chapitre 1 bron A,B

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Bonjour

la classe!

Lesdoelen/buts

Aan het eind van de les:

ken je zinnen waarmee je je kan voorstellen.

Weet je hoe je woordjes kan leren

- 

Programme

- Corriger les exercices bloc A

-les devoirs / vocabulaire

Les phrases

Hallo Hoe heet je?

Ik heet....

Waar woon je?

Ik woon in......

 Wat is dat?...

Dat is een hond.................

Woordjes leren... Hoe dan? 

Woordjes (en zinnen) leren

• in verbanden
• herhalen is de sleutel
• verschillende manieren 
• niet alleen lezen
• woord min. 7x gebruiken

Woordjes leren... Hoe dan? 

woordjes leren, hoe doe je dat?

• hardop lezen
• Per 5 woordjes
• schrijven, schrijven, schrijven.....
• flash cards
  
• Overhoren met slim stampen, Quizlet, wrts

pages 8 + 9 + 10 + 11 en 16

je kunt vertellen hoe je heet

je kent woorden die te maken hebben met Frans in de klas -> oui, non, je ne sais pas, écoute, répète, merci, au revoir, bonjour....

je kunt Franse instructie begrijpen -> répète, regarde, lis, prends, ferme, ouvre, réponds...

ken je woorden die te maken hebben met schoolspullen -> le slylo, un ordinateur, un livre, un sac à dos, un prof, une salle de classe

Woordjes leren;

Wat zijn de manieren?

7 minuten zinnen leren

Je gaat nu zelf de phrases leren

Je leert de zinnen van bron A (p. 52 of via Grandes Lignes online, chapitre 1- bron A (écouter)-naslag- arrêt h/v 1- vocabulaire B

Hoelang? 5 minuten

 

contrôle (overhoren)

Ga staan /  tout le monde debout 

Ik vraag een woord/zin en wijs iemand aan. 

Die vertaalt het. 

Is het goed vertaald? Dan mag je gaan zitten.

Niet goed of voorgezegd? Je blijft staan.

Doel: binnen de timer zit iedereen

Bron B

Tu fais (je maakt) exercices 9, 10 a et b,11, 12.

Hoelang? 10 minuten

Hoe? de eerste 5 minuten zelf en in stilte

Als je klaar bent? Begin je vast met leren van de

de zinnen van bloc A en de woordjes van B 

op p. 52.

Huiswerk/les devoirs

Les devoirs:

Tu apprends (leren) les phrases de (zinnen van) bloc A. 

Tu fais (je maakt) exercices 9, 10 a et b,11, 12.