5 havo 19 december

1 / 35
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 35 slides, with text slides and 1 video.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Goedemorgen

Telefoon in je tas

Eerst het dictee, dan de rest!

Slide 2 - Slide

1. Startklaar
Bij de start van iedere les verwelkomt de docent de leerlingen bij de ingang van de deur, noemt leerlingen bij naam, maakt oogcontact en besteedt aandacht aan hun welbevinden. De docent geeft het goede voorbeeld en spreekt hoge verwachtingen uit voor het verloop van de les door succescriteria op gewenst gedrag, schooltaal en effectief leren te benoemen. De leerlingen zijn startklaar: ingelogd in LessonUp, telefoons opgeborgen in het Zakkie, en JdW-map op tafel.
Zin 1
Op het Malieveld keert het groot kerstcircus terug met een magisch spektakel, dat je onderdompelt in een wereld van wonderen, geïnspireerd door een iconisch verhaal.


Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Agenda

  • Dictee 
  • SE 1: Mondeling literatuur: titels zijn doorgegeven! 
  • SE 2: Leesvaardigheid: examenbundel/Samengevat

SPULLEN voor jullie: gedichten (ook in Teams), Examenbundel, Samengevat
                  voor mij: ingevuld formulier boeken

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag
1. ALLE LITERAIRE WERKEN DOORGEGEVEN?
2. Maak een map aan waar je al je informatie opslaat
3. Doe research naar je boek: zoek recensies (Nexis), achtergrondinformatie over boek en schrijver.
4. Beantwoord de volgende vragen over jouw boeken:
genre, personages (karakter? voorbeelden?) verhaalstructuur, tijd/ruimte, perspectief, schrijfstijl

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Subdomein E1: Literaire ontwikkeling
De kandidaat kan beargumenteerd verslag uitbrengen van zijn leeservaringen met een aantal door
 hem geselecteerde literaire werken.
* Minimumaantal: havo 8;
* De werken zijn oorspronkelijk geschreven in de Nederlandse taal. 

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Mondeling
              
                                                -   2 docenten
                                                -  1 leerling
                                                - 30 minuten een gesprek over literatuur
                                                 - telt 2 x mee
                                           

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Voorbereidng
1. LEES DE BOEKEN !!!

2. Je kan literaire begrippen begrijpen en hanteren
Narratologie > begrippen om over een verhaal te praten

3. Je hebt onderzoek gedaan, nagedacht, verbanden gelegd

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Hoe 

1. Les: theorie &onderzoek

2. Kern theorieboek:
Hoofdstuk 1,2,3, 4 (gedichten) & 11 Het vertellen van verhalen

Betrek alles op je eigen boeken

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

H1 Functies van literatuur
1. Lezen ontwikkelt de taalvaardigheid  2. Lezen ontwikkelt het denken en verbeelden 3. Lezen verschaft prikkels aan het brein
4. Lezen geeft kennis en inzichten   5. Lezen traint de concentratie   6. Lezen ontwikkelt het zelfinzicht  7. Lezen leert over de ander  8. Lezen leert over mogelijke consequenties
9. Lezen geeft inzicht in normen, regels en gebruiken
10. Lezen ondersteunt de identiteitsontwikkeling








Slide 10 - Slide

This item has no instructions

H2 Fictie en werkelijkheid
Autobiografisch? 

Eigen naam of een alter ego?

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

H3 Genre


Een genre is een verhaalsoort


Slide 12 - Slide

This item has no instructions

H3 Fictie of pulp
Normatief

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Wat is literatuur/kunst?
Literaire auteurs schrijven ‘beter’ (normatief!!!) omdat:
Inhoud: literatuur wil de lezer aan het denken zetten, vernieuwend zijn.
Vorm: een grotere woordenschat, vernuftigere constructie, gevarieerdere de zinsconstructie ……
Personages worden uitgediept, verhaal zit goed in elkaar, het is niet overduidelijk …..

