This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Getallen
Slide 1 - Slide
In deze paragraven leerde je:
de waarde van cijfers in een getal
grote getallen schrijven in woorden en cijfers
wat veelvouden en delers zijn
wat even en oneven is
werken met decimale getallen
afronden
Slide 2 - Slide
Even en oneven
Slide 3 - Slide
Een som maken kan alleen
als je hem eerst rustig leest
én begrijpt wat er staat.
Slide 4 - Slide
Sophie woont aan de oneven kant
van de straat op nummer 31.
Stijn woont op nummer 47.
Hoeveel huizen zitten daartussen?
Slide 5 - Slide
Sophie woont aan de oneven kant
van de straat op nummer 31.
Wat is even / oneven?
Stijn woont op nummer 47.
Hoeveel huizen zitten daartussen?
Weten: aan één kant alleen even en aan andere kant alleen oneven nummers
Slide 6 - Slide
Sophie woont aan de oneven kant
van de straat op nummer 31.
Stijn woont op nummer 47.
Hoeveel huizen zitten daartussen?
Slide 7 - Slide
Onze straat begint met huisnummer 12 en eindigt bij nummer 23. Hoeveel huizen met even nummers zijn er?
A
4
B
6
C
11
D
12
Slide 8 - Quiz
Onze straat begint met huisnummer 12 en eindigt bij nummer 23. Volgende week worden 19 en 20 afgebroken. Hoeveel oneven huisnummers zijn er dan nog over?
A
4
B
5
C
6
D
10
Slide 9 - Quiz
Afronden
- omhoog
- omlaag
- op 2 decimalen
- op een heel getal
- op een rond getal
Slide 10 - Slide
Eerst goed lezen:
- Hoe moet je afronden?
- Waar zet je het (rode) streepje?
- Kijk naar het 1ste getal rechts ervan
1. Is dit 5 of hoger?
Dan wordt het getal voor het streepje 1 hoger.
2. Is het lager van 5?
Dan verandert het getal voor het streept niet
Slide 11 - Slide
Afronden
Slide 12 - Slide
Rond af op 2 decimalen 24,564
A
24,00
B
24,56
C
24,57
D
24,50
Slide 13 - Quiz
Rond af op een tiental 46
A
40
B
45
C
50
D
46,1
Slide 14 - Quiz
Rond af op een honderdtal 750
A
700
B
750
C
740
D
800
Slide 15 - Quiz
Is het volgende getal goed afgerond? Van 724,45 naar 725
A
ja
B
nee
Slide 16 - Quiz
Je weet nu hoe je moet afronden
- omhoog
- omlaag
- op een heel getal
- op een rond getal
Slide 17 - Slide
Huiswerk
Maak: onderdeel 2.2 op je Chromebook
Slide 18 - Slide
Kleiner, groter of gelijk
Slide 19 - Slide
= (gelijk)
2 + 2 = 4
8 - 6 = 2
12 : 4 = 3
Slide 20 - Slide
< (kleiner dan...)
5 < 7
13 < 723
12,1 < 12,2
Slide 21 - Slide
> (groter dan...)
2 > 1
57 > 13
12,7 > 12,2
Slide 22 - Slide
Het beest wil het meest
12 < 24
132 > 57
<
>
Slide 23 - Slide
Wat moet er op de puntjes staan? 6 ... 9
A
<
B
>
C
=
Slide 24 - Quiz
Wat moet er op de puntjes staan? 0,3 ... 0,1
A
<
B
>
C
=
Slide 25 - Quiz
Wat moet er op de puntjes staan? 0,3 ... 0,30
A
<
B
>
C
=
Slide 26 - Quiz
Maken:
- Op je Chromebook 2.4 (Groter, kleiner of gelijk)