AFP 1.1.6 meervoudsvormen en herhaling

AFP DA1
Les 6 periode 1 week 2
Medische terminologie - het menselijk lichaam
1 / 16
next
Slide 1: Slide
Anatomie Fysiologie PathologieMBOStudiejaar 1

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

AFP DA1
Les 6 periode 1 week 2
Medische terminologie - het menselijk lichaam

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Doelen
-De student heeft kennis van de meest voorkomende termen in de medische terminologie.
-De student heeft kennis van de meest voorkomende afkortingen in de medische terminologie.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Lesinhoud
-Oefenen met veel voorkomende afkortingen
-Opdrachten medische terminologie afronden
-Bespreken leerstof toets week 37

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

In vergelijking met je bovenarm ligt je onderarm?
A
distaal
B
transversaal vlak
C
proximaal
D
mediane vlak

Slide 4 - Quiz

distaal Verst van het middelpunt gelegen 
proximaal dichts bij het middelpunt gelegen
Transversaal vlak: horizontaal vlak (craniaal-caudaal)
Mediane vlak : vlak in de middellijn gelegen 

Om een plaats in het lichaam te beschrijven, spreken we van ..... als we het hebben over: naar het midden toe

Slide 5 - Open question

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Welke beweging zie je hier?
a. anteflexie (buiging naar voren)
b. adductie (beweging naar de middellijn toe)
c. abductie (beweging van de middellijn af)
d. retroflexie (buiging naar achteren) 

Slide 7 - Slide

C
Hoe spreek je het woord carcinoom uit?
A
karsinoom
B
karkinoom
C
sarsinoom
D
sarkinoom

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Hoe spreek je het woord naevus uit?
A
naeevus
B
noevus
C
neevus

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Opdracht 
1. Bekijk de afkortingen op bladzijde 20 van het boek Inleiding medische kennis. Deze bladzijde mag je gebruiken bij de volgende opdracht. 
2. Noteer de betekenis van de afkortingen.
3. Wat staat er in de verschillende brieven?
4. Uit welk soort brief zullen de brieven komen? Benoem dit per brief. 

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Vervolg opdracht
1. ‘’Mevrouw de Boer heb ik op mijn su gezien vanwege een positieve FA voor hypertensie. Ik heb bij haar de RR gemeten en ik heb hierbij g.d.a. waargenomen. ‘’
2. ‘’Meneer Vriends heeft bij de doktersassistent een ECG laten maken vanwege een VG met hartklachten. Hij wordt na het LO door de arts verw naar het zkh.’’
3. ‘’Jessica (DA) heeft i.o.m. de arts een verw. Gemaakt voor het maken van een X van de arm van mevrouw de Wit’’.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Meervoudsvormen
Latijnse enkelvoudige woorden eindigen vaak op:
a - us - um
Villa         Medicus            Museum
Meervoud hiervan is:
Villae                  Medici                  Musea




Slide 12 - Slide

Voorbeelden:
Antibiotica - antibioticum 
Tubulus - tubuli
Thrombus-trombi
Capsula - capsulae
Opdracht 2
Maak de opdrachten medische terminologie van het menselijk lichaam  (reader) (week 37)

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Leerstof toets medische terminologie 
Datum: week 37
Leerstof: zie studentenhandleiding 

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Evaluatie
-Doelen behaald? Waarom wel/niet?
-Wat vonden jullie van de les?

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk
Zie leerstof voor de toets,

Leren!
Naar de volgende les meenemen: Medische terminologie AF

Slide 16 - Slide

This item has no instructions