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

H 11 Het vertellen van verhalen
Personages: hoe leer je 'wie' ze zijn?

Expliciete karakterisering: "Hij was een ingewikkeld figuur om mee te leven". 
Impliciete karakterisering: je ontdekt zelf het karakter.

Maakt een personage een ontwikkeling door? 

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

H 11 Het vertellen van verhalen II
Plot > (belangrijkste) gebeurtenis(sen) in een verhaal
Verhaalstructuur: chronologisch, flashbacks/flashforwards
Tijd: welke tijd, vertelde tijd/vertel tijd
Een zin over één jaar/Heel boek over één dag
Ruimte/setting/sfeer
Perspectief: Ik/personale verteller/alwetende verteller
Schrijfstijl: sober, ironisch, metaforisch, makkelijke/moeilijke taal

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Poëzie?
Wanneer? Waarom? 

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Weggaan 
                                                      Rutger Kopland
Weggaan is iets anders
dan het huis uitsluipen,
zacht de deur dichttrekken
achter je bestaan en niet terugkeren. 
Je blijft iemand op wie wordt gewacht.

Weggaan kun beschrijven als 
een soort van blijven. Niemand
wacht want je bent er nog.
Niemand neemt afscheid
want je gaat niet weg.

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Poëzie H4
Strofe = alinea

Functie van een gedicht: voor de schrijver en voor jou 
Beeldspraak/metaforen/hyperbolen/cynisme
Wending in een gedicht
Ritme van een gedicht

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Hoofdstuk 11
Narratologie > begrippen om over een verhaal te praten


Thema/motief (blz. 179), personages (expliciet/impliciet), tijd/ruimte, verhaalperspectief, stijl



Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Motieven


Wat zijn dat?

Nachtmerries-Gouden ei/muziek -Dagen van gras/dobbelsteen-De aanslag

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

motief

= een herhaaldelijk terugkerend element. We herkennen het  omdat het binnen hetzelfde verhaal meermalen voorkomt (bijv. een voorwerp , een lied , een kleur, een bepaalde handeling, een gevoel)

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Tijd
Chronologische, flashbacks
flashforward

Een zin (verteltijd) voor een jaar (vertelde tijd)of 
een zin voor minuut (vertelde tijd)

Het leven uit een dag > één dag ...250 blz. Dus?
 

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Nog wat basisbegrippen
Plot, verhaalstructuur
personages (round characters, expliciete karakterisering, impliciete karakterisering)
ruimte/setting > sfeer
Vertelperspectief

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Doorloop beoordelingsformulier
Verleden: welke boeken, genres, thema's, inzichten

Heden: verhaalstructuur, personage's, thema, genre, tijd en ruimte

Toekomst: voorlopige titels, verwachtingen

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag met je boek
Wat is het thema van je boek?
Genre?
Wie zijn de personages? Impliciet/expliciet
Hoe zit het met tijd, ruimte en perspectief?


Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Oefenen
We kijken een korte film

Let goed op: 
- het genre
- de tijd
- het thema
- de motieven

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

GRATIS

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Slide 33 - Video

Film Gratis, Merijn Scholte Albers & Tobias Smeets, 8 minuten

Bekijken van de film in zijn geheel.
Kun je in 1 zin vertellen waar deze film over gaat?

Hoeveel tijd verstrijkt er?
Wat is het genre?
Wat is het thema?
Wat zijn motieven?


Slide 34 - Slide

Samenvatting van het verhaal

Laat leerlingen het verhaal van Gratis in eigen woorden samenvatten. 
Spannend
Slangen Aaien -Mirjam Boelsum
De held -Jessica Durlacher
Hex- Thomas Olde Heuvelt
Het duister dat ons scheidt- Renate Dorrestein
Saskia Noort- De eetclub
Simone van der Vlugt-De reünie

Slide 35 - Slide

This item has no instructions