Herhaling 4.8

Herhaling 4.3 - 4.7 - 4.8
1 / 27
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Herhaling 4.3 - 4.7 - 4.8

Slide 1 - Slide

Planning
> Oefen SO

Slide 2 - Slide

Herhaling 4.3 - 4.7 - 4.8
Deel 2

Slide 3 - Slide

Planning
> Korte LU herhaling
> Oefen SO bespreken
> Maken...

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Tekstdoelen

Slide 6 - Mind map

2 manieren om een alinea te herkennen....

Slide 7 - Open question

Met informeren wil de schrijver de lezer....
A
vermaken
B
iets laten doen
C
informatie geven

Slide 8 - Quiz

Met activeren wil de schrijver de lezer....
A
vermaken
B
iets laten doen
C
informatie geven

Slide 9 - Quiz

Met amuseren wil de schrijver de lezer....
A
vermaken
B
iets laten doen
C
informatie geven

Slide 10 - Quiz

Het wordt 20 graden. Dat is vet warm!

Waar verwijst 'dat' naar?

Slide 11 - Open question

3 woordsoorten

Slide 12 - Mind map

Lidwoorden

Slide 13 - Mind map

ZN

Slide 14 - Mind map

WW

Slide 15 - Mind map

Benoem lw, zn en ww in de volgende zin:
De boer en boerin zijn daar.

Slide 16 - Open question

(Lachen) zijn broer en zus hem uit?

Slide 17 - Open question

De paarden (hinniken) in de wei.

Slide 18 - Open question

Mijn zus (breien) vroeger heel vaak.

Slide 19 - Open question

Er zijn twee (garage) naast elkaar.

Slide 20 - Open question

De (baby) huilen wel heel erg veel.

Slide 21 - Open question

Ik zie daar de twee (taxi) al staan.

Slide 22 - Open question

Maken
Voetballen
Zagen
Starten
Praten
Leven
Begeleiden
Verzamelen
Grazen 

Merken
Bedoelen
Blaten
Bloeien
Kammen
Voeden 
Grazen
Teren
Vervoeg de werkwoorden in tweetallen. Schrijf op: 
1. Stam
2. Ik-vorm t.t.
3. Ik-vorm v.t.
4. Wij-vorm v.t.

Slide 23 - Slide

Herhaling 4.3 - 4.7 - 4.8
Deel 3

Slide 24 - Slide

Planning
> Denkvierkant
> Afmaken ww
> Klassikaal de werkwoorden bespreken
> Oefen SO bespreken

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Maken
Voetballen
Zagen
Starten
Praten
Leven
Begeleiden
Verzamelen
Grazen 

Merken
Bedoelen
Blaten
Bloeien
Kammen
Voeden 
Grazen
Teren
Vervoeg de werkwoorden in tweetallen. Schrijf op: 
1. Stam
2. Ik-vorm t.t.
3. Ik-vorm v.t.
4. Wij-vorm v.t.

Klaar? Bedenk nog 8 zwakke werkwoorden en ga ze vervoegen. 

Slide 27 - Slide