SAMENVATTING BLOED EN LYMFE

SAMENVATTING 
BLOED EN LYMFE
1 / 40
next
Slide 1: Slide
anatomie en fysiologieMBOStudiejaar 1

This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 65 min

Items in this lesson

SAMENVATTING 
BLOED EN LYMFE

Slide 1 - Slide

DOEL VAN DE LES
  • Bespreken hoofdpunten bloed en lymfe

  • Evalueren waar eventueel knelpunten zijn

  • Evalueren of een en ander begrepen is

  • Door middel van een quiz controleren of vragen begrepen worden 

Slide 2 - Slide

INHOUD VAN DE LES
  • Bloedcellen
  • Immuniteit
  • Bloedvatenstelsel
  • Hart
  • Grote en kleine bloedsomloop
  • Lymfevatenstelsel 

Slide 3 - Slide

Wat is een andere naam voor rode bloedcellen?
A
Erytrocyten
B
Leukocyten
C
Trombocyten

Slide 4 - Quiz

Waarin zit hemoglobine?
A
In de bloedplaatjes
B
In de rode bloedcellen
C
In de witte bloedcellen

Slide 5 - Quiz

Wat is een andere naam voor aders?
A
Arteriën
B
Venolen
C
Venen

Slide 6 - Quiz

BLOED
Bestaat uit:

  • Ongeveer 55% bloedplasma

  • Ongeveer 45% bloedcellen

Slide 7 - Slide

BLOEDCELLEN
  • Erytrocyten = rode bloedcellen

  • Leukocyten = witte bloedcellen

  • Trombocyten = bloedplaatjes 

Slide 8 - Slide

RODE BLOEDCELLEN
  • Gemaakt in rode beenmerg
(tijdens jeugd ook in de milt)

  • Afbraak in milt, lever, rode beenmerg

Slide 9 - Slide

FUNCTIE RODE BLOEDCELLEN
  • Gastransport (zuurstofgas en koolzuurgas) door hemoglobine (ijzerhoudend eiwit)

  • Oxyhemoglobine = hemoglobine dat zuurstofgas
vervoert


Slide 10 - Slide

WITTE BLOEDCELLEN
  • Functie: verdediging 

Slide 11 - Slide

GRANULOCYTEN = WITTE BLOEDCELLEN MET KORREL

  • Gemaakt in rode beenmerg

  • Kunnen de bloedbaan verlaten en passen dan fagocytose (vertering) toe
LYMFOCYTEN

  • Gemaakt in rode beenmerg en lymfeknopen

  • Maken antistoffen

Slide 12 - Slide

BLOEDPLAATJES
  • Hierin zit trombokinase = enzym voor bloedstolling

  • Bloedplaatjes worden gemaakt in het rode beenmerg 

Slide 13 - Slide

RODE BEENMERG

Maakt:

  • Rode bloedcellen
  • Witte bloedcellen (granulocyten en lymfocyten)
  • Bloedplaatjes
LYMFEKNOPEN

Maken lymfocyten 

Slide 14 - Slide

IMMUNITEIT
  • Natuurlijk (actief of passief)

  • Kunstmatig (actief of passief)

Slide 15 - Slide

NATUURLIJKE IMMUNITEIT

  • Actief door ziek te zijn

  • Passief via de placenta (moederkoek) en moedermelk
KUNSTMATIGE IMMUNITEIT

  • Actief door inenting met verzwakte/dode ziektekiemen

  • Passief door inenting met antistoffen

Slide 16 - Slide

FUNCTIES BLOED
  • Transport van stoffen en gassen

  • Warmteverdeling door slagaders

  • Homeostase = in evenwicht houden van alle vegetatieve = onwillekeurige functies in het lichaam (= handhaven van een constant inwendig milieu) 

Slide 17 - Slide

BLOEDVATENSTELSEL
  • Slagaders = arteriën

  • Aders = venen

  • Haarvaten = capillairen

  • Hart 

Slide 18 - Slide

Hoe noemen we de kleine slagaders?
A
Arteriolen
B
Capillairen
C
Venolen

Slide 19 - Quiz

SLAGADERS

  • Voeren bloed van het hart AF
  • Zijn zuurstofrijk behalve de longslagaders
  • Hebben alleen kleppen aan begin van aorta
  • Hebben stevige wanden
  • Hart is hiervoor een perspomp
ADERS

