Truus heeft een baantje als pizzabezorger. Voor elke pizza die ze bezorgt krijgt ze €0,75. Verder krijgt ze elke dag dat ze werkt sowieso 8,00.
1. Schrijf de formule op waarmee je haar inkomsten op een dag kunt berekenen. Gebruik de woorden “aantal pizza’s” en “bedrag”.
2. Maak een tabel (met potlood en liniaal!) met bovenin het aantal pizza’s en onderin het bedrag in euro’s.
Neem voor aantal pizza’s 0 – 2 – 4 – 6 – … t/m 20 en vul de tabel in.
3. Teken de grafiek bij de tabel.