cinquième cours-11 avril jusqu'à 15 avril

• Frans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Les buts

1. Aan het eind van dit lesuur....
2. kun je een gesprek over de weg wijzen begrijpen.
3.  ken je woorden die te maken hebben met vervoer en de weg wijzen.
4.  weet je hoe je woorden kunt leren met gebaren.
5. ken je de uitspraakregels in het Frans.
6. Ken je woorden die te maken hebben met gebouwen en de stad.
7. kun je een internetpagina over reistips begrijpen.
   

Le planning

1. Introductie onderdeel A Hoofdstuk 6 (5 minuten)
2. Opdrachtjes bij onderdeel A maken (15 minuten)
3. Introductie onderdeel B Hoofdstuk 6 (5 minuten)
4.  Opdrachtjes bij onderdeel B maken (15 minuten)
5. Spelletjes over de wegwijzen & vervoersmiddelen (15 minuten)
   
6. Aan presentatie werken en ondertussen presentatie geven (voor feedback) aan Moniek (30 minuten)
   
7.  Les afsluiten ( 5 minuten)

Klassenregels

We werken rustig samen in de klas.

We respecteren elkaar. We lachen elkaar niet uit en respecteren elkaars mening en antwoorden.

Tijdens het maken van de opdrachten zijn we rustig bezig en gaan we niet kletsen met klasgenoten.

We doen actief mee met de les, we leggen de telefoons dan ook in de telefoontas.

We steken onze vinger op als we iets willen zeggen en/of vragen.

We geven het aan onze docente aan wanneer ons iets dwars zit.

We laten elkaar uitpraten.

We eten en drinken niet in het klaslokaal (behalve in de pauzes).

Commençons le ...

Hoe gaan Nina en Arthur naar het station?

1. Lopend
2. Met de metro
3. Met de trein

Hoe vinden ze de weg naar het station?

1. Met behulp van een mobieltje.
2. Met behulp van een plattegrond.
3. Ze vragen het aan iemand.

Wat moeten ze volgens Arthur als eerste doen?

1. Links afslaan
2. Rechtdoor gaan
3. Rechts afslaan

Waarom raakt Nina geïrriteerd?

1. Arthur kiest expres een omweg
2. Arthur loopt te snel
3. Het duurt te lang

Waarom noemt Nina Arthur <<un idiot>>?

1. De batterij van zijn mobieltje is leeg.
2. Het station blijkt heel ver weg te zijn.
3. Hij heeft ze de verkeerde kant op gestuurd.

à pied

en vélo

en train

en voiture

en métro

en bus

à la page 55

Ik vertel je wanneer je het beste naar Parijs kunt komen

Kies het juiste vervoermiddel om de stad te bezoeken!

Als je een monument wilt bezoeken, moet je het tijdstip slim uitzoeken

Van mij krijg je een tip over winkelen.

Sébastien

Barbara

Juliette

Hortense

le restaurant

le cinéma

la boulangerie

le marché

le magasin

le théâtre

Tu entends quelle phrase? (12a)

1. Vous pouvez chercher?
2. Vous pouvez m'aider?

Tu entends quelle phrase? (12a)

1. Je cherche la gare
2. Je cherche le parc

Tu entends quelle phrase? (12a)

1. Vous pouvez regarder?
2. Vous pouvez répéter?

Tu entends quelle phrase? (12a)

1. C'est à droit
2. C'est tout droit

Zinnen voor het spelletje (1):

1. Allez tout droit
2. Tourne à gauche
3. Au feu, prends la rue à droite
4. Passe devant la boulangerie
5. Prenez la deuxième rue à gauche
6. C'est au bout de la rue
7. Tournez à droite
8. C'est à votre droite
9. C'est en face de l'hôpital

wordwall.net

Zinnen voor het spelletje (2):

Prends la deuxième

wordwall.net

wordwall.net

Au travail

1. Maak je presentatie af en vraag Moniek om feedback over je uitspraak

Klaar?

1. Maak een spiekbriefje voor je presentatie

2. Leer alvast Vocabulaire A en Vocabulaire B

Quizlet: Vocabulaire A

Quizlet: Vocabulaire B

à la page 50

5 mots du cours

Comment tu as trouvé le cours?

😒🙁😐🙂😃

Devoirs

Apprendre:

 vocabulaire A et B du chapitre 6 (p.78)

Faire:

tekst presentatie (mondeling) uit je hoofd leren

Spiekbriefje voor presentatie maken en meenemen (A5-formaat)