefenen, zoals links/rechts, vormen, etc.

Oefening 1: klap spring om met personages

Jullie staan in de kring met je rug naar het midden. De docent geeft een personage en klapt in haar handen. Je springt om en maken een tableau vivant (levend beeld) van deze persoon. Je houdt het beeld vast tot de docent opnieuw in haar handen klapt.

Personages:

• Klein meisje

• Gemene heks

• Stoere bouwvakker

• Oud mannetje

• Bekakte vrouw

• Boze puber

• Arrogante filmster

Personage-opbouw

Je maakt een personagebeschrijving. Hiervoor gebruik je de vragen voor een rolopbouw (zie volgende pagina).

Op de achterkant schrijf je een dagboekfragment.

Wat maakt jouw personage op een dag mee? Hoe ziet zijn leven er uit? Lever het 'visitekaartje' en het dagboekfragment in.

Opbouw personage telefoongesprek

 De studenten gaan vervolgens weer op dezelfde manier rondlopen in de ruimte als bij de warming-up. Nu krijgen ze echter andere opdrachten.

• Terwijl je loopt voel je dat je rechtervoet begint te groeien. 

Hij wordt steeds zwaarder en zwaarder.

• Je neus wordt naar het plafond getrokken.

• Je loopt door stroop, en het wordt steeds lastiger om vooruit te komen.

Hierna sta je stil met je ogen dicht. Je neemt  het personage voor je. Ze kiezen een fysiek element van het personage wat ze gaan uitvergroten. Vervolgens gaan ze dit uitbeelden. Ze lopen rond in de ruimte als hun personage.

Hierna denken zij na over het stemgebruik.

De docent coacht en vraagt hen op een gegeven moment te stoppen. 

De docent stelt verschillende studenten vragen, waarbij de studenten antwoord geven vanuit hun rol.

Improvisatie: voicemail

Als je aan de beurt bent, laat je horen hoe jouw voicemailbericht (in personage) zou klinken. Denk ook aan stemgebruik!

Vervolgens spreken drie klasgenoten (ook in personage) een voicemailbericht in.

Impro-opdracht personages:

En de oscar gaat naar...!

Alle personages zijn genomineerd voor een Oscar.

 Een van de personages krijgt deze prijs uitgereikt. Na applaus loopt de beduusde winnaar op passende muziek naar zijn prijs (overhandig hem zelf, of kies een speler uit). Deze speler is natuurlijk dolgelukkig en geeft een emotioneel dankwoord van hoogstens een halve minuut. Vervolgens is een andere categorie aan de beurt/nieuw personage? Wissel vlot naar een volgende Oscarwinnaar. De laatste winnaar kan de Oscar nu uitreiken.

Werken aan de opdracht

Jullie krijgen tijd om aan de eindopdracht te werken:

Dialoog in een telefoon/video-gesprek