Proefwerk Grenzen en Identiteit 4 juli 23

Proefwerk Grenzen en Identiteit 
4 juli 23
Par 8.1+8.2+8.4+9.1+9.2
1 / 47
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3

This lesson contains 47 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Proefwerk Grenzen en Identiteit 
4 juli 23
Par 8.1+8.2+8.4+9.1+9.2

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Bekijk de figuur hiernaast en geef aan of de stellingen juist of onjuist is. (Je kunt op de figuur klikken voor een vergroting)

Een bedrijf in Noorwegen moet invoerbelasting betalen als het zijn computers in Nederland wil verkopen.
A
juist
B
onjuist

Slide 3 - Quiz

Bekijk de figuur hiernaast en geef aan of de stellingen juist of onjuist is. (Je kunt op de figuur klikken voor een vergroting)

Tuana gaat in de zomer op vakantie naar Turkije. Zij moet aan de grens haar paspoort laten zien?
A
juist
B
onjuist

Slide 4 - Quiz

Slide 5 - Slide

Een Europees volkslied kan niet zorgen voor het ontstaan van een Europese identiteit.
A
juist
B
onjuist

Slide 6 - Quiz

De euro als gemeenschappelijke munt is belangrijk voor de ontwikkeling van een Europese identiteit.
A
juist
B
onjuist

Slide 7 - Quiz

Het bestuur van de Europese Unie bestaat uit meerdere onderdelen.

Van welk onderdeel kiezen de EU-burgers de leden?

A
de Europese Commissie
B
het Europese Parlement
C
de Raad van de Europese Unie
D
EU burgers kiezen het bestuur niet

Slide 8 - Quiz

Lees de stelling hieronder en kies vervolgens of onze nationale regering of de EU erover beslist.

Het afschaffen van het melkquotum.

(Een melkquotum is het recht een bepaalde hoeveelheid koemelk te produceren)


A
De EU
B
nationale regering

Slide 9 - Quiz

Lees de stelling hieronder en kies vervolgens of onze nationale regering of de EU erover beslist.

Het verhogen van de inkomstenbelasting


A
De EU
B
nationale regering

Slide 10 - Quiz

De EU is regelmatig in het nieuws.
Noem 3 problemen waar de EU mee te maken heeft?

Slide 11 - Open question

Wat is geen voorwaarde voor een potentiële kandidaat lidstaat?

Een kandidaat-lid moet:


A
democratisch zijn
B
mensenrechten respecteren en minderheden beschermen
C
een zwakke economie hebben
D
bereid zijn alle wetten en regelgeving van de EU over te nemen

Slide 12 - Quiz

Tot hoe ver uit de kust mag een EU-land, dat grenst aan zee, maximaal natuurlijke hulpbronnen winnen?


A
tot 12 zeemijl
B
tot 50 zeemijl
C
tot 130 zeemijl
D
tot 200 zeemijl

Slide 13 - Quiz

De regering van de EU neemt beslissingen waaraan alle EU-landen zich moeten houden.

→ Over welk onderwerp neemt de EU beslissingen?

A
over de hoeveelheid belasting die burgers in hun land moeten betalen
B
over de prijs van benzine aan de pomp
C
over de hoeveelheid mest die boeren op hun land mogen uitrijden
D
over de vakken die op scholen worden onderwezen

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Slide

Bekijk de figuur hiernaast.
Welk van deze landen zou op basis van de figuur na het Verenigd Koninkrijk als eerste ook uit de EU kunnen stappen? Bekijk de figuur hiernaast.

(klik op figuur voor vergroting)
A
Duitsland en Griekenland
B
Griekenland en Cyprus
C
Malta en Luxemburg
D
Nederland en Letland

Slide 16 - Quiz

In welk land voelen de inwoners zich het meest verbonden met de nationale identiteit?

(klik op figuur voor vergroting)

Slide 17 - Open question

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Bekijk de figuur hiernaast (klik voor vergroting)

Welke drie landen in de EU hadden in 2016 de meeste asielaanvragen?

Slide 20 - Open question

Bekijk de figuur hiernaast (klik voor vergroting)

Uit welke drie landen kwamen in 2016 de meeste vluchtelingen/asielaanvragers?

Slide 21 - Open question

Bekijk de figuur hiernaast (klik voor vergroting)

Uit welk werelddeel liggen veel van de landen die vallen in de categorie “overige” als het gaat om landen van herkomst?

Slide 22 - Open question

Slide 23 - Slide

Lees hiernaast de bron de Turkijedeal. (klik op plaatje voor vergroting)
Over welke twee problemen gaat het in de bron?


Kies hieronder de juiste 2 antwoorden.
A
Volle vluchtelingenkampen in Zuid-Europa / Griekenland
B
De vluchtelingen zijn volgens Hulporganisaties allemaal criminelen
C
Turkije houdt zich volgens de EU niet aan de Turkije deal
D
Mensensmokkel

Slide 24 - Quiz

Slide 25 - Slide

In Estland spreken veel mensen Russisch. Ook wonen er nog veel Russen in dit land.


Wat is hiervan de belangrijkste oorzaak?


A
nationalisme
B
regionalisme
C
russificatie
D
separatisme

Slide 26 - Quiz

*Bron Europa in 1989.
Bekijk de bron hiernaast
(klik op plaatje voor vergroting)

Wat moet er in de legenda bij 1 staan?

