Donderdag 20 maart 2025

1 / 34
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Donderdag 20 maart 2025

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Programma
- Lezen
10 min
- Terugblik vorige les
10 min
- Huiswerk bespreken 
10 min
- "De verbanden in een tekst"
15 min
-Oefenen
30 min
-Afsluiting
5 min

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Lezen
Je pakt je leesboek voor je, we beginnen met klassikaal lezen!





Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Terugblik vorige les
Structuur van een tekst


Inleiding
Middenstuk
Slot

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Video

This item has no instructions

Wat is de opbouw van een tekst?
A
Inleiding en kern
B
Inleiding, middenstuk en slot
C
Kern en slot
D
Inleiding en slot

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Welk antwoord klopt niet?

In de inleiding van een tekst vind je:
A
een vraag, het onderwerp, leuk/kort verhaaltje
B
het onderwerp, kort en bondig
C
mening schrijver, de conclusie

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

In het middenstuk
A
worden deelonderwerpen besproken
B
maak je kennis met het onderwerp
C
wordt een samenvatting of conclusie gegeven
D
staat de afbeelding

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Functies van het slot.
Wat is een functie van het slot?
A
een centrale vraag stellen
B
deelonderwerpen bespreken
C
Een samenvatting geven

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Huiswerk
Hoofdstuk 4 
Paragraaf 2 
Structuur van een tekst
Opdracht 3 t/m 10

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Wat is de betekenis van:

indertijd
A
toekomstig
B
vervelende gebeurtenis
C
vroeger, toen
D
te leen

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Ingrediënten...
A
is hoe je het eten klaar maakt
B
hiervan wordt het gerecht gemaakt
C
zijn een koekenpan en bord
D
is de kok in de keuken

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

interpreteren =
A
op je eigen manier uitleggen
B
met aandacht bekijken
C
vaststellen

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Betekenis van overkoepelend

Slide 16 - Open question

This item has no instructions

Betekenis van ergens op stuiten

Slide 17 - Open question

This item has no instructions

Als je somber
bent dan :
A
voel je je prettig en rustig
B
je bent een beetje stil en verlegen
C
ben je druk want je vindt iets spannend
D
een beetje droevig, treurig

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Betekenis van overwoekeren

Slide 19 - Open question

This item has no instructions

Ik hoef niet per se naar de bioscoop.

Wat betekent per se?
A
beslist / in elk geval
B
verplicht
C
nu al
D
met het ov

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Leerdoelen
Wat behandelen we vandaag?

  • Ik weet wat signaalwoorden zijn en wat de functie is van verbanden
  • Ik kan signaalwoorden en verbanden in een tekst herkennen
  • Ik kan uitleggen wat de verbanden in een tekst zijn
  • Ik kan zelf verbanden leggen en deze toepassen in eigen teksten

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Slide 22 - Link

This item has no instructions

TEKSTVERBANDEN EN SIGNAALWOORDEN

Wat is een tekstverband?
A
Je verbindt twee teksten met elkaar
B
Je geeft het verband tussen inleiding en slot aan
C
Je geeft aan wat het belangrijkste in een tekst is
D
Je verbindt zinnen en alinea's met elkaar

Slide 23 - Quiz

Voor een uitgebreidere Lessonup over tekstverbanden en signaalwoorden verwijs ik je naar de Lessonup waarvan ik de link tegelijkertijd met de link van deze Lessonup heb gestuurd. 
Wat is een signaalwoord
Wat zijn signaalwoorden?
A
Woorden die verbanden tussen zinnen leggen.
B
Ze geven een signaal, zodat je weet waar je gebleven bent met lezen.
C
Ze geven voor welk publiek de schrijver de tekst heeft geschreven.
D
Woorden die extra informatie geven

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

1 > Ik vind gedichten leuk.
2 > Ze laten me nadenken over de betekenis ervan.
Wat heeft zin 1 te maken met zin 2?

Slide 26 - Open question

This item has no instructions

Wat is het verschil in betekenis tussen zin 1 en zin 2?
1 > Ik vind gedichten leuk, want ze laten me nadenken over de betekenis ervan.
2 > Ik vind gedichten leuk, maar ze laten me nadenken over de betekenis ervan.

Slide 27 - Open question

This item has no instructions

Verbind onderstaande zinnen met elkaar, maak gebruik van een signaalwoord.
Reclames maken is een vak apart. Je moet goed kunnen spelen met taal.

Slide 28 - Open question

This item has no instructions

Wat is een signaalwoord?

  • Verbindingswoorden;
  • Signaalwoorden geven het verband aan tussen zinsdelen, zinnen en alinea's.  




Signaalwoord

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Overzicht van een aantal verbanden en hun signaalwoorden 
Tekstverband:                                                  Signaalwoord:
opsomming                                                      ook, en, bovendien              tegenstelling                                                   maar, echter, toch    
reden                                                                   want, omdat, daarom        
voorbeeld                                                          bijvoorbeeld, zoals
conclusie                                                           dus, daarom, hieruit volgt

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Oefeningen
Wie?
Zelfstandig in rust
Wat?
Hoe?
Antwoorden in je schriftje schrijven
Hulp?
Docent
Tijd?
Tot 10 minuten voor eindtijd.
Uitkomst?
Je beheerst de gestelde leerdoelen.
Klaar?
Woordenschat > woorden blz 83 doornemen
Fictiedossier > zie CLassroom
Huiswerk:
Hoofdstuk 4 paragraaf 3 >  opdracht 4 + 5 & 7 t/m 12 en 15

Hoofdstuk 4 paragraaf 3 > opdracht 4 + 5 & 7 t/m 12 en 15

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Ik kan tekstverbanden herkennen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 32 - Poll

This item has no instructions

Ik kan signaalwoorden herkennen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 33 - Poll

This item has no instructions

Slide 34 - Link

This item has no instructions