9.3.2 maken!

   Welkom!
1 / 14
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 14 slides, with text slides.

Items in this lesson

   Welkom!

Slide 1 - Slide

Herhaling 9.2
Opdracht 1 - Zet de gebeurtenissen in de juiste volgorde. 
1 Als opvolger van Lenin wordt Stalin benoemd.
2 De bolsjewieken plegen een succesvolle staatsgreep.
3 De bolsjewieken sluiten een wapenstilstand met Duitsland.
4 Duitsland en Rusland verklaren elkaar de oorlog.
5 Rusland wordt omgevormd tot de Sovjet-Unie.
6 Tsaar Nicolaas II treedt af en er wordt een voorlopige regering gevormd.

Opdracht 2 - Zijn de volgende beweringen juist of onjuist?
I Lenin wilde met de NEP bereiken dat de macht en de bezittingen op korte termijn eerlijk
zouden worden verdeeld.
II Stalin liet de NEP bestaan omdat deze economische politiek op de lange termijn een goed
alternatief vormde voor zijn vijfjarenplannen.





timer
2:00

Slide 2 - Slide

Tijdvak 9
Tijd van wereldoorlogen
1900-1950 

Moderne tijd
1800-heden 

Slide 3 - Slide

9.3 De Sovjet-Unie
37. De rol van moderne propaganda- en communicatiemiddelen en vormen van massaorganisatie.
38. Het in de praktijk brengen van totalitaire ideologieën: communisme, fascisme en nationaalsocialisme.
40. Het voeren van twee wereldoorlogen.
41. Racisme en discriminatie leidden tot genocide (o.a. Holocaust).
42. De Duitse bezetting van Nederland.
43. Massavernietigingswapens en de betrokkenheid van de burgerbevolking.
44. Vormen van verzet tegen het West-Europese imperialisme.

Slide 4 - Slide

Programma
  • Herhaling 9.2
  • Leerdoelen 9.3
  • Uitleg 9.3 leerdoelen 1-4 
  • Opdracht 9.3
  • Zelfstandig werken
  • Afsluiting

Slide 5 - Slide

Leerdoelen 9.3
1) Ik kan het verband uitleggen tussen de teleurstelling over de afloop van de Eerste Wereldoorlog en het ontstaan van het fascisme in Italië en het nationaalsocialisme in Duitsland.
2) Ik kan de kenmerken van het fascisme en nationaalsocialisme noemen.
3) Ik kan overeenkomsten en verschillen noemen tussen de ideologieën en de buitenlandse politiek van Duitsland, Italië en Japan.
4) Ik kan een ideologisch argument geven voor de gespannen verstandhouding tussen de geallieerden.


Slide 6 - Slide

9.3 Italië
1919 Onvrede door tegenvallende gebiedsuitbreiding, 
economische problemen en politieke verdeeldheid.

Opkomst Benito Mussolini  ('Il Duce')
  • paramilitair
  • expansiedrang (Romeinse Rijk)
Fascisme
  • Extreem nationalisme (individu ondergeschikt aan staat)
  • Verheerlijken van geweld en militarisme
  • Gevoel boven verstand
  • Het leidersbeginsel

Slide 7 - Slide

9.3 Duitsland
1919 Onvrede door verlies oorlog, Verdrag van Versailles en economische problemen.

Opkomst Adolf Hitler en NSDAP
  • paramilitair
  • expansiedrang (Derde Rijk en Lebensraum)
Nationaalsocialisme = fascisme + rassenleer
1933 Grootste partij. Parlement buitenspel.

Mussolini en Hitler maakten van Italië en Duitsland totalitaire dictaturen.

Slide 8 - Slide

9.3 Japan
19e eeuw gemoderniseerd.
expansionisme
  • grondstoffen en voedsel
  • nationalisme (culturele superioriteit)
Bondgenootschap met Duitsland (1936) en Italië (1937).
1937 Inval in China.
1941 Aanval op Pearl Harbor.
1942 Bezetting van Nederlands-Indië.
1945 Atoombommen Hiroshima en Nagasaki.


Slide 9 - Slide

9.3 Europa in oorlog 
1935-36 Hitler schendt Verdrag van Versailles

1938 Anschluss van Oostenrijk
1938 Sudetencrisis
Conferentie van München 
VK en Fra > appeasement 

1939 Molotov-Von Ribbentroppact, niet-aanvalsverdrag tussen Nazi-Duitsland en SU.


           


Slide 10 - Slide

Chronologie 9.2
De volgende gebeurtenissen over het verloop van de Russische Revoluties
staan in willekeurige volgorde:
1   


timer
1:00

Slide 11 - Slide

Welke zaken hebben zowel betrekking op Japan in de 
jaren 1930 als op nazi-Duitsland?

Zeven begrippen en omschrijvingen:
1. Antimilitarisme.
2. Appeasement.
3. Culturele superioriteit.
4. Behoefte aan gebiedsuitbreiding.
5. Klassenstrijd.
6. Nationalisme.
7. Racistische ongelijkwaardigheid.



timer
1:00

Slide 12 - Slide

Leerdoelen 9.3
1) Ik kan het verband uitleggen tussen de teleurstelling over de afloop van de Eerste Wereldoorlog en het ontstaan van het fascisme in Italië en het nationaalsocialisme in Duitsland.
2) Ik kan de kenmerken van het fascisme en nationaalsocialisme noemen.
3) Ik kan overeenkomsten en verschillen noemen tussen de ideologieën en de buitenlandse politiek van Duitsland, Italië en Japan.
4) Ik kan een ideologisch argument geven voor de gespannen verstandhouding tussen de geallieerden.


Slide 13 - Slide

Aan de slag

- Wat? Weektaak
- Hoe? Alleen en in stilte.
- Hulp? Docent.
- Klaar? Werk leerdoelen uit of maak een samenvatting.

Slide 14 - Slide