Thema 6 BS 6.8

Ecologie
1 / 18
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 18 slides, with interactive quiz and text slides.

Items in this lesson

Ecologie

Slide 1 - Slide

Thema 6 ecologie BS 8 Voedselproductie

Slide 2 - Slide

vragen?
vragen over planning?

weet je nog 6.7?

Slide 3 - Slide

Energiestroom in ecosysteem: er gaat energie van het ene trofische niveau naar het volgende

Slide 4 - Slide

In welk trofische niveau is de biomassa het grootst?
A
1e trofische niveau
B
2e trofische niveau
C
3e trofische niveau
D
4e trofische niveau

Slide 5 - Quiz

doel van de les
je kunt de landbouw in Nederland beschrijven

Slide 6 - Slide

begrippen 6.8
landbouw: akkerbouw/veeteelt/tuinbouw
voedingsgewassen/monocultuur
landbouwhuisdieren
organische mest/kunstmest/biociden
gewasbescherming/niet selectieve gewasbeschermingsmiddelen/resistent
natuurlijke vijanden/vruchtwisseling

Slide 7 - Slide

54% lb
13% bebouwing
34% natuur en water

Slide 8 - Slide

Landbouw:

akkerbouw
tuinbouw
veeteelt
land gebruikt voor planten en dieren voor menselijk gebruik
Voedingsgewassen
landbouwhuisdieren
monoculturen

Slide 9 - Slide

Monocultuur
Wisselcultuur: voorkomt bodemziektes

Slide 10 - Slide

Voedsel produceren
Monocultuur 
voordeel:
*grote machines: snel, gemakkelijk
*goedkoop verbouwen
*grote opbrengst



nadeel:
*grotere kans op insectenplaag 
*grotere kans op verspreiding van ziekteverwekkers
*gewasbescherming nodig, resistentie
*uitputting bodem, mest nodig

Slide 11 - Slide

Voedsel produceren

vee industrie/intensieve veehouderij/bio-industrie

voordeel
hoge opbrengst



nadeel
dieren op klein opp: DWZ 
preventief bescherming tegen ziektes: resistentie
Krachtvoer nodig, transport
Ziekte bij dieren -> antibiotica nodig, resistentie

Slide 12 - Slide

energieverlies
Energieverlies bij het eten van koeien: 
13 kilo voer geeft 1 kilo vlees = 1 kilo door naar het volgende trofische niveau

Energieverlies bij eten van insecten:
1 kilo voer geeft 1 kilo sprinkhanen

Slide 13 - Slide

Chemische gewasbescherming
Pesticiden /biociden: doden levende organismen
 + Werkt snel en effectief, goedkoop
- Niet selectieve gewasbescherming=
Niet soort specifiek: doden meer 
- Snel resistentie tegen middel
-> plaag bij nieuwe generatie
- In voedselketen=accumulatie gif!

Slide 14 - Slide

Biologische gewasbescherming
Gebruik maken van biologische processen, zoals natuurlijke vijanden
en gifstoffen uit de natuur 

Slide 15 - Slide

Biologische                                Landbouw
geen kunstmest
vruchtwisseling
onbespoten 
scharrelen
natuurlijke bestrijding
geen mono
geen geur/kleur/smaakstoffen

Slide 16 - Slide

hw 6.8
maak opdrachten 1 t/m 7

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide