Ter aenschou van 't welk wy te meer oorsake hebben om uwer Hoogheit in aller ootmoedigheit te bidden (gelijk wy ook metter daet by dese tegenwoordige requeste doen) hier in wel te willen voorsien, en overmits niet weinig daer aen gelegen is, also heaest alst immer mogelijk is aen sijn Coninklijke Majesteit eenen nutten en bequamen persoon te senden en uit te maken, om de selve sulx te adverteren, en van onsent wegen in aller gehoorsaemheit bidden, dat hem believe hier in geheel en al voor nu en voor namaels te versien: maer mits 't selfde niet geschieden en kan, also lange als de placcaten stand grijpen, en haer rigeur houden, aengesien dat den oorspronk van alle dese inconvenienten daer uit komen, dat de selve Coninklijke Majesteit gelieve te verstaen dat de voorsz placcaten geaboleert en te niete gedaen werden: want sulx sal bevonden worden van noden te zijn, om te beletten de bederffenisse en verlies van alle dese Nederlanden van herwaerts-over, en ook de reden en rechte gelijkmatig.