Drama les 2: Personages

Drama les 2: Wie (personages)
Doel van de les: je leert het gebruik van wie, wat en waar. Je past deze toe in de voorbereiding van activiteiten.

  • aanwezigheid
  • studiepunten voor eindopdracht: klokhuis en activiteit voorbereiden


1 / 15
next
Slide 1: Slide
DramaMBOStudiejaar 2

This lesson contains 15 slides, with text slides.

Items in this lesson

Drama les 2: Wie (personages)
Doel van de les: je leert het gebruik van wie, wat en waar. Je past deze toe in de voorbereiding van activiteiten.

  • aanwezigheid
  • studiepunten voor eindopdracht: klokhuis en activiteit voorbereiden


Slide 1 - Slide

Lesplanning
Warming-up: klap, stap, krab
Oefening 1: reuzen, tovenaars en elfjes
Oefening 2: hallo mevrouw, dag meneer
Opdracht: Het restaurant
Opdracht: Personage van foto, personagebeschrijving
Opdracht: Scene maken
Eventueel extra opdracht: cluedo
Nabespreken en afsluiten

Slide 2 - Slide

Warming up: Klap, stap, krab
Maak 2-tallen. Ieder tweetal blijft met elkaar werken, dus er wordt niet gewisseld.
Het spel gaat als volgt: samen tot 3 tellen; dus eerst zegt de één: 1, daarna de ander: 2 en tot slot de ene weer: 3, dit gewoon volhouden, dus de ander zegt weer: 1, enz.
Als dat lukt, dan een stap verder: De ‘1’ vervangen door in je handen te klappen. De ander zegt weer: 2, dan 3 en dan weer een ‘klap’.
Als dit lukt dan weer een stap verder: De ‘2’ vervangen door te stampen met je rechtervoet.
Als dat lukt nog een stap verder: De ‘3’ vervangen door aan de arm van de ander te ‘krabben’.








Slide 3 - Slide

Oefening: Reuzen, tovenaars en elfjes


Met elkaar bedenken we hoe een reus, tovenaar en elfje worden uitgebeeld. We gaan in twee rijen tegenover elkaar. De eerste personen van de rij gaan met de rug naar elkaar toe staan. De docent klapt in haar handen, de student springt om en beeld een reus, tovenaar of elfje uit. De reus wint van de tovenaar (gaat er op staan), de tovenaar wint van het elfje (meer toverkracht) en het elfje wint van de reus (reus kan niet tegen kietelen). Als je af bent, moet je aan de kant gaan zitten. De groep die het langste blijft staan, wint. Wanneer een personage niet goed/onduidelijk wordt uitgebeeld, ben je direct af.

Slide 4 - Slide

Hallo mevrouw, dag meneer

De studenten staan tegenover elkaar in evenwijdige rijen, elke rij aan de andere kant van het lokaal, A en B. De docent geeft elke rij een personage. Als de docent het aangeeft, lopen de studenten, met duidelijke fysieke kenmerken passende bij het genoemde personage, naar het midden en ontmoeten elkaar. Ze hebben even een kort gesprek en lopen daarna door naar de andere kant. Deze opdracht wordt verschillende keren herhaald.

Slide 5 - Slide

Opdracht: Het restaurant

Vier spelers komen op. Zij eten in een restaurant. Een van de spelers krijgt een eigenschap toegekend. Deze weet hij zelf niet. De anderen moeten zo goed mogelijk aanwijzingen geven om er voor te zorgen dat de speler raadt welke eigenschap hij heeft. Zodra de speler dit doorheeft moet hij proberen zich ernaar te gedragen. Voorbeelden van eigenschappen: slim, grappig, arrogant, dom, schattig, mooi, lelijk.


Slide 6 - Slide

Kies een foto

In de volgende slides staan een aantal foto's van mensen uit de doelgroepen van jullie beroep. Je bekijkt de foto's goed, en zoekt er een uit die je het meeste aanspreekt. 

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Je maakt een personagebeschrijving. Hiervoor gebruik je de vragen voor een rolopbouw (zie volgende pagina).
Je kunt deze opdracht direct in Teams inleveren, dit mag ook met een foto. Over 15 minuten loggen we weer in, dan bespreken we kort een aantal bedachte personages.

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Scene maken
Jullie worden verdeeld in groepjes van 3. Jullie bedenken een scene waar jullie personage in naar voren komt. Jullie maken een duidelijk begin, midden en einde. Het rad bepaalt jullie locatie. De situatie bedenk je zelf.

Slide 14 - Slide

A

Slide 15 - Slide