A
IJzeren Gordijn
B
IJzeren Grens
C
Stalen Muur
D
Warschaupact

Slide 27 - Quiz


A
godsdienstvrijheid
B
onderdrukking van minderheden
C
mensenrechten
D
Russificatie

Slide 28 - Quiz


Slide 29 - Open question

Bekijk de bron. Er zijn verschillende soorten deelgebieden in Rusland, met meer en minder autonomie. Lees de volgende stellingen.

Stelling 1: De federale districten zijn ingesteld om het besturen van de federatie makkelijker te maken en om te voorkomen dat lokale leiders te veel macht krijgen.

Stelling 2: De republieken bestaan al heel lang en zijn een soort provincies met een eigen parlement

A
Stelling 1 en 2 zijn allebei juist.
B
Stelling 1 is juist en stelling 2 onjuist.
C
Stelling 1 is onjuist en stelling 2 is juist.
D
Stelling 1 en 2 zijn allebei onjuist.

Slide 30 - Quiz

Lees de volgende stellingen.
Stelling 1: De minderheden in Rusland maken ongeveer 60% van de bevolking van Rusland uit.
Stelling 2: Minderheden in Rusland krijgen overal dezelfde kansen in de maatschappij en daarom zijn er weinig verschillen in welvaart en welzijn.
Stelling 3: De sociaal-economische positie van minderheden is vaak lager dan die van Russen.

Schrijf de cijfers 1 t/m 3 onder elkaar en zet erachter of de stelling juist is of onjuist

Slide 31 - Open question

Welk woord of welke woorden passen het beste bij deze poster van Amnesty International?
A
godsdienstvrijheid
B
onderdrukking van minderheden
C
mensenrechten

Slide 32 - Quiz

Schrijf nummers 1 t/m 4 hieronder en zet erachter of onderstaande zinnen over welvaart gaan of welzijn.

1. het bnp per hoofd van de bevolking
2. je veilig voelen in je woonplaats
3. vrede en verdraagzaamheid tussen bevolkingsgroepen
4. het werkloosheidspercentage

Slide 33 - Open question

Zijn de mensen in bron hiernaast voor of tegen de regering Poetin?
Doe het zo:
- geef eerst of de mensen vóór of tégen de regering Poetin zijn
- geef erna aan waarom.

Slide 34 - Open question

Na het uiteenvallen van de Sovjetunie (SU) is Rusland officieel de Russische Federatie met een nationale Russische regering. Is de Russische Federatie ingewikkeld om te besturen?

Doe het zo:
- Geef eerst aan of Rusland makkelijk of moeilijk te besturen is
- Geef 2 redenen aan waarom (wel of niet).

Slide 35 - Open question

Bij welke letter hieronder hebben de deelgebieden van Rusland géén grotere autonomie?


A
Op school krijgen de leerlingen les in de eigen taal en cultuur.
B
De bevolking mag zelf hun regeringsleider kiezen.
C
Journalisten mogen kritisch schrijven over de federale regering.
D
Russen krijgen voorrang bij goede banen en verdienen meer dan andere bevolkingsgroepen.

Slide 36 - Quiz

Noteer twee gevolgen van de russificatie voor de lokale bevolking van een gebied in de Sovjet-Unie.

Slide 37 - Open question

Om welke begrip gaat het?

Bevolkingsgroep met een andere identiteit dan de bevolkingsgroep die in de meerderheid is in een land of een gebied

Slide 38 - Open question

Om welke begrip gaat het?

De positie van iemand op de maatschappelijke ladder, die onder andere wordt bepaald aan de hand van opleidingsniveau, beroep en/of inkomen

Slide 39 - Open question

De bevolkingsspreiding van Rusland is ongelijkmatig verdeeld.
A
juist
B
onjuist

Slide 40 - Quiz

Bekijk bron 3.
De landen rondom de Noordelijke IJszee claimen allemaal een stuk van het Noordpoolgebied.
Geef een reden voor het claimen van een deel van het noordpoolgebied door de landen rondom de Noordelijke IJszee.

Slide 41 - Open question

Wat kan een gevaar zijn voor het Noordpoolgebied?

Slide 42 - Open question

lees de tekst.
Het bestaan van de bewoners van het Noordpoolgebied wordt bedreigd door een gebeurtenis waar ze zelf weinig aan kunnen doen. Wat is dat?

Slide 43 - Open question

Welke vijf landen grenzen aan het Noordpoolgebied?


A
Verenigde Staten, Canada, Groenland, Noorwegen en Rusland
B
Canada, Groenland, Noorwegen, Finland en Rusland
C
Canada, Groenland, Noorwegen, Rusland en Japan
D
Verenigde Staten, Rusland, Canada, Groenland en IJsland

Slide 44 - Quiz

Welk bewijs geeft Rusland voor hun claim van een deel van het Noordpoolgebied?
A
De aanwezigheid van veel aardolie
B
De Lomonosovrug is een uitloper van hun zeebodem
C
De Lomonosovrug is net zo lang als de kustlijn van Rusland
D
De Lomonosovrug kent veel dieren die Rusland ook heeft

Slide 45 - Quiz

De altijd bevroren ondergrond van het Noordpoolgebied heet:
A
De piekafvoer.
B
De permafrost.
C
De tipping point.
D
Het landijs.

Slide 46 - Quiz

Slide 47 - Slide