2.4 Possessive 's - ' & reading

Marith 
Wesley
Djurre
Eleanne
Pieter
Lieke
Jurre
Else 
Eke
Nynke
Gerrit
Rein Pieter
Ronald
Eke
Auke
Daan
Silke
Anne
Ruben
Alicia
Femke
Wiebe Jan
Sybrand
Gytte
1 / 20
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo, mavoLeerjaar 1,2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 20 min

Items in this lesson

Marith 
Wesley
Djurre
Eleanne
Pieter
Lieke
Jurre
Else 
Eke
Nynke
Gerrit
Rein Pieter
Ronald
Eke
Auke
Daan
Silke
Anne
Ruben
Alicia
Femke
Wiebe Jan
Sybrand
Gytte

Slide 1 - Slide

Jorrick
Wesley 
Sytze
Yannick
Liam
Harmen
Nina-Linn
Leonie
Nebiat
Iris
Nina
Keano
Damien
Jelmer
Sander
Iwan
Dyon

Slide 2 - Slide

Bobby
Aladar
Jarno
Vincent
Janyke
Justin
Fenna-Lian
Esmée
Tess
Sophia
Anna
Liesbeth
Andries
Julia
Anne
maartje
Jesse

Slide 3 - Slide

Welcome! 
Book 
Laptop
You need:

Slide 4 - Slide

Planning
-  woordenschat

- grammatica: Bezit ('s / ')

- Zelfstandig werken 

Slide 5 - Slide

But first... words!
Sleep in de volgende slide het woord naar het bijbehorende plaatje

Slide 6 - Slide

bowl
flour
Frying pan
butter
recipe
Knife
Pie

Slide 7 - Drag question

Possessive 
's of ' 

Slide 8 - Slide

Possessive (bezit)
aangeven van wie iets is
's
Wanneer gebruik je een hoge komma+s? 
  • Bij namen
  • Bij mensen, dieren en dingen in het enkelvoud
  • Bij woorden in het meervoud die niet op een S eindigen



I like Tara's hair.
Who took Anthony's pen?
The cat's whiskers.
Men's clothing.




Slide 9 - Slide

Possessive (bezit)
'
My parents' car. (parents = meervoud met een s)
His siblings' hobby. (siblings = meervoud met een s)
Wanneer gebruik je alleen een hoge komma? 
  • Bij woorden in het meervoud die wel op een S eindigen



Slide 10 - Slide

In het kort... bij het aangeven van bezit

Als het woord al eindigt op een -s:
dan krijg je een ' aan het eind

Eindigt het woord niet op een s?
Dan krijg je 's aan het eind

Slide 11 - Slide

Isn't this ______ (Peter) book?
A
Peter'
B
Peter's
C
Peters'
D
Peters

Slide 12 - Quiz

They are painting the ____ (children) room this week.
A
Children's
B
Childrens
C
Childrens'
D
Children

Slide 13 - Quiz

_____ (Men) trousers can be found on the top floor.
A
Men
B
Mens
C
Men's
D
Mens'

Slide 14 - Quiz

Did you read ______ (yesterday) newspaper?
A
yesterday
B
yesterdays
C
yesterdays'
D
yesterday's

Slide 15 - Quiz

5. David is ______ (Anne) husband.
A
Anne's
B
Annes
C
Annes'
D
Anne

Slide 16 - Quiz

6. All the _____ (boys) books were in their lockers.
A
boys's
B
boyss
C
boys'
D
boys

Slide 17 - Quiz

7. My ________ (grandparents) house is pretty far away.
A
grandparents's
B
grandparentss
C
grandparents'
D
grandparents

Slide 18 - Quiz

Sarah is ______(Emily) aunt.
A
Emily's
B
Emilys'
C
Emilies
D
Emilys

Slide 19 - Quiz

Aan de slag (blz. 64)
First:
opdracht 5, 6, 7

After:
opdracht 1, 2 & 3 (blz. 62)

Finished? --> op je laptop iets voor jezelf doen
timer
5:00

Slide 20 - Slide