This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
2.4 Bij welke groep hoor je?
Slide 1 - Slide
Leerdoelen
Aan het einde van de les kan ik uitleggen hoe groepsidentificatie ontstaat en hoe individualisering in de samenleving invloed heeft op het groepsgevoel, door minstens twee voorbeelden te geven uit mijn eigen ervaring of de actualiteit.
Aan het einde van de les kan ik een situatie beschrijven waarin de samenleving verandert door meer vrije tijd, en uitleggen hoe dit de groepsidentificatie van mensen beïnvloedt.
Slide 2 - Slide
Identificatie
Identificatie=Je herkent bepaalde kenmerken van jezelf bij de ander.
Groepsidentificatie= Je voelt je verbonden met een groep mensen, omdat je dezelfde kenmerken of gewoonten hebt.
Slide 3 - Slide
Hoe ontstaat een groepsgevoel?
Slide 4 - Open question
Een groepsgevoel ontstaat bijvoorbeeld door:
Plaats= Je woont in een dorp of juist in een stad (Amsterdammers / Rotterdammers).
Geloof= het katholiekisme
Belangen of problemen= scholieren
Smaak of interesses= Gamers
Slide 5 - Slide
Jongerencultuur
Definitie= Een groep jongeren met dezelfde waarden, normen en gewoonten
Slide 6 - Slide
Hoe zijn jongerenculturen ontstaan?
Slide 7 - Open question
jongeren culturen zijn ontstaan:
- Jongerenculturen zijn ontstaan in de jaren 60 van de vorige eeuw.
- Vanaf die tijd:steeg de welvaart: de gemiddelde hoogte van de inkomens.
- kregen jongeren meer vrije tijd.
- gingen jongeren zich afzetten tegen de normen en waarden van hun ouders.
- nam de invloed van de kerk af.
Slide 8 - Slide
De samenleving verandert:
Sinds de jaren zestig is een maatschappij ontstaan waarin individualisme meer plaats kreeg.
Persoonlijke vrijheid en ontwikkeling werden belangrijker: individualisering.
Meer vrijheid om eigen opleiding en beroep te kiezen.
Meer vrijheid betekent ook: keuzestress
Slide 9 - Slide
Controlevragen
Wat is groepsidentificatie en hoe kun je dit herkennen in je eigen vriendengroep of op school?
Hoe ontstaat een groepsgevoel, en welke rol spelen gemeenschappelijke interesses of ervaringen hierin?
Hoe verandert de samenleving volgens jou door de toename van vrije tijd, en welke invloed heeft dat op hoe mensen met elkaar omgaan?
Wat wordt bedoeld met individualisering, en hoe zou dit kunnen botsen met het idee van een hechte groep?
Vind je dat mensen tegenwoordig meer waarde hechten aan hun eigen vrijheid of aan het gevoel ergens bij te horen? Leg je antwoord uit.