mh 5.1: Centrum en periferie

• Aardrijkskunde
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Leerroute 1

Toets

Je weet wat de verschillen zijn tussen centrum, semiperiferie en periferie. Je begrijpt dat centrum, semiperiferie en periferie op verschillende schaalniveaus voorkomen. Je begrijpt dat armoede wordt veroorzaakt door een combinatie van factoren.

uitleg

Aardrijkskunde

maak opdracht 1, 3, 4, 5, 7

Heb je het lesdoel bereikt?

afmaken van de opdrachten

Download hier de werkbladen

https://debaasopinternet.nl/content/2-aan-de-slag/1-wie-mag-alles-van-me-weten/debaasopinternet-privacy-werkbladen.pdf

Vorige les

Toets Hoofdstuk 4

Deze les

− Je weet wat de verschillen zijn tussen centrum, semiperiferie en periferie.

− Je begrijpt dat centrum, semiperiferie en periferie op verschillende schaalniveaus voorkomen.

Ontwikkeling

Er zijn landen die meer ontwikkeld zijn dan andere.

Meestal zijn de rijkste landen, zoals Nederland en de VS de meest ontwikkelde landen.

Centrum

De meest ontwikkelde landen noemen wij centrumlanden.

Die behoren dus tot het centrum van de wereld.

Noem een voorbeeld.

Periferie

Tegenover centrumlanden staan de periferielanden. 

Dit zijn vaak meer arme landen en minder ontwikkeld.

Noem een voorbeeld.

Semi-periferie

Als een periferieland beter wordt (ontwikkelt) of een centrumland slechter wordt rekenen we ze tot de semi-periferielanden. 

Die hangen er dus tussenin.

Noem een voorbeeld.

Semi-periferie

Als een periferieland beter wordt (ontwikkelt) of een centrumland slechter wordt rekenen we ze tot de semi-periferielanden. 

Die hangen er dus tussenin.

Schaalniveaus

Centrum-periferie kan je bekijken op mondiaal schaalniveau. Je kijkt dan naar welk land centrum is en welk land periferie.

Maar als je inzoomt naar nationaal schaalniveau kan je verschillende regio's in een land.

Welke regio is in Nederland centrum en welke periferie?

Centrum-periferie: mondiaal schaalniveau

Cf = Gematigd (C) zonder droge periode (f)

Centrum-periferie: nationaal schaalniveau

Cf = Gematigd (C) zonder droge periode (f)

Vragen over de lesstof? :-)

Aan de slag:

§5.1

Maak nu opdracht: 1, 3, 4, 5, 7

De eerste 15 minuten werken we in stilte (rood).

Klaar? overleg

Huiswerk: afmaken van de opdrachten