  • Voeren bloed naar hart TOE
  • Zijn zuurstofarm behalve de longaders
  • Hebben kleppen 
  • Wanden zijn dun en slap
  • Hart is hiervoor een zuigpomp

Slide 20 - Slide

HAARVATEN
= verbinding tussen arteriolen en venolen

Hier vindt stofwisseling plaats

Slide 21 - Slide

BIJZONDERE HAARVATENNETTEN
  • In de nieren = glomeruli = helemaal slagaderlijk

  • In de longen bij de longblaasjes: alleen gaswisseling

  • In de lever = poortader = helemaal aderlijk 

Slide 22 - Slide

BIJZONDER VAATSYTEEM
Anastomose = verbinding tussen bloedvaten onderling (omleiding)

Slide 23 - Slide

HARTWAND EN HARTZAKJE
  • Epicardium = buitenste laag = elastisch bindweefsel
  • Myocardium = middelste laag = dwarsgestreept, onwillekeurig spierweefsel 
  • Endocardium = binnenste laag = eenlagig epitheelweefsel = endotheel en elastisch bindweefsel

Hartzakje = pericard

Slide 24 - Slide

BOEZEMS EN KAMERS
Het hart wordt verdeeld in 2 helften met:

  • Boezem (boven)
  • Kamer (onder)

Slide 25 - Slide

Welke helft van het hart is zuurstofrijk?
A
De linker helft
B
De rechter helft

Slide 26 - Quiz

BOEZEMS
Nemen bloed op

De linker boezem van de 4 longaders

De rechter boezem van:

  • Bovenste holle ader
  • Onderste holle ader
  • Kransaders

Slide 27 - Slide

KAMERS
  • Pompen bloed het lichaam in

  •  De linker kamer via de aorta = lichaamsslagader

  • De rechter kamer via de longslagaders

Slide 28 - Slide

KLEPPEN
Zitten tussen de boezems en de kamers

en

aan het begin van de aorta

Slide 29 - Slide

Waardoor wordt het hart zelf gevoed?
A
Door de aorta
B
Door de kransaders
C
Door de kransslagaders

Slide 30 - Quiz

GROTE BLOEDSOMLOOP

Van linkerkamer naar rechterboezem 
KLEINE BLOEDSOMLOOP

Van rechterkamer naar linkerboezem 

Slide 31 - Slide

Welke slagader komt uit de linker kamer?
A
De aorta
B
De longslagader

Slide 32 - Quiz

Welke aders komen in de rechter boezem?
A
De bovenste holle ader, de longaders en de kransaders
B
De longaders, de onderste holle ader en de kransaders
C
De bovenste holle ader, de kransaders en de onderste holle ader

Slide 33 - Quiz

LYMFE
= vocht dat ontstaat uit het bloed door filtratie (druk) = weefselvocht

Slide 34 - Slide

LYMFECIRCULATIE
  • Start tussen de cellen = weefselspleten dus overal in het lichaam

  • Via de spleten komt lymfe in de lymfecapillairen en dan in de grotere lymfevaten

Slide 35 - Slide

CHYLVATEN EN CHYLUS
Chylvaten zijn speciale lymfevaten die chylus = vetten vervoeren

Slide 36 - Slide

Waar zitten de chylvaten?
A
In de dikke darm
B
In de dunne darm
C
In de endeldarm

Slide 37 - Quiz

FUNCTIES LYMFECIRCULATIE
  • Drainage = afvoer van lymfe uit de weefsels naar de sleutelbeenaderen

  • Transport

  • Afweer door lymfeknopen

Slide 38 - Slide

AFWEER
Lymfeknopen:

  • Maken lymfocyten
  • Pakken schadelijke stoffen aan
  • Geven vocht terug aan de weefsels

Slide 39 - Slide

BELANGRIJKE LYMFEKNOPEN
  • Milt

  • Amandelen

Slide 40 - Slide