Degrees of Comparison

Degrees of Comparison 
Trappen van vergelijking
Degrees of Comparison
Trappen van Vergelijking
1 / 25
next
Slide 1: Slide
EnglishTertiary Education

This lesson contains 25 slides, with text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Degrees of Comparison 
Trappen van vergelijking
Degrees of Comparison
Trappen van Vergelijking

Slide 1 - Slide

Vandaag
  1. Hangman (10 minuutjes)
  2. Korte herhaling trappen van vergelijking (15 minuutjes) 
  3. Oefeningen trappen van vergelijking (15 minuutjes)
  4. Stukje huiswerk nakijken / bekijken

Slide 2 - Slide

Hangman
_ _ _ _ _ _
Six letters!

Slide 3 - Slide

Hangman
M o n d a y
=
Maandag

Slide 4 - Slide

Oefening
Monday’s child is fair of face,
Tuesday’s child is full of grace,
Wednesday’s child is full of woe,
Thursday’s child has far to go.
Friday’s child is loving and giving,
Saturday’s child works hard for a living,
And the child that is born on the Sabbath Day,
Is bonny and blithe and good and gay.
1. Oefen de uitspraak met het filmpje

2. Vertaal het gedicht

We nemen hem volgende week door.

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Drie trappen
11
Stellende trap
Vegrotende trap
Overtreffende trap
- er
- est

Slide 7 - Slide

Herhaling!
Spelling Regel 1
         Woorden eindigend op -y
Wordt -ier of -iest

         Woorden eindigend op -e
Wordt -r of -st

         Woorden eindigend op klinker + medeklinker
Medeklinker × 2

Slide 8 - Slide

Drie trappen
11
Stellende trap
Vegrotende trap
Overtreffende trap
- er of More
- est of Most

Slide 9 - Slide

Herhaling!
Regel 2
Lettergrepen tellen!

           Minder dan 3? Dan:
-er / -est

           Meer dan 3? Dan:
More en Most

Slide 10 - Slide

Voorbeeld
1
I am beautiful

She is more beautiful


But she is the most beautiful
Stellende trap

Vegrotende trap


Overtreffende trap

Slide 11 - Slide

Herhaling!
Spelling regel 2
Wanneer "the" ?

          Overtreffende trap met een 
woord (-est / most)

          Een woord met 3 of meer lettergrepen
(Most)

Slide 12 - Slide

Grammatica
Wanneer je twee dingen met elkaar vergelijkt gebruik je than
This cup is bigger than that cup

Slide 13 - Slide

Oefeningen!
Lees de vraag op 
én beantwoord de vraag met:

"I think ...."

Slide 14 - Slide

Who is the fastest?
I think the ..... is the fastest
Cheetah
Snail
Frog

Slide 15 - Slide

Cheetah
Snail
Frog
Who is the slowest?

Slide 16 - Slide

Cheetah
Snail
Frog
Who can jump the highest?

Slide 17 - Slide

Oefening 2!
Vergelijk de twee plaatjes met elkaar
Zeg bijvoorbeeld:
The ... is faster than the ....

Slide 18 - Slide

The cheetah is (fast) than the snail

Slide 19 - Slide

The mouse
The elephant
[Groot]

Slide 20 - Slide

The mouse
The elephant
[klein]

Slide 21 - Slide

Filmpje 1
Filmpje 1 is een engelse quiz over superlatives, de vegrotende trap. Kijk of je hem kan maken! 

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Video

Filmpje 2
  1. Welk verschil wil dit filmpje duidelijk maken?
  2. Welk land is vernoemd naar de Nederlandse provincie Zeeland?
  3. Volgens het filmpje wat zijn de twee meest bevolkte provincies?
  4. Wat betekend "south" en wat betekend "north" en wat zijn de Engelse benamingen voor de overgebleven twee?
  5. Er wordt gerefereerd naar "Dakota", wat is Dakota?
  6. Zoek op wat de "Pensylvania Dutch" zijn.
  7. Zoek op wat "linguistic" betekend.
  8. Waar delen Frankrijk en Nederland een grens?
  9. Welke landen gebruiken "dollars" en welk land gebruikt "yen"
  10. Wat vond je het interessantst?

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Video