§4.2 Vermogen, capaciteit, energie

herhaling: weerstand
1 / 22
next
Slide 1: Slide
Natuurkunde / ScheikundeNatuurkundeMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 4

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.

Items in this lesson

herhaling: weerstand

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

I is het symbool voor?
A
Stroomsterkte
B
Spanning
C
Weerstand
D
Vermogen

Slide 3 - Quiz

R is het symbool voor?
A
Stroom sterkte
B
Spanning
C
Weerstand
D
Vermogen

Slide 4 - Quiz

Koper is een isolator
A
waar
B
niet waar

Slide 5 - Quiz

§2 Elektrische energie

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Doelen van deze les:
  1. Je weet wat vermogen en energie is, welke letters daarbij horen en welke eenheid
  2. Je weet hoe je vermogen en energie kunt uitrekenen
  3. Je weet dat een andere vorm van energie wordt omgezet in elektrische energie
  4. Je kunt rekenen met de capaciteit van een batterij.

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Bereken met de wet van Ohm de stroom door een lampje van 11,5 W aangesloten op netspanning 230 V
A
0,05 A
B
5 A
C
0,2 A
D
0,2 I

Slide 10 - Quiz

11,5 W = 230 x I
I = 11,5 : 230 = 0,05 A

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

E is het symbool voor?
A
Hoeveelheid energie
B
Spanning
C
Weerstand
D
Vermogen

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Video

Batterijen

Slide 17 - Slide

Een batterij gaat sneller leeg als er ...
A
meer spanning uitkomt
B
meer stroom uitkomt

Slide 18 - Quiz

De capaciteit is 1800 mAh.

Als er een uur lang 1800 mA vloeit is hij leeg.

Of b.v. een half uur 3600 mAh.
(dit is heel veel stroom!!)

Normaler: 0,1 A 
Hoeveel uur?? gebruik C = I x t 

Slide 19 - Slide

Capaciteit

De capaciteit is de hoeveelheid stroom die in een batterij zit opgeslagen.


De capaciteit wordt weergegeven in mAh (milliAmpère x uur) dus hoeveel mili Ampère kan de batterij leveren als hij in een  uur leegloopt.


Levert hij minder stroom, dan gaat hij langer mee.


Uit een batterij komt altijd hetzelfde voltage! (bv AA geeft 1,5 Volt)



Slide 20 - Slide

§4.2 Elektrische energie
Vermogen   = spanning x stroomsterkte
       P               =       U            x             I
Energie         = vermogen x tijd
      E                =        P            x     t
 Energie        = spanning x stroomsterkte x tijd
      E                 =        U           x             I                 x    t
 Capaciteit   =  stroomsterkte x tijd
       C                =         I                      x    t

Slide 21 - Slide

Rest van de les:
Check klascode digiboek 981212

Schoolwerk (wordt huiswerk):
* maken opg 11-21
* Maak in digiboek Test Jezelf §2



Slide 22 - Slide