Clienten en schoonmaken

• Zorg en Welzijn
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 4

Cliënten en schoonmaken

Binnen is beginnen

Maak  de opdracht die op tafel ligt.

Klaar? 

Leg dan je materialen klaar voor de les.

Takenboekje, Z&W map, Laptop en schrijfmateriaal.

Planning

- Binnen is beginnen check

- Instructie theorie

- Uitleg opdracht

- Aan de slag

- Check out

Lesdoelen

Aan het einde van deze les kun jij:

- onderhoud en schoonmaak voorschriften uitleggen.

- Pictogrammen en symbolen herkennen en uitleggen

- Passende schoonmaakmethode en - middel  kiezen voor de verschillende materialen.

- schoonmaakregels uitleggen.

Huishoudelijk werk

Soorten werkzaamheden:

• Verzorgen van voeding
• Schoonmaken
• Textielverzorging

Waarom maken
we schoon?

Waarom maak je schoon?

1. Hygiëne: je wilt niet ziek worden.

2. Schoonmaken vergroot de veiligheid: niet struikelen over vuil.

3. Verlenging levensduur van je interieur (meubels en apparatuur).

4. Schone omgeving geeft een prettige sfeer.

Reinheidsniveaus

• Ruwschoon: grof vuil wordt verwijderd
  
• Huishoudelijk schoon: voor het oog schoon
  
• Smetschoon: je gebruikt hierbij desinfecteermiddelen of ontsmettingsmiddelen – bijvoorbeeld een operatiekamer.
  

Sleep de woorden naar de juiste afbeelding:

Stofwisser

Zeem

Luiwagen

Materiaalwagen

Mop/dweil

Soorten schoonmaakmiddelen

Soorten schoonmaakmiddelen :

•  reinigingsmiddelen
• onderhoudsmiddelen
• desinfecteermiddelen
•  vlekoplosmiddelen

Schoonmaak en onderhoudswerkzaamheden

Schoonmaakmiddelen

Let bij het gebruik van schoonmaakmiddelen op:

• Lees het etiket.
  
• Volg de gebruiksaanwijzing en de voorzorgsmaatregelen.
  
• Doe altijd de dop op de fles. Ook tijdens het gebruik.
  
• Plaats en bewaar schoonmaakmiddelen buiten het bereik van kinderen.
  
• Zorg voor een juiste dosering. Gebruik niet te veel.
  

Schoonmaken van verschillende materialen

Hoe krasgevoelig is je materiaal?

 Zo mag je bijvoorbeeld een roestvrijstalen kookplaat nooit schoonmaken met een schuursponsje, want dan krijg je krassen. 

Schoonmaakmethoden

1. Droogreinigen 
   
2. Klam vochtig reinigen 
   
3. Nat reinigen 
   
4. Reinigen met microvezeldoek
   

schoonmaakfrequentie

Een moeilijk woord voor ‘hoe vaak maak je schoon’ 

Hoe vaak je schoonmaakt, wordt bepaald door hoe vuil de ruimte is , hoeveel wordt deze gebruikt en door wie?

Wc?

Woonkamer?

Ramen?

Operatiezaal?

Schoonmaakregels! 

Vaste volgorde

Afwassen

1. Verzamel alle vuile vaat aan een kant van de wasbak.
   
2. Maak de rest van het aanrecht schoon.
   
3. Spoel de vaat voor.
4. Was het af, volgorde: glazen – kopjes – bestek – borden – schalen – pannen.
5. Droog alles goed af.
   
6. Zet alles op de juiste plek terug.
   

Gevaarsymbolen

Pictogrammen

Sanitair

Toiletruimte schoonmaken: Om hygiënisch te werken, is het belangrijk dat je een goede werkvolgorde hanteert.  Zet de werkwijze in de goede volgorde.

1

2

3

4

De wc-bril schoonmaken.

De deurkruk schoonmaken.

De binnenkant van de wc-pot schoonmaken.

De wastafel of het fonteintje schoonmaken.

Het is belangrijk dat medewerkers bij het schoonmaken de juiste volgorde hanteren, omdat anders een oppervlak juist vuil wordt gemaakt. Werk dus altijd van schoon naar vuil. Gebruik schoonmaakmaterialen na een vuil gedeelte niet weer voor een schoner gedeelte. Sanitair is te onderscheiden in ‘schoon’ (wastafel, tegels) en ‘vuil’ sanitair (binnenkant toiletpot, lage tegels naast toilet).

Ergonomie

Ergonomie = verstandig omgaan met je lichaam, letten op een goede houding

KANS

Klachten aan:

Opdracht

• Werkboekje maken per 2 of 3 - tal
  
• Denk erom! Haal informatie uit je theorie!!
  
• Afbeeldingen van Internet.
  
• En check de criteria voor jullie het inleveren.
  
• Per persoon 1 boekje uitprinten.
  
• Vul het logboek in.

Werkhouding: 

Zelfstandig werktijd: