This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Vak: Nederlands
Hoofdstuk: 3.11 Kijk naar taal
1.
Lesopening
2.
Lesdoel + Leergebiedoverstijgende doelen
3.
Arrangementen + mini-check
4.
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6.
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie
Slide 1 - Slide
1. Lesopening
Pak je boek van Nederlands op tafel, maar laat deze nog even dicht.
Huiswerk controle:
3.10 opdracht 1, 2, 3, 6 en 7
Slide 2 - Slide
2. Lesdoelen
Aan het eind van deze les:
- weet je wat verwijswoorden zijn
- kun je aangeven waar verwijswoorden naar verwijzen
Slide 3 - Slide
3. Arrangementen
- Verdiept: kijk of je zelfstandig aan de slag kunt of dat je mee wil doen aan de instructie na het benoemen van de lesdoelen en het lezen van de theorie.
Gijs, Jochem & Jamie
- Basis: doe mee aan de mini-check. Alles goed? Zelfstandig aan de slag. Niet alles goed? Instructie volgen, daarna aan de slag.
Jessica, Niek, Jaysen & Krystian
- Intensief: doe mee aan de mini-check. Instructie volgen, kom aan de groepstafel zitten.
n.v.t.
Slide 4 - Slide
Verdiept arrangement:
Verdiept: Gijs, Jochem & Jamie
Huiswerk noteren + maken:
les: 3.11 kijk naar taal
blz: 133 t/m 135
opdr: 8, 10 en 11
Slide 5 - Slide
Mini-check
Leerlingen in het basis en intensief arrangement doen mee met de mini-check.
Slide 6 - Slide
Tijdens een heldere nacht zijn de sterren ontel........
Slide 7 - Open question
Ik word moede..... van dat gezeur!
Slide 8 - Open question
Je kunt die spullen nog best ....gebruiken.
Slide 9 - Open question
Lees de tekst. Noteer 1 verwijswoord uit deze tekst. De school heeft in januari een open dag. Dan komen daar veel jongens en meisjes kijken. Zij moeten nog een schoolkeuze maken. Hun ouders komen ook mee, omdat het een belangrijke keuze is en die is niet zomaar gemaakt.
Slide 10 - Open question
Wie maakt wat:
3 vragen of meer goed? Ga zelfstandig aan de slag:
les 3.11 opdracht 8, 10 en 11 op blz. 133 t/m 135
De rest doet mee met de instructie.
Slide 11 - Slide
4. Instructie
Lees en kijk mee naar de volgende dia.
Slide 12 - Slide
Wat is een voorvoegsel?
Een stukje dat je voor een woord zet waardoor de betekenis van het woord verandert: