Oefenen voor de toets les 33 34 35 41 42 43

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

Oefenen voor de toets

Les 33 34 35 41 42 43

Lees tekst 1

Wat is het tekstdoel van tekst 1?

1. instructie geven
2. informeren
3. overtuigen
4. overhalen

Lees tekst 2

Wat is het tekstdoel van tekst 2?

1. instructie geven
2. informeren
3. overtuigen
4. overhalen

Waaraan zie je dat?

Waarom kunnen jongeren minder goed met geld omgaan, volgens tekst 1? 

Welk signaalwoord voor een opsomming kun je invullen op de stippellijn in de alinea onder ‘Leren omgaan met geld?

1. ook
2. verder
3. bovendien
4. hoewel

Welk signaalwoord geeft een tegenstelling aan?

1. en
2. ook
3. maar
4. daarbij

Welke tegenstelling lees je in de alinea onder ‘Geld te weinig’?

Lees de volgende zin uit Tekst 1. Is het een hoofdzaak of een bijzaak?
‘Volgens het Nibud worden scholieren in hun omgang met geld beïnvloed door wat ze zien op sociale media.’

1. hoofdzaak
2. bijzaak

Noem een feit over de inkomsten van jongeren vier jaar geleden.

Is de volgende zin in tekst 2 een mening, een argument of een feit?
‘Van dit loon is niet te leven.’

1. feit
2. argument
3. mening

Waar in een tekst kun je de hoofdzaken vinden?

Wat is de hoofdgedachte van tekst 1 in één zin?