Intro les 1

Les 1
Gedrag
1 / 24
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 6 videos.

Items in this lesson

Les 1
Gedrag

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Hoe bevalt school tot nu toe?
A
Goed
B
Wel prima
C
Valt tegen
D
Niet zoals ik verwacht

Slide 2 - Quiz

This item has no instructions

Wat is gedrag eigenlijk?

Acties en reacties van een organisme, vaak met betrekking tot de omgeving

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Gedrag dat een dier erft heet
A
Aangeleerd gedrag
B
Aangeboren gedrag
C
Geschoold gedrag

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Gedrag dat door een mens wordt aangeleerd
A
Aangeleerd gedrag
B
Aangeboren gedrag
C
Geschoold gedrag

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Aangeleerd gedrag door levenservaring
A
Aangeboren gedrag
B
Geschoold gedrag
C
Aangeleerd gedrag

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Geschoold gedrag kan aangeboren of aangeleerd gedrag ook onderdrukken.
Juist
Onjuist

Slide 7 - Poll

Door training kunnen dieren bepaald gedrag ook minder gaan vertonen. Dit geldt voor aangeboren of aangeleerd gedrag. Paarden zadelmak maken is hier een voorbeeld van. Paarden willen namelijk instinctief iets dat op hun rug ligt ervan afgooien. Bij het zadelmak maken van een paard onderdruk je dit gedrag. Een paard moet dan juist wennen aan een zadel op de rug.
Prikkels
Inwendige prikkels: komt uit het lichaam van het dier zelf. Zo’n prikkel noem je ook wel fysiologische motivatie.
Voorbeelden: Hormonen, honger, dorst, Instinct

Uitwendige prikkels: komen uit de omgeving van een dier.
Voorbeelden: Licht, geluid, omgevingstemperatuur

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Sleutelprikkels
Een dier kan niet op alle prikkels uit de omgeving reageren. Prikkels die daadwerkelijk gedrag uitlokken noem je sleutelprikkels.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Video

This item has no instructions

Welke soorten gedrag ken jij?

Slide 11 - Mind map

This item has no instructions

Soorten gedrag
  • Territoriaal gedrag: Het maken en behouden van een eigen territorium.
  • Voorplantingsgedrag: De drang om een partner te vinden en zich voort te planten.
  • Sociaal gedrag: De omgang met soorgenoten.
  • Comfortgedrag: Gedrag om zich het zich gemakkelijk te maken.
  • Exploratiegedrag: De drang om nieuwe dingen en/of gebieden te ontdekken/ te onderzoeken
  • Eetgedrag: Gedragingen rondom het vinden en opeten van voedsel.
  • Slaap en rust gedrag
  • Agonistisch: Gedrag wat zich uit in twijfel: vluchten of vechten. Er ontstaat een mengeling van beide gedragingen
  • - Vluchtgedrag: De manier van zichzelf in veiligheid brengen.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Video

This item has no instructions

Welk gedrag zag je net?
A
Foerageren (Eetgedrag)
B
Foerageren (exploratiegedrag)
C
Foerageren (territoriaal gedrag)
D
Foerageren (comfortgedrag)

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Slide 15 - Video

This item has no instructions

Welk gedrag zag je net?
A
Sociaal gedrag
B
Exploratiegedrag
C
Voorplantingsgedrag
D
Territoriaal gedrag

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Welke soorten samenlevingsvormen ken jij?

Slide 17 - Mind map

This item has no instructions

Sociaal gedrag: samenlevingsvormen
  • Solitair
  • Paarvorming
  • Gezinsvorm
  • Harem
  • Matriarchale orde
  • Oligarchie
  • Kolonie

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Slide 19 - Video

This item has no instructions

Welk gedrag zag je net?
A
Sociaal gedrag
B
Exploratiegedrag
C
Voorplantingsgedrag
D
Territoriaal gedrag

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Slide 21 - Video

This item has no instructions

Welk gedrag zag je net?
A
Sociaal gedrag
B
Exploratiegedrag
C
Voorplantingsgedrag
D
Territoriaal gedrag

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Agonistisch gedrag
  • Oversprong gedrag
  • Conflict gedrag
  • Omgericht gedrag

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Slide 24 - Video

This item has no instructions