Les 3 GO gezelschapsdieren soorten gedrag

Les 2 GO gezelschapsdieren gedrag en het ontstaan van gedrag
Les 3. Soorten gedrag
1 / 26
next
Slide 1: Slide
DierverzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Les 2 GO gezelschapsdieren gedrag en het ontstaan van gedrag
Les 3. Soorten gedrag

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Herhaling vorige week

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat is een voorbeeld van een externe prikkel?
A
Voedselgeur
B
Interne hormonen
C
Geslachtsdrift
D
Biologische klok

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Hoe wordt een reactie op een prikkel genoemd?
A
Sleutel
B
Supranormaal
C
Respons
D
Signaal

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Welke prikkel werkt sterker om een bepaalde respons te krijgen?
A
Supranormale prikkel
B
Sleutelprikkel
C
Inwendige prikkel
D
Uitwendige prikkel

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Gedrag - Planning
Les 1- 9 sept
Het dierenrijk
Les 2- 16 sept
Gedrag en ontstaan gedrag
Les 3- 23 sept
Soorten gedrag
Les 4- 30 sept
Conflict gedrag en samen leven
Les 5- 7 okt
Gedragsonderzoek
Les 6- 14 okt
Stress
Les 7- 21 okt
Afwijkend gedrag
28 okt - 3 nov
Herfstvakantie
Les 8- 4 nov
Oriëntatieweken
Les 9- 11 nov
Oriëntatieweken

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Lesplanning

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
Aan het einde van de les weet je:

  • Welke soorten gedragingen er zijn
  • Ken je het verschil tussen aangeboren, aangeleerd en geschoold gedrag. 
  • Wat het doel van gedrag is
  • Weet je welke natuurlijke gedragingen er zijn en hoe je deze kan herkennen.  


Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Experts in groepen
- Maak 3-tallen
- Aangeboren gedrag
- Aangeleerd gedrag
- Geschoold gedrag

Zoek uit:
- Wat houdt het toegewezen gedrag in?
- Noem 4 voorbeelden van dit gedrag. 

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Drag question

This item has no instructions

Slide 11 - Video

This item has no instructions

Slide 12 - Slide

Gewenning  afleren van reacties op bepaalde prikkels uit de omgeving die vaak herhaald worden of permanent aanwezig zijn en waar geen beloning of straf op volgt. Foccussen op belangrijke prikkels. Of denk aan een hond die (weer) trekt aan een halti. Hij is de pijn gewend of een alarm wat af blijft gaan.
Als een prikkel kort na elkaar vaak voorkomt, zullen dieren daar steeds minder of helemaal niet meer op reageren.
Conditionering  verband leren tussen prikkel en beloning/straf
Inprenting  korte gevoelige periode, hechte binding moeder dier
Imitatie  nadoen, ouders.

Slide 13 - Drag question

This item has no instructions

Slide 14 - Link

This item has no instructions

Slide 15 - Slide

Bepaalde hondensoorten leren sneller dan andere hondensoorten. Dit kan ook per individu verschillen
De versterking of onderdrukking van aangeboren en aangeleerd gedrag.
Of te wel: gedrag dat door het trainen van dieren is geleerd.
Erfelijke aanleg is belangrijk!
Onderdrukking of versterking van aangeboren en aangeleerd gedrag. Komt tot uiting bij verdere opleiding, africhting e.d. Zadelmak en gehoorzaamheidstraining. Aanleg speelt een belangrijke rol. Bouvier laten apporteren, labrador leert beter en sneller.

Slide 16 - Video

This item has no instructions

Welke natuurlijke gedragingen ken je?

Slide 17 - Slide

Afbeeldingen geven al hints. Laat de studenten eerst voor zichzelf nadenken en natuurlijke gedragingen opschrijven. Uitwisselen met buurman/buurvrouw. Klassikaal bespreken. 

Nog meer uitgelegd in animalis:
- foerageer gedrag
- vlucht gedrag
- verdedigingsgedrag
- sociaal gedrag
- territoriaal gedrag
- voortplantingsgedrag
- comfortgedrag
- rustgedrag
- maternaal gedrag
- exploratiegedrag


Animalis
Gedrag bij dieren
  • Soorten gedrag
  • Doelen van gedrag en natuurlijke gedragingen

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Wat is je het meest bijgebleven van deze les?

Slide 19 - Open question

This item has no instructions

Diergedrag dat is ingebouwd en al bij de geboorte aanwezig noem je:
A
Geschoold gedrag
B
Instinctief gedrag
C
Aangeleerd gedrag
D
Spel gedrag

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een voorbeeld van territoriaal gedrag bij dieren?
A
Het bouwen van een nest in hun territorium
B
Het vermijden van territoriale conflicten
C
Het delen van hun territorium met andere dieren
D
Het markeren van hun territorium met geur

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Hoe wordt het gedrag genoemd waarbij dieren hun jongen beschermen en voeden?
A
Territoriumgedrag
B
Jachtgedrag
C
Sociaal gedrag
D
Maternaal gedrag

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Hoe uiten katten vaak comfortgedrag?
A
Grommen naar andere katten
B
Overmatig krabben
C
Blaasjes in hun vacht likken
D
Kneden met hun poten

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een vorm van comfortgedrag bij konijnen?
A
Constant aan hun hok knagen
B
Stampen met hun achterpoten
C
Zichzelf wassen met hun pootjes
D
Vechten met soortgenoten

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Aangeboren gedrag
Aangeleerd gedrag
Geschoold gedrag
Hond geeft poot wanneer hier om gevraagd wordt. 
Kitten die opzoek gaat naar de tepel van de moeder. 
Hond loopt naar de deur bij het horen van de sleutels.

Slide 25 - Drag question

This item has no instructions

Wat is het doel van gedrag?

Slide 26 - Open question

This item has no instructions