Verkeerles 9/10/23

Verkeer
1 / 20
next
Slide 1: Slide
VerkeerBasisschoolGroep 5

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Verkeer

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

5
3
2
4
1

Slide 3 - Slide

Wij gaan leren
  • Welke voorrangsregels er ook al weer zijn, hoe deze voorrangsregels werken en wanneer wij deze voorrangsregels terug zien. 
  • En wij gaan herhalen welke verkeersborden er ook al weer zijn en hoe deze verkeersborden werken.  

Slide 4 - Slide

Wie moet Nicole
voor laten gaan?
De fietser gaat naar links


A
Alleen de ambulance
B
Alleen de fietser
C
De ambulance en fietser
D
Ze mag zelf eerst

Slide 5 - Quiz

Voorrangsregels 
  • Rechtdoorgaand verkeer op dezelfde weg gaat voor 
  • Voertuigen uit een uitrit moeten voorrang geven 

Slide 6 - Slide

Wie mag er eerst?
Suzanne gaat rechtdoor
Marleen naar links
Ivo gaat ook naar links
A
Marleen
B
Ivo
C
Suzanne

Slide 7 - Quiz

Wat is de
goede volgorde?
A
Politie, voetganger, Barry, Irene
B
Barry, voetganger, Irene, politie
C
Politie, voetganger, Irene, Barry
D
Irene, voetganger, politie, Barry

Slide 8 - Quiz

Voorrangsregels 
  • Rechtdoorgaand verkeer op dezelfde weg gaat voor 
  • Voertuigen uit een uitrit moeten voorrang geven 
  • Grote bocht gaat voor de kleine bocht 
  • Voorrangsvoertuigen met blauwe zwaailichten gaan voor

Slide 9 - Slide

Wie gaat eerst?
De auto gaat naar rechts
De fietser gaat naar links
A
De fietser
B
De auto

Slide 10 - Quiz

Wie moet de fietser
voor laten gaan?
A
Alleen de voetganger in het rood
B
Alleen de mevrouw met de rollator
C
De voetganger en de mevrouw met de rollator
D
Niemand

Slide 11 - Quiz

Voorrangsregels 
  • Rechtdoorgaand verkeer op dezelfde weg gaat voor 
  • Voertuigen uit een uitrit moeten voorrang geven 
  • Grote bocht gaat voor de kleine bocht 
  • Voorrangsvoertuigen met blauwe zwaailichten gaan voor
  • Je moet mensen die slecht kunnen lopen voor laten gaan

Slide 12 - Slide

Pas op.....
Je rijdt op een voorrangsweg
Je moet hier....
Verboden om.....

Slide 13 - Drag question

Mogen de fietsers hier oversteken,
kijk naar het verkeersbord
A
Ja, het bord geldt niet voor de fietsers
B
Nee, op het bord staat dat je hier niet mag fietsen

Slide 14 - Quiz

Wat is waar?
A
Alleen Joyce mag de straat in
B
Alleen Mara mag de straat in
C
Zij mogen allebei de straat in
D
Geen van beide mag de straat in

Slide 15 - Quiz

Wat betekent
dit bord?
A
Pas op er wordt aan de weg gewerkt
B
Je moet hier aan de weg werken
C
Je mag hier niet aan de weg werken

Slide 16 - Quiz

Mag de fietser
hier rechtsaf?
A
Ja dat mag
B
Nee kijk maar naar het verkeersbord

Slide 17 - Quiz

Wat moeten
de fietsers doen?
A
Wachten tot het busjes over de brug is gereden
B
Achter elkaar gaan fietsen en dan over de brug rijden
C
Naast elkaar blijven fietsen en de brug over rijden

Slide 18 - Quiz

Hoe vond je jou werkhouding tijdens de les?
πŸ˜’πŸ™πŸ˜πŸ™‚πŸ˜ƒ

Slide 19 - Poll

Hoeveel heb je geleerd/herhaald tijdens de les?
πŸ˜’πŸ™πŸ˜πŸ™‚πŸ˜ƒ

Slide 20 - Poll